ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4566
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Zuidema
- Kuiper
- Breemhaar
- Rechtspraak.nl
Verstekzaak over huurovereenkomst en ontvankelijkheid van verzet
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, betreft het een verstekzaak met betrekking tot een huurovereenkomst. De appellant, wonende te [woonplaats appellant], was in hoger beroep gegaan tegen een arrest van de kantonrechter van 11 juli 2007. De appellant had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de geïntimeerden, [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2], beiden wonende te [woonplaats geïntimeerden], met betrekking tot een huurachterstand. De huurovereenkomst was op 1 december 2004 beëindigd, maar de huurcommissie had in haar uitspraak van 24 augustus 2004 bepaald dat de overeengekomen huurprijs niet redelijk was en had een lagere huurprijs vastgesteld. De kantonrechter had de bezwaren van de appellant tegen de uitspraak van de huurcommissie verworpen en de vorderingen van de appellant afgewezen.
In hoger beroep heeft het hof de ontvankelijkheid van het verzet van de appellant beoordeeld. Het hof oordeelde dat het verzet tijdig was ingediend, ondanks dat de appellant aanvankelijk had gesteld dat het verzet buiten de termijn was gedaan. Het hof heeft de feiten die door de kantonrechter waren vastgesteld, overgenomen en geconcludeerd dat de huurcommissie terecht had geoordeeld over de redelijkheid van de huurprijs. De appellant had de vordering van de geïntimeerden tot terugbetaling van teveel betaalde huur niet voldoende betwist, waardoor het hof de vordering toewijsbaar achtte.
Uiteindelijk heeft het hof het op verstek gewezen arrest van 11 juli 2007 bekrachtigd en de appellant veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 10 februari 2009 door de eerste kamer voor burgerlijke zaken van het Gerechtshof Leeuwarden.