ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4582

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
10 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.015.429
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • M. Streppel
  • A. de Hek
  • J. Buijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van negatieve uitlatingen door Stichting RING over Stichting BATC

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep in een kort geding tussen Stichting Ring (RING) en Stichting BATC. RING had in een circulaire van 4 juli 2008 negatieve uitlatingen gedaan over BATC, wat leidde tot een rechtszaak. BATC vorderde rectificatie van deze uitlatingen, die zij als onterecht en schadelijk beschouwde. De voorzieningenrechter van de rechtbank Assen had eerder in een vonnis van 9 september 2008 RING veroordeeld tot rectificatie, maar RING ging hiertegen in beroep. Het hof oordeelde dat RING niet voldoende onderbouwd had dat de klachten over BATC terecht waren en dat de circulaire in strijd was met het convenant dat op 3 juni 2008 tussen beide partijen was gesloten. Het hof oordeelde dat RING gedurende een jaar geen negatieve uitlatingen over BATC mocht doen en dat zij binnen acht dagen een rectificatie moest verzenden aan alle leden van RING en BATC. Tevens werd RING veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Het hof legde een dwangsom op voor iedere overtreding van de veroordelingen.

Uitspraak

Arrest d.d. 10 februari 2009
Zaaknummer 200.015.429
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de derde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Stichting Ring,
gevestigd te Pesse,
appellante in het principaal en geïntimeerde in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: RING,
advocaat: J.P.R. Scholten, kantoorhoudende te 's-Gravenhage,
die ook heeft gepleit,
tegen
Stichting BATC,
gevestigd te Someren,
geïntimeerde in het principaal en appellante in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: BATC,
advocaat: N.E.M. Steens, kantoorhoudende te Eindhoven,
voor wie gepleit heeft mr. E. Jansberg, advocaat te Eindhoven.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het kort geding vonnis uitgesproken op 9 september 2008 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Assen.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 4 oktober 2008 is door RING hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van BATC tegen de zitting van 14 oktober 2008.
De conclusie van de dagvaarding in hoger beroep, tevens houdende de grieven, luidt:
"te vernietigen het op 9 september 2008 tussen partijen onder zaak-/rolnummer: 68729/KG ZA 08-178 gewezen vonnis en opnieuw rechtdoende de vordering van oorspronkelijk eiseres alsnog af te wijzen en haar te veroordelen in de kosten van beide instanties, één en ander, voorzover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad."
Bij memorie van antwoord is door BATC verweer gevoerd en incidenteel geappelleerd. Tevens is bij deze memorie de eis gewijzigd. De conclusie van de memorie luidt:
"bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Assen van 9 september 2008 gewezen onder nummer 68729/08-178 te bekrachtigen, zo nodig onder aanvulling en/of verbetering van de gronden/overwegingen en de stichting Stichting Registratie-, Certificatie en Ontwikkelingsinstituut Natuurgerichte Gezondheidszorg, in principaal appel niet-ontvankelijk te verklaren, althans de door de stichting Stichting Registratie-, Certificatie en Ontwikkelingsinstituut Natuurgerichte Gezondheidszorg, in principaal appel geformuleerde grieven integraal te verwerpen en de stichting Stichting Registratie-, Certificatie en Ontwikkelingsinstituut Natuurgerichte Gezondheidszorg (gedaagden in eerste aanleg) te veroordelen als volgt: 1. Een verbod aan de Stichting Registratie-, Certificatie en Ontwikkelingsinstituut
Natuurgerichte Gezondheidszorg op te leggen om negatieve uitlatingen te doen inzake de Stichting BATC op welke wijze en van welke aard dan ook, althans om negatieve uitlatingen te doen inzake de Stichting BATC, op welke wijze en van welke aard dan ook, die betrekking hebben op het geschil tussen partijen waar deze procedure op ziet, althans om een voorziening te gelasten die U Edelgrootachtbaar College geraden acht, gedurende onbeperkte tijd, althans gedurende een periode van zestien weken ingaande op het moment van rectificatie, althans gedurende een periode die U Edelgrootachtbaar College geraden acht, zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag of dagdeel dat zij daarmee in gebreke blijft, althans een dwangsom te gelasten die U Edelgrootachtbaar College geraden acht;
2. Gedaagde te veroordelen tot het verzenden van een rectificatie in de vorm als omschreven in
§ 30 van de inleidende dagvaarding, dan wel in een vorm als door U Edelgrootachtbaar College geraden wordt geacht aan alle bij gedaagde aangesloten en/of d.d. 4 juli 2008 aangeschreven BATC-leden en deze rectificatie gedurende 60 dagen te plaatsen op de homepage van de website www.ringregister.nl, waarin gedaagde erkent dat zij zich ten onrechte negatief heeft uitgelaten over de Stichting BATC, onder verzending van een afschrift daarvan aan eiseres, althans een voorziening te gelasten die U Edelgrootachtbaar College geraden acht, binnen 8 dagen na het in deze te wijzen arrest, althans binnen een periode die U Edelgrootachtbaar College geraden acht, alles onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- per dag of dagdeel dat zij daarmee in gebreke blijft, dan wel een dwangsom door U in goede justitie te bepalen, althans een voorziening te gelasten die U Edelgrootachtbare Heer Voorzieningenrechter geraden acht;
3. Gedaagde te veroordelen in de kosten van beide procedures, te vermeerderen met de
wettelijke rente over de proceskosten vanaf veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen arrest."
Door RING is in het incidenteel appel geantwoord met als conclusie:
"dat geen van beide grieven tot vernietiging van het bestreden vonnis de dato 9 september 2008 door de Voorzieningenrechter van de rechtbank te Assen tussen partijen gewezen kan leiden en dit vonnis derhalve, zo nodig onder verbetering van gronden dient te worden bekrachtigd met veroordeling van appellante in de kosten van deze procedure, één en ander uitvoerbaar bij voorraad."
Vervolgens hebben partijen hun zaak doen bepleiten onder overlegging van pleitnota's door hun advocaten.
Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
RING heeft in het principaal appel zes grieven opgeworpen.
BATC heeft in het incidenteel appel twee grieven opgeworpen.
De beoordeling
De eiswijziging
1. BATC heeft in de memorie van antwoord in hoger beroep haar oorspronkelijke eis gewijzigd.
RING heeft daartegen geen bezwaar gemaakt en het hof acht deze wijziging niet in strijd met de eisen van een goede procesorde. Het hof zal daarom uitgaan van de eis zoals deze na de wijziging luidt.
De feiten
2. Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2.1 tot en met 2.10 van genoemd vonnis d.d. 9 september 2008 is geen grief ontwikkeld, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan.
3. Het gaat in deze zaak om het volgende:
3.1. BATC is een beroepsorganisatie die zich bezighoudt met gezondheidszorg ondersteunende activiteiten voor zowel de natuurgeneeskundige therapeut c.q. arts als de belangen van de consument.
3.2. BATC was sinds 1 augustus 2000 aangesloten bij RING. Wanneer een therapeut c.q. arts lid werd van BATC, werd hij of zij hiermee tevens lid van RING. Door de aansluiting bij RING werd het klacht- en tuchtrecht van RING van toepassing op BATC-leden.
3.3. Bij brief d.d. 10 maart 2008 heeft RING aan BATC bericht dat zij door diverse bij RING geregistreerde beroepsorganisaties en door bij BATC aangesloten therapeuten is benaderd met een aantal opmerkingen en vragen over BATC, en dat zij daarover een gesprek wilde hebben met BATC.
BATC reageerde bij brief van 22 maart 2008 met het verzoek mee te delen om welke beroepsorganisaties het gaat en wat de vragen en opmerkingen, ook van de therapeuten, zijn.
RING heeft geweigerd om aan dit verzoek te voldoen. Bij brief van 18 april 2008 heeft zij BATC meegedeeld dat de klachten zo ernstig zijn dat deze zich bepaald niet schriftelijk laten behandelen op bestuurlijk niveau.
3.4. Bij brief van 5 mei 2008 heeft BATC het contract met RING opgezegd. Zij heeft meegedeeld dat zij de klachten op papier wil hebben.
3.5. Naar aanleiding hiervan heeft RING BATC bij brief van 16 mei 2008 meegedeeld haar met ingang van 16 mei 2008 voorlopig te schorsen voor een periode van 10 dagen. Zij heeft BATC voorgesteld met elkaar in overleg te treden, bij gebreke waarvan BATC definitief geroyeerd zou worden. RING heeft daarbij meegedeeld dat zij het royement meteen in heel Nederland bekend zal maken, met vermelding van de redenen.
3.6. Bij brief van 20 mei 2008 heeft BATC meegedeeld dat zij RING onmiddellijk in rechte zal betrekken, indien zij constateert dat RING naar derden negatieve uitlatingen doet. Op 22 mei 2008 heeft zij per e-mail haar mede-beroepsorganisaties op de hoogte gesteld van de beëindiging van de samenwerking tussen BATC en RING.
Door middel van de "Nieuwsbrief mei 2008" heeft BATC haar leden op de hoogte gesteld van de beëindiging van de samenwerking tussen BATC en RING. Daarin is vermeld dat de kosten van RING hoger zijn dan de kosten van een organisatie die vergelijkbare faciliteiten biedt en dat is besloten om daarbij aansluiting te zoeken. Dat scheelt de leden volgens BATC € 50,-- per jaar. Vermeld is dat de lopende aansluitingen van BATC-leden tot de afloop daarvan moeten worden gerespecteerd.
3.7. Bij brief van 26 mei 2008, verzonden op 28 mei 2008, heeft RING BATC het definitieve royement bevestigd. BATC heeft hierop gereageerd. Partijen hebben vervolgens besloten om, zoals bij een eerder conflict was geschied, de mediator dhr. E. van de Wall in te schakelen.
3.8. Op 3 juni 2008 hebben partijen een convenant ondertekend. De tekst hiervan luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
"Telefonisch zijn RING en BATC heden 3 juni 2008, met vernietiging van het royement van 26 mei j.l. het volgende overeengekomen, via Dr. Eric van de Wall:
Het RING bestuur is in goed overleg met het BATC bestuur & management gekomen tot het definitieve besluit om de relatie per 1 juni 2008 officieel te beëindigen. Deze route is door beide partijen gekozen om zoveel mogelijk rust in het vakgebied te houden.
Op dat feit volgt dit convenant als schriftelijke bevestiging dat een en ander tussen beide partijen is overeengekomen. Het convenant wordt door beide partijen en Dr. Eric van de Wall, als zijnde initiatiefnemer en getuige, ondertekend."
3.9. Op 4 juli 2008 heeft RING een circulaire aan alle leden gezonden. Hierin staat onder meer:
"Om ons moverende redenen is de actie om de relatie met de organisatie van de BATC te beëindigen van de RING uitgegaan en heeft ernstige gronden. (...) Een aantal aangesloten beroepsorganisaties had al klachten neergelegd over de BATC, die niet opgelost konden worden.
(...)
De voornaamste reden van de breuk is dat het management en het bestuur van de BATC het naar maatstaven van de RING niet al te nauw hebben genomen met het vaststellen van registratiegegevens en het verstrekken van kwalificaties. Zij hebben bovendien gekozen zich niet meer te conformeren aan de afgesproken criteria. De BATC ondermijnt zo het zorgvuldig opgestelde systeem van 8 vakgroepen, dat de consument helderheid biedt.
(...)
Ons bereikten de afgelopen maanden veel klachten van ontevreden geregistreerden. Bijvoorbeeld over o.a. hoge visitatie tarieven, diploma-verstrekking, niet doorgeven van werkvormen, niet reageren op (aangetekende) brieven, niet prettige reactie op opzegging, facturen blijven sturen ondanks opzegging, dreigende toon en vervelende behandeling. Desgevraagd bleken die klachten niet normaal met de BATC bespreekbaar te zijn. (...)"
3.10. Bij brief van 9 juli 2008 heeft BATC RING meegedeeld dat zij met de brief van 4 juli 2008 het convenant van 3 juni 2008 overtreedt en dat er een rectificatie moet komen. RING heeft dat geweigerd.
De beslissing in eerste aanleg
4. De Voorzieningenrechter heeft in het bestreden vonnis van 9 september 2008 Ring veroordeeld om een brief te verzenden aan alle bij RING aangesloten leden en alle op 4 juli 2008 door haar aangeschreven BATC-leden en om gedurende 60 dagen op de homepage van de website www. ringregister.nl een mededeling te plaatsen met de volgende tekst:
"Geachte [naam],
Bij brief van 4 juli 2008 heeft de RING gereageerd op de circulaire van de BATC. De Voorzieningenrechter van de rechtbank Assen heeft dit gedrag strijdig geacht met de tussen RING en BATC gemaakte afspraak om de onderlinge relatie in goede orde te beëindigen en geen onrust te veroorzaken. De mededelingen in die brief inzake onder meer de vaststelling van de registratiegegevens door de BATC, het verstrekken van kwalificaties door de BATC en de vermeende klachten inzake de BATC veroorzaken echter wel onrust en mochten daarom niet worden gedaan. Dit geldt ook voor de stelling dat de BATC ervoor zou hebben gekozen zich niet meer te conformeren aan de afgesproken criteria.
De Ring trekt de brief van 4 juli j.l. dan ook hierbij in en ik verzoek u dan ook vriendelijk deze brief als niet verzonden te beschouwen.
Namens het bestuur,
met vriendelijke groet,
[directeur]
directeur RING"
4.1. De Voorzieningenrechter heeft voorts RING veroordeeld in de proceskosten, het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de vorderingen van BATC voor het overige afgewezen.
De grieven in het principaal en in het incidenteel appel.
5. Ring stelt in grief I in het principaal appel, dat de heer [manager], die volgens RING naar eigen zeggen als manager werkzaam is bij BATC, en die BATC bij de behandeling van het kort geding vertegenwoordigde, toen had moeten meedelen dat hij in staat van faillissement verkeerde en dat, nu hij dat niet heeft gedaan, het bestreden vonnis niet in stand kan blijven.
6. Het hof is van oordeel dat die stelling van RING niet berust op een deugdelijke grondslag en geen steun vindt in het recht.
7. De grief faalt.
8. Het hof zal de grieven II tot en met VI in het principaal appel en de grieven 1 en 2 in het incidenteel appel gezamenlijk behandelen, nu deze tezamen het geschil in volle omvang aan het hof voorleggen. Het geschil gaat - in hoofdlijn - om de vraag of RING door het versturen van voornoemde circulaire van 4 juli 2008 in strijd heeft gehandeld met de inhoud van het op 3 juni 2008 tussen partijen gesloten convenant en/of onrechtmatig jegens BATC heeft gehandeld.
9. RING is van mening dat de inhoud van de door haar op 4 juli 2008 verzonden circulaire juist is en geen rectificatie behoeft.
RING stelt daartoe onder meer dat partijen geen gelijkwaardige partners zijn, als de Voorzieningenrechter heeft overwogen, omdat RING als hoeder van de juiste uitvoering van de natuurgerichte zorg in Nederland de kwaliteit van de natuurlijke gezondheidszorg in Nederland overkoepelend in de gaten houdt en verantwoordelijk is voor de handhaving daarvan.
BATC heeft daarom, aldus RING, ook na het beëindigen van de contractuele relatie, nog te maken met RING als hoeder in voornoemde zin. RING stelt dat zij, toen haar alarmerende geruchten betreffende de handelwijze van BATC bereikten, uit dien hoofde meermalen heeft getracht in contact te treden met BATC, zij het zonder succes. RING stelt dat de reden om niet in te gaan op het verzoek van BATC om de door haar ontvangen klachten over BATC op papier te zetten voordat een gesprek zou plaatsvinden, is dat het voortbestaan van natuurgerichte gezondheidszorg ernstig in gevaar zou kunnen komen wanneer het onrechtmatig handelen van BATC bekend zou worden.
RING stelt voorts dat de "Nieuwsbrief mei 2008" van BATC niet alleen een onjuiste mededeling bevat over de tarieven die RING hanteert, maar dat BATC in die Nieuwsbrief ook onjuiste aantijgingen jegens RING heeft opgenomen. RING vindt dat zij daarop heeft mogen reageren op de wijze als zij in de circulaire van 4 juli 2008 heeft gedaan. Indien zij dat niet zou hebben gedaan zou, aldus RING, onrust zijn ontstaan in het vakgebied en het was juist de bedoeling van het tussen partijen gesloten convenant om die rust te handhaven.
10. BATC bestrijdt de stellingen van RING.
BATC stelt daartoe onder meer dat RING in strijd met het op 3 juni 2008 gesloten convenant op 4 juli 2008 een circulaire heeft doen uitgaan waarin diverse niet-onderbouwde en niet eerder genoemde pretense klachten aan het adres van BATC worden geuit. BATC bestrijdt voorts de mededeling van RING in die circulaire, dat zij voorafgaand aan het sluiten van het convenant niet bereid is geweest om in overleg met RING te treden over die pretense klachten. BATC stelt daartoe dat RING weigerde haar op de hoogte te stellen van de inhoud van die klachten, waardoor zij zich niet kon voorbereiden op een gesprek en een gesprek dus geen zin had.
BATC vindt dat een rectificatie van de circulaire met de door haar voorgestelde tekst op zijn plaats is omdat er geen sprake is van klachten jegens BATC en RING haar stellingen te dier zake niet heeft onderbouwd en dat ook niet kan. Verder is BATC van mening dat aan RING een verbod moet worden opgelegd om publiekelijk negatieve uitlatingen over BATC te doen, onder meer omdat RING heeft aangegeven dat zij bij een eventuele rectificatie haar zienswijze op de situatie zal plaatsen.
11. Het hof merkt allereerst op dat, anders dan RING meent, partijen als gelijkwaardige partners moeten worden beschouwd, omdat RING weliswaar pretendeert overkoepelend verantwoordelijk te zijn voor de handhaving van de kwaliteit van de natuurlijke gezondheidszorg in Nederland, maar zij niet van overheidswege met die taak is belast.
De relatie tussen partijen werd derhalve bepaald door hetgeen zij contractueel waren overeengekomen.
12. Uit het convenant van 3 juni 2008 blijkt dat partijen de keuze om hun relatie te beëindigen hebben gemaakt met als doel om zoveel mogelijk rust in het vakgebied te houden.
Hoewel niet exact duidelijk is wat partijen daarmee hebben beoogd, volgt naar het voorlopig oordeel van het hof uit het convenant dat partijen zich in ieder geval hebben verbonden om jegens derden geen mededelingen over de ander te doen die in het geheel niet zijn onderbouwd.
13. RING heeft vervolgens, nadat partijen op 3 juni 2008 het convenant hadden ondertekend, de hiervoor weergegeven circulatie van 4 juli 2008 verzonden, waarin negatieve uitlatingen over BATC staan vermeld.
13.1. Het hof is te dien aanzien voorshands van oordeel dat RING niet heeft onderbouwd dat door een aantal beroepsorganisaties en door geregistreerden de in de circulaire bedoelde c.q. specifiek genoemde klachten zijn ingediend. Ook heeft RING niet onderbouwd dat BATC het niet al te nauw heeft genomen met het vaststellen van registratiegegevens en het verstrekken van kwalificaties of dat BATC er voor heeft gekozen zich niet te conformeren aan de afgesproken criteria.
13.2. Voorts is de mededeling van RING dat de in de circulaire genoemde klachten niet normaal met BATC bespreekbaar waren, naar het voorlopig oordeel van het hof niet in overeenstemming is met de thans bekende feiten.
BATC heeft meermalen aangegeven het door RING voorgestelde gesprek over eventueel ingekomen klachten te willen aangaan. BATC heeft daarbij wel de
- naar het oordeel van het hof alleszins redelijke en begrijpelijke - voorwaarde gesteld dat zij op voorhand de beschikking zou krijgen over de inhoud van die klachten. RING heeft ten onrechte niet aan deze voorwaarde voldaan. De daaraan door haar ten grondslag gelegde redenen, voorzover kenbaar, kunnen deze beslissing echter niet dragen.
13.3. De door RING gedane negatieve uitlatingen over BATC zijn naar 's hofs voorlopig oordeel dan ook als onvoldoende onderbouwd en/of onjuist aan te merken.
14. Het voorgaande brengt het hof voorshands tot het oordeel dat RING door het versturen van die circulaire van 4 juli 2008 in strijd heeft gehandeld met de in het convenant van 3 juni 2008 gemaakte afspraken en zich in die circulaire op onrechtmatige wijze over BATC heeft uitgelaten.
Hetgeen RING overigens nog heeft gesteld acht het hof - ook indien ervan zou moeten worden uitgegaan dat die stellingen juist zijn - onvoldoende om voorshands een ander oordeel te rechtvaardigen.
Het hof merkt daarbij op dat de door BATC verzonden "Nieuwsbrief mei 2008" de mededeling bevat dat de samenwerking tussen partijen is beëindigd op grond van een verschil in prijsstelling.
RING heeft zich erop geroepen dat die Nieuwsbrief daarnaast ook onjuiste aantijgingen jegens haar bevat, maar zij heeft niet concreet aangegeven op welke tekstdelen zij daarbij doelt, zodat aan deze stelling van RING moet worden voorbijgegaan. De overblijvende stelling van RING dat de tarieven die BATC in de Nieuwsbrief noemt niet correct zijn, rechtvaardigen - ook al zou dat juist zijn hetgeen BATC bestrijdt - niet het feit dat RING de onderhavige circulaire heeft verzonden, nog daargelaten dat de Nieuwsbrief voorafgaand aan het sluiten van het convenant is opgesteld en verstuurd.
15. Gelet op het voorgaande en nu BATC vooralsnog voldoende met documenten heeft onderbouwd dat door de circulaire van 4 juli 2008 onrust bij haar leden is ontstaan en dat zij daardoor schade lijdt, dan wel nadeel ondervindt, acht het hof een rectificatie van die circulaire op haar plaats. Het hof zal de daartoe strekkende vordering van BATC toewijzen, zij het met enige aanpassing van de door BATC voorgestane tekst als na te melden.
15.1. Nu BATC voorts onbestreden heeft gesteld dat RING heeft aangekondigd dat zij naast het plaatsen van de rectificatie ook haar eigen visie op de kwestie kenbaar zal maken, komt het het hof redelijk voor om aan RING ook het hiervoor weergegeven, door BATC onder 1 gevorderde, verbod op te leggen, met dien verstande dat het hof, gezien het voorlopige karakter van deze procedure aan dat verbod niet een onbeperkte geldigheidsduur zal verbinden als BATC vordert, maar een geldigheidsduur van één jaar.
16. Het hof zal - mede nu RING tot op heden niet tot het plaatsen van de in het bestreden vonnis bevolen rectificatie is overgegaan - aan de thans te geven veroordelingen een dwangsom verbinden. Het hof acht het redelijk die dwangsommen te bepalen op € 500,-- per overtreding van de hierna in het dictum onder 1 te geven veroordeling en op € 500,-- voor iedere dag of dagdeel dat RING niet aan de hierna in het dictum onder 2 te geven veroordeling voldoet. Voorts ziet het hof aanleiding om aan die te verbeuren dwangsommen een maximum van
€ 100.000,-- in totaal te verbinden.
17. De grieven in het incidenteel appel slagen.
De grieven II tot en met VI in het principaal appel falen.
De slotsom in het principaal en het incidenteel appel
18. Het hof zal het vonnis waarvan beroep geheel vernietigen nu dat, gelet op de gewijzigde tekst van de rectificatie, doelmatig voorkomt en opnieuw beslissen als na te melden.
19. Het hof zal voorts RING, als de in het ongelijk te stellen partij, veroordelen in de kosten van het geding in beide instanties. Het hof zal de vordering van BATC om RING te veroordelen tot betaling van wettelijke rente over die proceskosten afwijzen, nu eerst thans een dergelijke veroordeling zal worden uitgesproken en RING derhalve nog niet in verzuim is gekomen met de betaling daarvan.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep
en opnieuw rechtdoende
In het principaal en in het incidenteel appel:
1. verbiedt RING om gedurende een periode van één jaar, zulks met ingang van twee dagen na betekening van dit arrest, negatieve uitlatingen te doen inzake BATC op welke wijze en van welke aard dan ook;
2. veroordeelt RING om binnen acht dagen na betekening van dit arrest een
rectificatie te verzenden aan alle bij RING aangesloten leden en alle op 4 juli 2008 door haar aangeschreven BATC-leden (alsmede een afschrift daarvan aan BATC zelf) en om gedurende 60 dagen op de homepage van de website www. ringregister.nl een mededeling te plaatsen met de volgende tekst:
"Geachte [naam],
Bij brief van 4 juli 2008 heeft de RING gereageerd op de circulaire van de BATC. De redenen en gronden die in deze brief zijn genoemd voor de beëindiging van de samenwerking met de RING zijn echter, blijkens een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 10 februari 2009, ten onrechte opgenomen en onrechtmatig jegens de BATC. De mededelingen inzake onder meer de vaststelling van de registratiegegevens door de BATC, het verstrekken van kwalificaties door de BATC en de vermeende klachten inzake de BATC zijn niet onderbouwd en daardoor ten onrechte bekend gemaakt. Dit geldt ook voor de stelling dat de BATC ervoor zou hebben gekozen zich niet meer te conformeren aan de afgesproken criteria.
De beëindiging van de samenwerking tussen de RING en de BATC is gelegen in een zakelijk verschil van inzicht tussen de RING en BATC.
De RING trekt de brief van 4 juli jl. dan ook hierbij in en ik verzoek u vriendelijk deze brief als niet verzonden te beschouwen.
Namens het bestuur,
Met vriendelijke groet,
[directeur]
Directeur RING"
3. bepaalt dat RING een dwangsom van € 500,-- verbeurt voor iedere keer dat zij het onder 1 aan haar gegeven verbod overtreedt en voor iedere dag of gedeelte van een dag waarop zij aan de onder 2 gegeven veroordeling geen gevolg geeft;
4. bepaalt dat aan dwangsommen maximaal € 100.000,-- kan worden verbeurd;
5. veroordeelt RING in de kosten van het geding in beide instanties en begroot die tot aan deze uitspraak aan de zijde van BATC:
in eerste aanleg op € 339,44 aan verschotten en € 816,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat,
in het principaal appel, op € 303,-- aan verschotten en € 2.682,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat, (tarief II, 3 punten) en
in het incidenteel appel op nihil aan verschotten en op € 1.341 aan geliquideerd salaris voor de advocaat (tarief II, 1/2 van 3 punten);
5. verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6. wijst af het meer of anders gevorderde;
Aldus gewezen door mrs. Streppel, voorzitter, De Hek en Buijs, raden,
en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 10 februari 2009 in bijzijn van de griffier.