ECLI:NL:GHLEE:2009:BH5003

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
3 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.007.701/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Mollema
  • A. Kuiper
  • J. Fikkers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzegging huurovereenkomst wegens ongeoorloofde kap van bomen

In deze zaak gaat het om de opzegging van een huurovereenkomst voor een standplaats op Camping Beukenhof te Roden. De appellant, die sinds 1 april 2004 een vaste standplaats had, heeft in april 2007 zonder toestemming van de eigenaar twee eikenbomen omgehakt. De eigenaar, vertegenwoordigd door de geïntimeerden, heeft de huur met onmiddellijke ingang opgezegd. De appellant heeft deze opzegging betwist en in eerste aanleg vernietiging van het bindend advies van de Geschillencommissie RECRON gevorderd, waarin de opzegging als rechtsgeldig werd beoordeeld. De kantonrechter heeft de vordering van de appellant afgewezen en de reconventionele vordering van de geïntimeerden tot betaling van achterstallige huur gedeeltelijk toegewezen.

In hoger beroep heeft de appellant zijn grieven ingediend, maar het hof heeft geoordeeld dat de opzegging van de huurovereenkomst rechtsgeldig was. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat hij toestemming had om de bomen te kappen. De bewijslast lag bij de appellant, en de door hem overgelegde verklaringen werden als onvoldoende beoordeeld. Het hof heeft de grieven van de appellant verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij de appellant werd veroordeeld tot betaling van € 2.205,24 aan achterstallige huurpenningen. Het hof heeft ook de proceskosten aan de zijde van de geïntimeerden toegewezen.

De uitspraak benadrukt het belang van toestemming bij het uitvoeren van handelingen die de eigendom van een ander kunnen aantasten, en bevestigt dat de huurovereenkomst rechtsgeldig kan worden opgezegd indien de huurder deze toestemming niet heeft verkregen.

Uitspraak

Arrest d.d. 3 maart 2009
Zaaknummer 200.007.701/01
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats en -gemeente appellant]
appellant,
in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in reconventie,
hierna te noemen: [appellant],
toevoeging,
advocaat: mr. P.R. van den Elst, kantoorhoudende te Leeuwarden,
tegen
1. Camping en Partijenboerderij 't Beukenhof,
gevestigd te Roden, gemeente Noordenveld,
2. [geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats en -gemeente geïntimeerde 2],
3. [geïntimeerde 3],
wonende te [woonplaats en -gemeente geïntimeerde 3],
geïntimeerden,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen: [geïntimeerden],
advocaat: mr. P. Tuinman, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis uitgesproken op 13 mei 2008 door de rechtbank Assen, sector kanton, locatie Assen.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 5 juni 2008 is door [appellant] hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van [geïntimeerden] tegen de zitting van 25 juni 2008.
De conclusie van de memorie van grieven luidt:
"dat het Gerechtshof te Leeuwarden moge behagen, te vernietigen het vonnis d.d. 13 mei 2008 door de kantonrechter te Assen uitgesproken tussen [geïntimeerden] als gedaagde en [appellant] als eiser en opnieuw rechtdoende, zo nodig onder verbetering van de gronden, het bindend advies afgegeven door de geschillencomissie Recreatie te vernietigen en te bepalen dat de opzegging van [geïntimeerden] d.d. 27 april 2007 nietig is, een en ander met veroordeling van [geïntimeerden] in de kosten van deze procedure."
Bij memorie van antwoord is door [geïntimeerden] verweer gevoerd, waarbij zij tevens hun eis hebben vermeerderd onder overlegging van producties, met als conclusie:
"In conventie dat het Gerechtshof moge behagen om bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, [appellant] in zijn vordering in conventie ook in hoger beroep niet ontvankelijk te verklaren dan wel hem deze te ontzeggen en zo nodig het vonnis van de rechtbank Assen, met verbetering van gronden, sector kanton (zaaknr: 220930 CV EXPL 08-634) te bekrachtigen, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten van beide instanties.
In reconventie [appellant] te veroordelen tot nakoming van het bindend advies van de Geschillencommissie RECRON d.d. 1 november 2007 (dossiernummer REC07-0047, gewezen in het geschil tussen de heer [appellant] en Camping 't Beukenhof verstuurd op 21 december 2007) alsmede tot betaling van de achterstallige huurpenningen tot en met 18 oktober 2008 ad € 2827,19, met veroordeling van [appellant] in de kosten van beide instanties."
Voorts hebben partijen ieder een akte genomen waarbij producties in het geding zijn gebracht.
Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
[appellant] heeft drie grieven opgeworpen.
De beoordeling
Ten aanzien van de feiten
1. Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 1 van genoemd vonnis is geen grief ontwikkeld, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan.
Het hof zal die feiten hierna herhalen, aangevuld met enige feiten die in hoger beroep tevens als vastaand hebben te gelden.
1.1 [appellant] heeft sedert 1 april 2004 een vaste standplaats op de door [geïntimeerden] gedreven camping 't Beukenhof te Roden. De huur bedraagt €185,- per maand.
1.2 [appellant] heeft in april 2007 twee eikenbomen op de camping omgehakt. Bij brief van 27 april 2007 hebben [geïntimeerden] [appellant] de huur met onmiddellijke ingang opgezegd omdat hij geen toestemming had om deze bomen om te kappen.
[appellant] heeft zich niet bij deze opzegging neergelegd.
1.3 Partijen hebben dit geschil op grond van de toepasselijke RECRON-voorwaarden voorgelegd aan de Geschillencommissie Recreatie. Deze commissie heeft bij bindend advies van 1 november 2007 de opzegging rechtsgeldig geoordeeld en heeft aangegeven dat [appellant] binnen vier weken na de verzenddatum zijn standplaats leeg en volledig opgeruimd moet opleveren aan [geïntimeerden]
1.4 [geïntimeerden] hebben 't Beukenhof inmiddels verkocht aan de gemeente Noordenveld.
De procedure in eerste aanleg
2. [appellant] heeft in eerste aanleg vernietiging van het bindend advies gevorderd, daartoe aanvoerende dat de geschillencommissie onvoldoende hoor en wederhoor heeft toegepast. Voorts heeft hij aangevoerd dat hij toestemming zou hebben gekregen van [geïntimeerden] om de eikenbomen om te hakken.
In reconventie hebben [geïntimeerden] betaling van achterstallige huurpenningen gevorderd.
De kantonrechter oordeelde dat [appellant] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij toestemming had voor de kap van twee bomen en dat de opzegging daarom rechtsgeldig was. De kantonrechter heeft de formele bezwaren tegen het bindend advies onbesproken gelaten.
Voorts heeft de kantonrechter de reconventionele vordering tot betaling van de huurachterstand gedeeltelijk toegewezen.
De vermeerdering van eis
3. [geïntimeerden] hebben hun vordering vermeerderd met een bedrag aan achterstallige kosten sedert het wijzen van het vonnis in eerste aanleg, alsmede met een vordering tot nakoming van het bindend advies.
3.1 Het hof oordeelt de vermeerdering van eis als zodanig toelaatbaar, nu daartegen door [geïntimeerden] geen bezwaar is opgeworpen en het hof, mede gelet op het moment waarbij de eisvermeerdering is gedaan, ook ambtshalve geen bezwaren tegen toelating van de vermeerderde eis aanwezig acht.
De omvang van het geding
4. Het hof constateert dat [appellant] geen grieven heeft opgeworpen tegen de toewijzing van de reconventionele vordering tot betaling van achterstallige huurpenningen. In zoverre is [appellant] niet-ontvankelijk in zijn appel.
De beoordeling van de grieven
5. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
6. Het hof onderschrijft de opvatting van de kantonrechter dat, mocht het bindend advies wegens schending van hoor en wederhoor op onjuiste wijze tot stand zijn gekomen, de rechter de opzeggingsgrond voor de huurovereenkomst alsnog zelfstandig dient te toetsen.
7. Vast staat dat [appellant] twee eikenbomen heeft omgehakt die aan [geïntimeerden] toebehoorden. Vast staat ook dat [appellant] deze bomen niet zonder toestemming van [geïntimeerden] mocht omhakken. In deze procedure is voorts niet aangevochten dat het zonder toestemming omhakken van twee bomen op voor [geïntimeerden] een voldoende reden oplevert om de huur rechtsgeldig op te zeggen.
8. De bewijslast dat [geïntimeerden] toestemming hebben verleend tot het omhakken berust bij [appellant]. [appellant] heeft daartoe een aantal schriftelijke verklaringen overlegd. Het hof acht deze evenwel niet toereikend. De in appel overgelegde verklaringen van [moeder] (de moeder van [appellant]) en [naam]melden beide dat zij van [appellant] hadden gehoord dat hij toestemming van [geïntimeerden] zou hebben gekregen tot kap van de bomen en verklaren daarover niet uit eigen wetenschap. De reeds in eerste aanleg overgelegde verklaring van [betrokkene] rept slechts over één boom. Het hof deelt dan ook het oordeel van de kantonrechter over deze verklaring. Een toereikend aanbod om te bewijzen dat [geïntimeerden] toestemming hebben gegeven tot kap van beide bomen ontbreekt.
9. Het betoog van [appellant] dat [geïntimeerden] impliciet toestemming hebben gegeven tot kap van de bomen door niet in te grijpen op het moment dat zij het geluid van een zaag moeten hebben gehoord, wordt door het hof verworpen. Als [geïntimeerden] al het geluid van de zaag hebben gehoord zonder op dat moment direct [appellant] tot de orde te roepen levert dat nog geen toestemming voor het kappen van de bomen op.
10. De grieven zijn vruchteloos voorgesteld.
Ten aanzien van de vermeerde eis
11. [appellant] heeft niet betwist dat hij achterstallige huur en kosten moet betalen, doch hij heeft wel de juistheid van de in rekening gebrachte bedragen betwist.
12. Het hof acht op grond van de in het geding gebrachte bewijsstukken de volgend bedragen door [appellant] verschuldigd, waarbij het hof uitgaat van de gefactureerde bedragen aangezien [appellant] de daarop voorkomende individuele posten onvoldoende heeft betwist.
- huurachterstand tot maart 2008 als toegewezen bij het vonnis van de kantonrechter ad € 702,45
- factuur 2008063 € 1.619,10
- factuur 2008162 € 692,70
- factuur 2008194 € 153,14
totaal facturen € 2.464,94
Het totaal gevorderde bedrag aan huurachterstand, inclusief de reeds door de kantonrechter toegewezen huurachterstand - in de berekening van [geïntimeerden] gesteld op € 621,95 - bedraagt € 2.827,19. Gelet op deze vordering acht het hof, naast het bedrag dat de kantonrechter al reeds had toegewezen, toewijsbaar het gevorderde bedrag van € 2827,19 minus genoemd bedrag van € 621,95, derhalve een bedrag groot € 2.205,24. Dit bedrag is minder dan het totaalbedrag van de in het geding gebrachte facturen.
14. Het hof overweegt voorts dat [geïntimeerden] geen belang hebben bij hun vordering betreffend het bindend advies. Uit dit arrest volgt dat het bindend advies in stand blijft. [geïntimeerden] vorderen slechts een veroordeling tot nakoming van het bindend advies van de Geschillencommissie RECRON. Daartoe is [appellant] evenwel reeds gehouden nu het bindend advies niet wordt vernietigd. [geïntimeerden] vorderen niet dat deze verplichting wordt versterkt met een dwangsom of ontruiming door [appellant].
De slotsom
15. Het hof zal het vonnis waarvan beroep bekrachtigen en voorts [appellant] veroordelen tot betaling van €2.205,24 aan [geïntimeerden] Het hof zal [appellant], als de overwegend in het ongelijk te stellen partij, veroordelen in de kosten van de procedure in hoger beroep, te begroten op 1 punt naar tarief II.
De beslissing
Het gerechtshof:
verklaart [appellant] niet-ontvankelijk voorzover zijn beroep is gericht tegen het in reconventie tussen partijen gewezen vonnis,
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellant] voorts om aan [geïntimeerden] te betalen wegens huurachterstand c.a. de somma van € 2.205,24.
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van [geïntimeerden] tot aan deze uitspraak op € 254,-- aan verschotten en € 894,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter, Kuiper en Fikkers, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van 3 maart 2009 in bijzijn van de griffier.