ECLI:NL:GHLEE:2009:BH5011
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Huurzaak met betrekking tot naamwijziging huurder en respecteren van koopoptie
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een huurgeschil tussen [appellant] en Woonderij B.V. De kern van het geschil betrof de vraag wie als verhuurder en huurder kon worden aangemerkt in het kader van een huurovereenkomst die op 2 november 2000 was gesloten. De kantonrechter had in eerste aanleg geoordeeld dat [appellant] als verhuurder diende te worden aangemerkt, terwijl Woonderij als opvolgend huurder werd beschouwd. Dit oordeel was gebaseerd op de vaststelling dat [appellant] het voorkeursrecht van Woonderij had geschonden door het huurobject niet aan hen aan te bieden voordat hij het aan een derde partij verkocht.
De appellant had in hoger beroep zes grieven ingediend, waarbij hij onder andere betoogde dat de naamwijziging van de huurder niet relevant was en dat hij niet als verhuurder kon worden aangemerkt omdat hij niet de volledige eigendom van het pand bezat. Het hof oordeelde echter dat de naamwijziging van de huurder geen invloed had op de rechtsverhouding en dat het feit dat [appellant] niet 100% eigenaar was van het pand niet betekende dat hij niet als verhuurder kon worden aangemerkt. Het hof bevestigde de eerdere oordelen van de kantonrechter en oordeelde dat de boete die aan [appellant] was opgelegd voor het niet respecteren van het voorkeursrecht van Woonderij terecht was toegewezen.
Het hof bekrachtigde de vonnissen van de rechtbank Groningen en veroordeelde [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep. De uitspraak werd gedaan op 3 maart 2009, waarbij de rechters Mollema, Kuiper en Fikkers betrokken waren. De zaak illustreert de juridische nuances rondom huurrecht en de verplichtingen van verhuurders ten aanzien van hun huurders, vooral in het kader van voorkeursrechten en eigendomsverhoudingen.