2. Met inachtneming van hetgeen hiervoor onder 1 is overwogen, gaat het in deze zaak om het volgende.
2.1. Bij schriftelijke koopovereenkomst van 11 april 2003 heeft [appellante] van [geïntimeerden] een woning te [plaatsnaam] gekocht voor de prijs van € 710.000,-.
Deze koopovereenkomst bevat, voor zover thans van belang, de volgende bepalingen:
"waarborgsom, bankgarantie
Artikel 4
1. Tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen is koper verplicht uiterlijk op 11 april 2003 bij de notaris als waarborgsom een bedrag te storten van vijftienduizend euro (€ 15.000,00) op rekeningnummer 98.81.64.310 bij de Fortis Bank te Nieuwegein ten name van [notaris] & Dijkstra Notarissen te Nieuwegein.
(...)
3. De waarborgsom zal, behoudens ontbinding van deze overeenkomst op grond van een overeengekomen ontbindende voorwaarde en behoudens het in artikel 13 bepaalde, met de koopprijs worden verrekend.
(...)
ingebrekestelling, verzuim, ontbinding en boete
Artikel 13
(...)
3. Wanneer het verzuim betrekking heeft op het meewerken aan de feitelijke en/of juridische levering danwel op de voldoening van de koopprijs, zal de nalatige partij daarnaast ten behoeve van de wederpartij een zonder rechterlijke tussenkomst opeisbare boete verbeuren. De hoogte van deze boete is gelijk aan tien procent van de totale koopprijs. Voor zover de wederpartij meer schade lijdt, heeft hij, naast boete, recht op aanvullende schadevergoeding."
2.2. Op 11 april 2003 is teven een aanvullende overeenkomst, de zogenaamde sleutelverklaring, gesloten krachtens welke [appellante] reeds de beschikking over de woning kreeg vooruitlopend op de eigendomsoverdracht, die ingevolge art. 1 van de koopovereenkomst zou plaatsvinden op 31 augustus 2008 "of zoveel eerder of later als partijen nader zullen overeenkomen". Deze sleutelverklaring bevat, voor zover thans van belang, de volgende bepalingen:
"e. (...)
Indien deze feitelijke teruglevering niet conform de overeenkomst heeft plaatsgevonden, verbeurt koper ten behoeve van verkoper voor elke sedertdien ingegane dag tot aan de dag van ontruiming een onmiddellijk opeisbare boete van vijfhonderd euro (€ 500,00) onverminderd zijn gehoudenheid tot betaling van de boete die hij ingevolge de koopakte door zijn in verzuim zijn in de nakoming van één of meer van zijn hiervoor onder c. omschreven verplichtingen ten behoeve van verkoper verbeurd is.
f. (...)
Koper is, per heden, aan verkoper terzake van deze inbezitstelling een vergoeding verschuldigd van tweeëntwintigduizend euro (€ 22.000,00), zijnde de waarborg ad vijftienduizend euro (€ 15.000,00), alsmede (...)
h. Voor zover daarvan in deze akte niet uitdrukkelijk is afgeweken, blijven de bepalingen van de koopakte, waaronder uitdrukkelijk tevens begrepen de daarin vermelde boetebepalingen, onverminderd van kracht."
2.3. Op instigatie van [geïntimeerden] is de koopovereenkomst ontbonden omdat [appellante] in gebreke bleef met de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst.
2.4. Bij kort-geding-vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Groningen d.d. 14 november 2003 is [appellante] onder meer veroordeeld om binnen 72 uur na betekening van dat vonnis de woning te ontruimen en om als voorschot aan [geïntimeerden] een bedrag van € 40.000,- met wettelijke rente vanaf 3 oktober 2003 te betalen. Het vonnis nog diezelfde dag aan [appellante] betekend.
2.5. [appellante] heeft de woning op 21 november 2003 ontruimd.
2.6. Er is geen hoger beroep ingesteld van het kort-geding-vonnis van 14 november 2003, zodat dit in kracht van gewijsde is gegaan.