ECLI:NL:GHLEE:2009:BH6245

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
17 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002165-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging van politieambtenaren tijdens rechtmatige uitoefening van hun functie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor belediging van twee politieagenten, die hem hadden aangesproken in verband met zijn gedrag in een ziekenhuis. De politierechter had de verdachte een werkstraf van 30 uur opgelegd, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis, en had ook een voorwaardelijke gevangenisstraf ten uitvoer gelegd. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een zwaardere straf van 60 uur werkstraf, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis, en de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte bewezen dat de verdachte op 24 mei 2008 opzettelijk beledigend had gesproken tegen de politieambtenaren, door hen het woord "mongolen" te noemen. Het hof verwierp het verweer van de raadsvrouw dat de tenlastelegging niet kon worden bewezen, en oordeelde dat er sprake was van een kennelijke typefout in het proces-verbaal. De verdachte werd als strafbaar beschouwd, en het hof hield rekening met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder een positieve verandering in zijn leven en zijn huidige werk als scheepschilder.

Uiteindelijk legde het hof een werkstraf op van 60 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 30 dagen, en gelastte de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf in de vorm van een taakstraf. Het hof sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002165-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-754656-08
Arrest van 17 maart 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 29 augustus 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1973] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. B. Klunder, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis alsmede de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf verdachte voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Leeuwarden d.d. 3 september 2007 met dien verstande dat deze straf zal worden omgezet in een werkstraf van 60 uren te vervangen door 30 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 24 mei 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] (beiden) hoofdagent van politie, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid meermalen, in elk geval eenmaal, mondeling heeft toegevoegd de woorden "mongolen", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
(art. 266 lid 1 jo. 267, aanhef en onder 2 Wetboek van Strafrecht)
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 24 mei 2008, te [plaats], opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden hoofdagent van politie, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd het woord "mongolen".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Door de raadsvrouw is ter zitting aangevoerd dat het aan verdachte tenlastegelegd niet kan worden bewezen.
De raadsvrouw voert hiertoe aan dat als pleegdatum in het proces-verbaal van bevindingen nr. 2008053400-4, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2], wordt genoemd 23 april 2008, terwijl is ten laste gelegd de datum
24 mei 2008.
Het hof verwerpt het verweer van de raadsvrouw en overweegt hieromtrent als volgt:
Het proces-verbaal is op 24 mei 2008 gedagtekend. Verdachte is op 24 mei 2008 op heterdaad aangehouden en voorgeleid aan de hulpofficier van justitie. Verdachte is op 24 mei 2008 verhoord. Tevens heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij het hem ten laste gelegde op 24 mei 2008 heeft begaan.
Gezien het bovenstaande moet het er naar het oordeel van het hof voor gehouden worden dat sprake is van een kennelijke typefout in voormeld proces-verbaal van bevindingen en staat deze als zodanig opgevatte misslag de bewezenverklaring van hetgeen is tenlastegelegd niet in de weg.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belediging van ambtenaren gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening nadat verbalisanten hem hadden verzocht het ziekenhuis te verlaten waar verdachte zich tevoren agressief had gedragen. Het aan dergelijke ambtenaren toekomende respect en gezag is hierdoor aangetast.
Het hof heeft tevens in aanmerking genomen het verdachte betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 14 januari 2009, waaruit blijkt dat verdachte eerder ter zake van misdrijven is veroordeeld.
Het hof houdt voorts rekening met de gewijzigde persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze ter terechtzitting van het hof zijn geschetst door verdachte en zijn raadsvrouw. Verdachte heeft het afgelopen jaar een positieve verandering doorgemaakt. Verdachte heeft thans een vaste baan als scheepschilder.
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden zal het hof een werkstraf van kortere duur opleggen dan door de advocaat-generaal is gevorderd.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Leeuwarden d.d. 3 september 2007 is veroordeelde veroordeeld tot een maand voorwaardelijke gevangenisstraf, met een proeftijd van twee jaren. De proeftijd is ingegaan op 18 september 2007. De officier van justitie heeft op 4 juli 2008 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf om reden dat veroordeelde zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Nu gebleken is dat veroordeelde het hiervoor bewezen verklaarde feit heeft begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd, is de vordering in beginsel voor toewijzing vatbaar.
Gelet op de persoonlijke omstandigheden, zoals hiervoor weergegeven, zal het hof de tenuitvoerlegging gelasten van een maand gevangenisstraf, en vervolgens gelasten dat deze maand gevangenisstraf zal worden ten uitvoer gelegd in de vorm van een taakstraf bestaande uit een werkstraf van een daarmee vergelijkbare duur, derhalve een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 22c (oud), 22d, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van dertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast;
gelast (in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Leeuwarden van 3 september 2007) taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van zestig uren met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. L.T. Wemes, voorzitter, mr. S. Zwerwer en mr. J. Slijper-Kuijper, in tegenwoordigheid van G.G. Eisma als griffier, zijnde mrs. Zwerwer en Slijper-Kuijper voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.