Parketnummer: 24-002149-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-651535-08 en 24-001829-05 (tul)
Arrest van 23 maart 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 27 augustus 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1963] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.T. van Dalen, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 60 uur, subsidiair 30 dagen hechtenis. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd dat het hof de vordering tot tenuitvoerlegging zal omzetten in een werkstraf voor de duur van 120 uur, subsidiair 60 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 2 januari 2008, in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, althans éénmaal, met een (stalen/ijzeren) stang (op) die [slachtoffer 1] heeft (in)geslagen, althans slaande bewegingen in de richting van die [slachtoffer 1] heeft gemaakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 2 januari 2008, in de gemeente [gemeente], een persoon, te weten [slachtoffer 1], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend meermalen, althans éénmaal, met een (stalen/ijzeren) stang (op) die [slachtoffer 1] (in)geslagen, althans slaande bewegingen in de richting van die [slachtoffer 1] gemaakt;
2.
hij op of omstreeks 2 januari 2008, in de gemeente [gemeente], een persoon, te weten [slachtoffer 1], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte meermalen, althans éénmaal, (telkens) opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op of omstreeks 2 januari 2008, in de gemeente [gemeente], twee personen, te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend in de richting van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] gelopen, terwijl hij, verdachte, (daarbij) een (stalen/ijzeren) stang omhoog heeft gehouden en/of (daarbij) de woorden toegevoegd: "Weg, oprotten" en/of "Op sodemieteren, wegwezen hier", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Bewezenverklaring
Het hof verklaart ten laste van verdachte bewezen dat
1.
hij op 2 januari 2008, in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, genaamd [slachtoffer 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen met een (stalen/ijzeren) stang (op) die [slachtoffer 1] heeft (in)geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 2 januari 2008, in de gemeente [gemeente], een persoon, te weten [slachtoffer 1], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte meermalen opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik maak je dood";
3.
hij op 2 januari 2008, in de gemeente [gemeente], twee personen, te weten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], heeft bedreigd met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend in de richting van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] gelopen, terwijl hij, verdachte, (daarbij) een (stalen/ijzeren) stang omhoog heeft gehouden en (daarbij) de woorden toegevoegd: "Weg, oprotten" en/of "Op sodemieteren, wegwezen hier".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
feit 1 primair:
poging tot zware mishandeling;
feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 3:
bedreiging met zware mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft gelet op de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte. Het hof heeft hierbij in het bijzonder het navolgende in beschouwing genomen.
Verdachte bewoont als kraker een pand in [plaats]. Op de ochtend van 2 januari 2008 wordt dit pand ontruimd. Verdachte is hiervan niet op de hoogte. Als verdachte later op die dag bij het pand komt, er mensen ziet rondlopen en ziet dat zijn spullen zijn verdwenen, gaat hij door het lint. Verdachte wordt verbaal erg agressief, raapt een ijzeren stang op van de grond en begint in te slaan op [slachtoffer 1], de eigenaar van het pand. Deze kan zich verdedigen met een schep. Terwijl verdachte op [slachtoffer 1] inslaat, roept hij: "Ik maak je dood". Vervolgens loopt verdachte, de ijzeren stang omhoog houdend, naar de twee andere aanwezigen toe en zegt hun dat ze op moeten rotten. Verdachte heeft door zijn agressieve handelwijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer 1]. Bovendien heeft hij bij [slachtoffer 1] en de andere aanwezigen gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf tevens rekening gehouden met het de verdachte betreffende Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 23 december 2008, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder ter zake van soortgelijke feiten is veroordeeld.
Het hof heeft tevens in aanmerking genomen de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze door hem en zijn raadsman ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht.
De door verdachte gepleegde feiten zijn zodanig ernstig dat in beginsel een gevangenisstraf passend en geboden is. Gelet echter op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, acht het hof in de onderhavige zaak een werkstraf van na te melden duur, zoals ook door de advocaat-generaal is gevorderd en door de politierechter is opgelegd, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging
Bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden d.d. 12 april 2006 is veroordeelde veroordeeld tot (onder meer) een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 27 april 2006. De proeftijd is ook op die datum ingegaan. De officier van justitie heeft op 11 juni 2008 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, ten aanzien waarvan bij voormeld arrest bevel was gegeven, dat deze voorwaardelijk niet zou worden tenuitvoergelegd, omdat veroordeelde zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan de tenlastegelegde feiten.
Nu gebleken is dat veroordeelde het bewezenverklaarde feit heeft begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van voormelde straf, met dien verstande dat het hof deze straf zal omzetten in een werkstraf van na te noemen duur, zoals ook door de politierechter is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 22c (oud), 22d, 45, 57 (oud), 285 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van zestig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast;
gelast (in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van van 12 april 2006) taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van honderdtwintig uren met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zestig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. W.P.M. ter Berg en mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van mr. W. Landstra als griffier, zijnde mr. Wiarda voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.