ECLI:NL:GHLEE:2009:BH7403

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
23 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001739-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor overtreding van de Opiumwet met betrekking tot hennepteelt

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1951 en woonachtig te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor het telen van hennep, wat in strijd is met artikel 3 van de Opiumwet. De politierechter had de verdachte een geldboete opgelegd, waartegen de verdachte in hoger beroep ging. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een geldboete van 520 euro, subsidiair 10 dagen hechtenis, met de mogelijkheid tot betaling in termijnen.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet door hennepplanten te telen in zijn woning. Het hof heeft de ernst van de feiten en de gevolgen voor de volksgezondheid in overweging genomen. De verdachte heeft erkend dat hij inzicht heeft gekregen in de maatschappelijke onwenselijkheid van zijn handelen. Het hof heeft ook rekening gehouden met het uittreksel uit de Justitiële Documentatie, waaruit bleek dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor een soortgelijk feit.

Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een geldboete van 440 euro, met de mogelijkheid tot betaling in vier maandelijkse termijnen van 110 euro. Daarnaast is vervangende hechtenis voor de duur van acht dagen opgelegd indien de betaling niet plaatsvindt. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001739-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-840224-07
Arrest van 23 maart 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 20 juni 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1951] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van 520 euro, subsidiair 10 dagen hechtenis, waarbij er geen bezwaar bestaat tegen betaling in termijnen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
verdachte in of omstreeks de periode van 25 oktboer 2007 tot en me 30 oktober 2007, in elk geval op of omstreeks 30 oktober 2007, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in zijn woning aan de [adres], aldaar) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 199,5 gram hennep en/of ongeveer 8, althans een aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Het hof beschouwt het in de eerste zin van de tenlastelegging vermelde '25 oktboer 2007 tot en me 30 oktober 2007' als een kennelijke misslag en leest dit verbeterd als '25 oktober 2007 tot en met 30 oktober 2007'. Hierdoor wordt verdachte niet in enig belang geschaad.
Bewezenverklaring
Het hof verklaart ten laste van verdachte bewezen dat
verdachte in de periode van 25 oktober 2007 tot en met 30 oktober 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt (in zijn woning aan de [adres], aldaar) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 199,5 gram hennep en ongeveer 8 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft gelet op de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is gepleegd en de persoon van verdachte. Het hof heeft hierbij in het bijzonder het navolgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het overtreden van de Opiumwet door in zijn woning hennepplanten te telen. Door aldus te handelen heeft verdachte de volksgezondheid in gevaar gebracht. Het gebruik van de op lijst II van de Opiumwet voorkomende middelen - de hennepproducten - brengt risico's mee voor de gezondheid van onder meer jonge gebruikers en veroorzaakt mede daardoor schade van velerlei aard in de samenleving. Verdachte heeft daaraan door zijn handelen bijgedragen.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf tevens rekening gehouden met het de verdachte betreffende Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 23 december 2008, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake van een soortgelijk feit.
Het hof heeft tevens in aanmerking genomen de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze door hem ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht.
Het hof is van oordeel dat in de onderhavige zaak - gelet op de omstandigheden van het geval en de persoonlijke omstandigheden van verdachte - een geldboete, zoals ook door de advocaat-generaal is gevorderd en door de politierechter is opgelegd, passend en geboden is. Het hof ziet aanleiding een iets lagere geldboete op te leggen dan door de advocaat-generaal is gevorderd en door de politierechter is opgelegd, gelet op de verklaring van de verdachte ter terechtzitting van het hof waaruit blijkt dat hij thans inzicht heeft in de maatschappelijke onwenselijkheid van hennepteelt met een omvang als die welke bewezen is verklaard.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 23 (oud), 24 (oud), 24a (oud) en 24c (oud) van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van vierhonderdveertig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van acht dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in vier opeenvolgende maandelijkse termijnen elk groot honderdtien euro.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W.P.M. ter Berg, voorzitter, mr. J. Hielkema en mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van mr. W. Landstra als griffier, zijnde mr. Wiarda voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.