ECLI:NL:GHLEE:2009:BI1148

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
15 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000584-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor overtreding van de gezondheids- en welzijnswet voor dieren met betrekking tot identificatie en registratie van runderen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 15 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1971 en woonachtig te [woonplaats], werd beschuldigd van het meermalen opzettelijk overtreden van een voorschrift gesteld krachtens artikel 96 van de gezondheids- en welzijnswet voor dieren. De tenlastelegging betrof het houden van runderen zonder de vereiste identificatie en registratie, wat in strijd is met de Regeling identificatie en registratie van dieren. De verdachte had op 4 mei 2007 in de gemeente [gemeente] achttien runderen gehouden die niet voorzien waren van de voorgeschreven oormerken.

De economische politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 240,-, met een proeftijd van twee jaar. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een geldboete van € 570,-, subsidiair te vervangen door 11 dagen hechtenis, en de tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde geldboete. Het hof verleende verstek tegen de niet verschenen verdachte en oordeelde dat het vonnis van de eerste aanleg vernietigd moest worden.

Het hof achtte bewezen dat de verdachte opzettelijk de runderen had gehouden zonder de vereiste identificatie, en oordeelde dat de verdachte strafbaar was. De opgelegde straf werd gemotiveerd op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren begaan. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 540,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien niet aan de betalingsverplichting werd voldaan. Tevens werd de tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde voorwaardelijke straf gelast. Het hof concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een overtreding die in het belang van de bestrijding van besmettelijke ziekten onder dieren was.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000584-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-992458-07
Arrest van 15 april 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, economische kamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 19 februari 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van € 570,--, subsidiair te vervangen door 11 dagen vervangende hechtenis. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging zal worden toegewezen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 04 mei 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], al dan niet opzettelijk, één of meer runderen (herleidbaar naar de ID-codes NL 191157303, NL 235569161,
NL 256969933, NL 256970238, NL 275270450, NL 275270498, NL 275270544,
NL 297870993, NL 297871150, NL 393800894, NL 422201133, NL 442601872,
NL 191156968, NL 297871244, NL 346272109, NL 346272116, NL 357374740,
NL 368675832 en/of NL 368675870) heeft gehouden, (zulks) terwijl dat rund/die runderen niet overeenkomstig de "Regeling identificatie en registratie van dieren" was/waren geïdentificeerd en/of geregistreerd, immers was/waren dat rund/die runderen niet voorzien van de vereiste en voorgeschreven twee oormerken.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat:
hij op 04 mei 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk, runderen (herleidbaar naar de ID-codes NL 191157303, NL 235569161, NL 256969933, NL 256970238,
NL 275270450, NL 275270498, NL 275270544, NL 297870993, NL 297871150,
NL 393800894, NL 422201133, NL 442601872, NL 191156968, NL 297871244,
NL 346272109, NL 346272116, NL 368675832 en NL 368675870) heeft gehouden, zulks terwijl die runderen niet overeenkomstig de "Regeling identificatie en registratie van dieren" waren geïdentificeerd, immers waren die runderen niet voorzien van de vereiste en voorgeschreven twee oormerken.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 96 van de gezondheids- en welzijnswet voor dieren, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich als houder van runderen op 4 mei 2007 schuldig gemaakt aan overtreding van de Regeling identificatie en registratie voor dieren. Hij heeft achttien runderen in strijd met die Regeling opzettelijk niet binnen 10 werkdagen nadat hij het verlies van oormerken bij de runderen had geconstateerd hermerkt. Verdachte heeft hierdoor een regeling overtreden die tot stand is gekomen in het belang van de bestrijding van besmettelijke ziekten onder dieren.
Voorts heeft het hof acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 januari 2009, waaruit is gebleken dat verdachte eerder wegens een soortgelijk strafbare feit is veroordeeld.
Gelet op het vorenstaande acht het hof oplegging van een geldboete van na te melden hoogte een passende bestraffing.
Motivering van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging
Bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden van 9 november 2006, is verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 240,--, subsidiair te vervangen door 4 dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaar. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld arrest onherroepelijk geworden op 24 november 2006.
De proeftijd is eveneens ingegaan op 24 november 2006. De officier van justitie heeft op 30 januari 2008 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde geldboete.
Nu gebleken is dat verdachte de hiervoor bewezenverklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de bij voormeld arrest gestelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van voormelde straf.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 23 (oud), 24 (oud), 24c (oud) en 57 (oud) van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1 (oud), 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 96 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, artikel 3 van Besluit identificatie en registratie van dieren en artikel 39 van de Regeling identificatie en registratie van dieren.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van vijfhonderdveertig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden van 9 november 2006 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten:
een geldboete van tweehonderdveertig euro, met bevel voor het geval dat noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van vier dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. S. Zwerwer en mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier.