ECLI:NL:GHLEE:2009:BI1405
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. de Hek
- Rechtspraak.nl
Vordering indeplaatsstelling bij huur bedrijfsruimte in verband met bedrijfsoverdracht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, hebben appellanten [appellant 1] en [appellant 2] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank. De zaak betreft een vordering tot indeplaatsstelling bij huur van bedrijfsruimte, waarbij de belangen van de huidige huurder, DeeWee Fashion B.V., en de appellanten tegen elkaar zijn afgewogen. Het hof heeft op 31 maart 2009 arrest gewezen, waarbij het vonnis van de rechtbank werd bekrachtigd.
DeeWee had een franchiseovereenkomst met Cecil Modehandel B.V. en wilde deze overeenkomst overdragen aan de appellanten. Het hof constateerde dat de discussie over de franchiseovereenkomst en de mogelijke overname door de appellanten niet voldoende was afgerond. De franchiseovereenkomst stelde strenge eisen aan de nieuwe huurder, en het hof oordeelde dat de appellanten niet voldeden aan de criteria die door Cecil waren gesteld.
Het hof oordeelde dat de belangen van DeeWee bij de indeplaatsstelling zwaarder wogen dan het belang van de appellanten om zelf een nieuwe huurder te kiezen. De appellanten hadden niet aangetoond dat zij een geschikte opvolger konden vinden die aan de eisen van Cecil voldeed. Het hof concludeerde dat de vordering van DeeWee moest worden gehonoreerd, en dat de appellanten in de kosten van het geding in hoger beroep moesten worden veroordeeld.
De uitspraak benadrukt het belang van de belangenafweging in huurkwesties, vooral in het kader van franchiseovereenkomsten, en bevestigt dat een huurder niet zomaar kan overgaan tot overdracht van huurrechten zonder toestemming van de verhuurder.