ECLI:NL:GHLEE:2009:BI2751
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het meermalen opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1976, werd beschuldigd van het meermalen opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, specifiek het buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, amfetamine, hasjiesj en hennep. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, waartegen hij in hoger beroep ging. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal een voorwaardelijke gevangenisstraf van twaalf maanden en een werkstraf van 240 uren geëist. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, ondanks zijn verweer dat hij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van harddrugs in de door hem vervoerde pakketten. Het hof overwoog dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans had aanvaard dat hij ook harddrugs vervoerde. De bewezenverklaring leidde tot de conclusie dat de verdachte strafbaar was, en het hof legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van twaalf maanden op, met een proeftijd van twee jaren, en een werkstraf van 240 uren, subsidiair te vervangen door 120 dagen hechtenis. Het hof hield rekening met de gewijzigde persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die aangaf zijn leven te hebben gebeterd en inmiddels een betaalde baan had.