ECLI:NL:GHLEE:2009:BI3167

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
6 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001385-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met voorwaardelijke gevangenisstraf en werkstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 6 mei 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1966 en wonende te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor mishandeling, meermalen gepleegd, en had een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken en een werkstraf van 40 uren opgelegd gekregen. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend tegen deze veroordeling.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte opnieuw zou veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken en een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de nacht van 8 op 9 september 2007 meermalen opzettelijk een persoon, te weten [slachtoffer], heeft mishandeld. Dit gebeurde door de [slachtoffer] met kracht te stoten, vast te pakken en te slaan, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.

Het hof heeft de verdachte strafbaar geacht en geen strafuitsluitingsgronden aanwezig geacht. Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft ook gekeken naar eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke feiten. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken en een werkstraf van 40 uren, met de waarschuwing dat bij niet-naleving vervangende hechtenis kan worden opgelegd.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001385-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-753177-08
Arrest van 6 mei 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 14 mei 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1966] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.J. de Vries, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaren en een werkstraf van 40 uren subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de nacht van 8 september 2007 op 9 september 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], (meermalen) opzettelijk een persoon (te weten [slachtoffer]) heeft mishandeld, immers heeft hij, verdachte
- (met kracht) met zijn, verdachtes, elleboog tegen de borst van voornoemde [slachtoffer] gestoten/geslagen en/of
- voornoemde [slachtoffer] bij zijn lichaam (vast)gepakt en/of (vervolgens) (met kracht) met een arm om zijn nek (vast)geklemd en/of
- (met kracht) in/tegen het gezicht, althans tegen het hoofd, van voornoemde [slachtoffer] geslagen,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de nacht van 8 september 2007 op 9 september 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], meermalen opzettelijk een persoon (te weten [slachtoffer]) heeft mishandeld, immers heeft hij, verdachte
- met kracht met zijn, verdachtes, elleboog tegen de borst van voornoemde [slachtoffer] gestoten/geslagen en
- voornoemde [slachtoffer] bij zijn lichaam vastgepakt en met kracht met een arm om zijn nek vastgeklemd en
- met kracht tegen het gezicht van voornoemde [slachtoffer] geslagen,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straffen gelet op de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in de nacht van 8 op 9 september 2007 meermalen schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer]. Door zijn handelen heeft verdachte pijn en/of letsel bij het slachtoffer veroorzaakt en de lichamelijke integriteit van het slachtoffer aangetast.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel uit het Justitiële Documentatieregister d.d. 14 januari 2009 - tweemaal een transactie heeft voldaan ter zake van mishandeling. Dit heeft hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw in dezelfde fout te vervallen.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de - door de rechter in eerste aanleg opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde - werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden aantal uren respectievelijk duur dient te worden opgelegd. De voorwaardelijke straf dient tevens als stok achter de deur, teneinde te voorkomen dat verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c (oud), 22d, 57 (oud) en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee weken;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van veertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van twintig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Dam, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier, zijnde mr. Dam voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.