ECLI:NL:GHLEE:2009:BI3584

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
12 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
000231-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Beswerda
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte kosten in strafzaak

Op 12 mei 2009 heeft het Gerechtshof Leeuwarden een beschikking gegeven in een verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoek werd ingediend door een verzoeker, geboren in 1948, die domicilie had gekozen te Heerenveen. De verzoeker vroeg om een vergoeding van € 4.270,49 voor gemaakte kosten en geleden schade in een strafzaak die tegen hem aanhangig was geweest. De behandeling van het verzoek vond plaats in openbare raadkamer op 28 april 2009, waarbij de advocaat-generaal werd gehoord. De verzoeker en zijn advocaat waren niet verschenen, omdat het hof het verzoek voldoende gemotiveerd achtte.

Het hof heeft vastgesteld dat er een strafzaak tegen de verzoeker was, die in eerste aanleg onder parketnummer 17-992113-06 door de economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden was behandeld. In hoger beroep was deze zaak behandeld onder parketnummer 24-000518-07, waarbij het hof op 22 februari 2008 uitspraak deed. Het arrest van het hof werd onherroepelijk op 22 maart 2008. De strafzaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel, en zonder toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.

De verzoeker had zijn verzoek tijdig en op de juiste wijze ingediend. In het verzoekschrift werd aangegeven dat de verzoeker kosten had gemaakt, waaronder € 3.995,49 voor de kosten van zijn raadsvrouw en € 275,00 voor de kosten van het verzoek. Het hof oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om de verzoeker de gevraagde vergoeding toe te kennen. Uiteindelijk werd aan de verzoeker een vergoeding van € 4.270,49 toegekend, die door middel van overmaking op een bankrekening van zijn advocaat moest worden voldaan.

Uitspraak

GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Rekestnummer: 231-08
Parketnummer hoger beroep: 24-000518-07
Parketnummer eerste aanleg: 17-992113-06
Beschikking d.d. 12 mei 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, enkelvoudige economische raadkamer, op het verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering van:
[verzoeker]l,
geboren op [1948] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
te dezer zake domicilie kiezende te Heerenveen, K.R. Poststraat 91,
ter kantore van zijn advocaat, mr. D. van den Broek.
Mr. Van den Broek voornoemd is ingelicht omtrent de behandeling van het verzoekschrift ter openbare raadkamer van het gerechtshof van 28 april 2009. Hierbij is meegedeeld dat hun verschijnen niet vereist is omdat het verzoek voldoende gemotiveerd is. Verzoeker en zijn advocaat zijn niet in openbare raadkamer verschenen.
Het verzoek
Verzoeker vraagt vergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte kosten en/of geleden schade in een strafzaak tegen verzoeker ten bedrage van € 4.270,49, zoals nader in het verzoekschrift aangegeven.
De behandeling in raadkamer
Het hof heeft in openbare raadkamer van 28 april 2009 gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de strafzaak betrekking hebbende stukken. Het hof heeft voorts de advocaat-generaal gehoord.
De beoordeling van het verzoek
Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het hof het navolgende gebleken:
- tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder parketnummer 17-992113-06 door de economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden en vervolgens in hoger beroep onder parketnummer 24-000518-07 door de economische kamer van dit hof op 22 februari 2008;
- het arrest van het hof van 7 maart 2008 is onherroepelijk geworden op 22 maart 2008;
- de strafzaak tegen verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht;
- verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend;
- verzoeker heeft in het verzoekschrift aangevoerd dat hij tengevolge van de strafzaak kosten heeft gemaakt, te weten:
a. kosten raadsvrouw € 3.995,49
b. kosten verzoek € 275,00
Totaal € 4.270,49
Het hof acht gronden van billijkheid aanwezig om verzoeker de navolgende vergoeding toe te kennen:
a. kosten raadsvrouw € 3.995,49
b. kosten verzoekschrift overeenkomstig de terzake de geldende
landelijke richtlijnen. € 275,00
Totaal:
€ 4.270,49
Beslissing
kent aan verzoeker [verzoeker]l toe een vergoeding uit 's Rijks kas ten bedrage van € 4.270,49;
wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gewezen en ondertekend door mr. Beswerda en mede ondertekend door de griffier.
griffier mr. Beswerda
Mr. Beswerda beveelt de tenuitvoerlegging ten aanzien van dit bedrag door overmaking van dat bedrag op bankrekening nr. [rekeningnummer] ten name van Advocatenkantoor Groenewegen & Brink te Heerenveen onder vermelding van dossiernummer [nummer].
Mr. Beswerda