ECLI:NL:GHLEE:2009:BI3584
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Beswerda
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte kosten in strafzaak
Op 12 mei 2009 heeft het Gerechtshof Leeuwarden een beschikking gegeven in een verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. Het verzoek werd ingediend door een verzoeker, geboren in 1948, die domicilie had gekozen te Heerenveen. De verzoeker vroeg om een vergoeding van € 4.270,49 voor gemaakte kosten en geleden schade in een strafzaak die tegen hem aanhangig was geweest. De behandeling van het verzoek vond plaats in openbare raadkamer op 28 april 2009, waarbij de advocaat-generaal werd gehoord. De verzoeker en zijn advocaat waren niet verschenen, omdat het hof het verzoek voldoende gemotiveerd achtte.
Het hof heeft vastgesteld dat er een strafzaak tegen de verzoeker was, die in eerste aanleg onder parketnummer 17-992113-06 door de economische politierechter in de rechtbank Leeuwarden was behandeld. In hoger beroep was deze zaak behandeld onder parketnummer 24-000518-07, waarbij het hof op 22 februari 2008 uitspraak deed. Het arrest van het hof werd onherroepelijk op 22 maart 2008. De strafzaak eindigde zonder oplegging van straf of maatregel, en zonder toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
De verzoeker had zijn verzoek tijdig en op de juiste wijze ingediend. In het verzoekschrift werd aangegeven dat de verzoeker kosten had gemaakt, waaronder € 3.995,49 voor de kosten van zijn raadsvrouw en € 275,00 voor de kosten van het verzoek. Het hof oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om de verzoeker de gevraagde vergoeding toe te kennen. Uiteindelijk werd aan de verzoeker een vergoeding van € 4.270,49 toegekend, die door middel van overmaking op een bankrekening van zijn advocaat moest worden voldaan.