ECLI:NL:GHLEE:2009:BI4189
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Mollema, voorzitter
- Kuiper, raadsheer
- Fikkers, raadsheer
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake vordering tussen uitzendbureau's
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Assen, waarin de vorderingen van [appellant] zijn afgewezen. De zaak betreft een geschil tussen uitzendbureau's, waarbij [appellant] vorderingen heeft ingesteld tegen W.W. Personeelsdiensten B.V. De rechtbank had eerder in drie vonnissen, gedateerd op 8 september 2004, 1 februari 2006 en 20 september 2006, geoordeeld dat [appellant] niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn vorderingen.
[Appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 20 september 2006, waarbij hij verzocht om vernietiging van dit vonnis en toewijzing van zijn vorderingen. In het hoger beroep heeft [appellant] vijf grieven ingediend, waarbij hij onder andere aanvoert dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij niet in staat was het bewijs te leveren dat hij vorderingen had op Personeelsdiensten.
Het hof heeft vastgesteld dat de appeldagvaarding zich richtte tegen het vonnis van 20 september 2006, maar dat [appellant] ook grieven heeft ontwikkeld tegen het vonnis van 1 februari 2006. Het hof heeft geoordeeld dat het appel ook het vonnis van 1 februari 2006 omvat.
De grieven van [appellant] zijn onder andere gericht tegen de bewijsopdracht die de rechtbank aan hem had gegeven en de conclusie dat hij niet in staat was het bewijs te leveren. Het hof heeft geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat [appellant] niet voldoende bewijs heeft geleverd en dat de grieven van [appellant] derhalve falen.
Uiteindelijk heeft het hof de vonnissen van de rechtbank Assen bekrachtigd en [appellant] veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep.