ECLI:NL:GHLEE:2009:BI4780
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- M. de Bock
- A. Breemhaar
- J. van de Veen
- Rechtspraak.nl
Huwelijksvermogenrecht en voorschot op afrekening op basis van huwelijkse voorwaarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep in een kort geding met betrekking tot huwelijkse voorwaarden. De appellant, een vrouw, had in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen haar ex-echtgenoot, de geïntimeerde, om een voorschot van € 100.000,-- te ontvangen op de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden. De voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden had deze vordering afgewezen, wat de appellant noopte om in hoger beroep te gaan. De appellant stelde dat zij in een financiële noodsituatie verkeerde, mede door de zorg voor de kinderen en het ontbreken van kinderalimentatie. Ze voerde aan dat haar ex-echtgenoot een aanzienlijk vermogen had, dat hij niet wilde delen. De geïntimeerde betwistte de financiële nood van de appellant en stelde dat zij in staat was om zelf in haar levensonderhoud te voorzien.
Het hof oordeelde dat de appellant niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een spoedeisend belang en dat zij niet had aangetoond dat zij recht had op het gevorderde bedrag. Het hof wees erop dat de appellant geen bewijs had geleverd van haar financiële situatie en dat er veel onduidelijkheid bestond over de waarde van de onderneming van de geïntimeerde. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en bepaalde dat iedere partij de eigen kosten van het geding in hoger beroep diende te dragen. De zaak benadrukt de noodzaak voor de eisende partij om voldoende feiten en omstandigheden aan te tonen die een spoedeisend belang rechtvaardigen in kort geding procedures.