ECLI:NL:GHLEE:2009:BI5014
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. de Hek
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van hoger beroep in civiele zaken en ontvankelijkheid van de appellante
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep ingesteld door de maatschap PlasBossinade Advocaten en Notarissen tegen een vonnis van de rechtbank Assen, sector kanton, dat op 20 januari 2009 was uitgesproken. De zaak betrof een vordering van PlasBossinade, die in eerste aanleg als eiseres was opgetreden. De rechtbank had zich onbevoegd verklaard om van de zaak kennis te nemen, wat PlasBossinade in hoger beroep aanvecht. De appellante stelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld over haar bevoegdheid, maar het hof oordeelde dat de vordering niet meer dan € 1750,00 bedroeg. Dit leidde tot de conclusie dat PlasBossinade op grond van artikel 332 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) niet ontvankelijk was in haar hoger beroep. Het hof verwees naar vaste rechtspraak van de Hoge Raad, waarin werd gesteld dat de uitsluiting van hoger beroep in dergelijke gevallen niet doorbroken kan worden door de doorbrekingsgronden die in andere situaties zijn ontwikkeld. Het hof oordeelde dat cassatie de aangewezen weg was voor PlasBossinade, en dat er geen reden was om haar ontvankelijk te achten. Het hof kwam derhalve niet toe aan de behandeling van de grieven van PlasBossinade en verklaarde haar niet-ontvankelijk in het hoger beroep. Tevens werd PlasBossinade veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde op nihil werden begroot.