ECLI:NL:GHLEE:2009:BI8721

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
18 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000593-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Sekeris
  • A. Wachter
  • M. Roes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens diefstal zonder bewezen oogmerk

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 18 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor een misdrijf, maar heeft hoger beroep aangetekend. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, en de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf van vier maanden. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet schuldig is aan de diefstal die hem ten laste was gelegd.

De tenlastelegging betrof de diefstal van babykleertjes en een slaapzak uit een winkelpand, gepleegd op of omstreeks 2 oktober 2007. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om te concluderen dat de verdachte de goederen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen. Hierdoor heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging.

Daarnaast heeft het hof de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf afgewezen, omdat de verdachte niet werd veroordeeld voor de diefstal. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000593-08
Parketnummers eerste aanleg: 17-841808-07 en 18-670388-05 (tul)
Arrest van 18 juni 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 26 februari 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1965] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.C. Keuning, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, en de tenuitvoerlegging zal gelasten van de vier maanden gevangenisstraf, de verdachte voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen d.d. 6 november 2006.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 2 oktober 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (winkel)pand, gelegen aan of bij de [straat] aldaar, heeft weggenomen een hoeveelheid babykleertjes en/of een (baby)slaapzak, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het (winkel)bedrijf [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van verdachte tot gevangenisstraf wegens diefstal in kracht van gewijsde is gegaan.
Vrijspraak
Het hof heeft op grond van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde goederen heeft weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening als bedoeld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. Derhalve acht het hof niet bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Tenuitvoerlegging
Het hof zal de vordering van de officier van justitie d.d. 10 januari 2008 tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, de verdachte voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen d.d. 6 november 2006 afwijzen, aangezien verdachte niet wordt veroordeeld ter zake van het hem als voormeld ten laste gelegde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Groningen van 6 november 2006.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. Sekeris, voorzitter, mr. Wachter en mr. Roes, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier, zijnde mr. Roes voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.