Parketnummer: 24-002367-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-682013-08
Arrest van 19 juni 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 18 september 2008 in de oorspronkelijk onder de parketnummers 17-682013-08, 17-675092-08, 17-675616-08 en 17-675856-08, afzonderlijk aangebrachte, maar ter terechtzitting in eerste aanleg gevoegde strafzaken, tegen:
[verdachte],
geboren op [1993] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in RIJ de Doggershoek, Den Helder te Den Helder,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. B. Klunder, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis, in de gevoegde zaken, wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, aan hem een PIJ-maatregel en schadevergoedingsmaatregelen opgelegd en heeft voorts beslist op vorderingen van de benadeelde partijen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/682013-08, en het onder 1., 2. primair, 3. en 4. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675092-08, en het onder 1. primair, 2. primair, 3. primair en 4. ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675616-08, en het onder 1. subsidiair, 2. subsidiair en 3. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675856-08 zal veroordelen tot 12 maanden jeugddetentie, alsmede een voorwaardelijke plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, met als bijzondere voorwaarde de maatregel hulp en steun. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [benadeelde 3] zal toewijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk zal verklaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
De officier van justitie heeft een vordering ingediend tot wijziging van de tenlastelegging betreffende feit 2. primair in de zaak met parketnummer 17/675092-08, welke wijziging de eerste rechter heeft toegelaten. Aan verdachte is, met inachtneming van deze wijziging, ten laste gelegd dat:
parketnummer 17/682013-08
hij op of omstreeks 14 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], van het leven te beroven, met dat opzet (met kracht) (meerdere malen) die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] met (een) kettingslot(en) en/of met (een) fles(sen) en/of met (een) honkbalknuppel(s) op en/of tegen het (achter)hoofd en/of in en/of tegen het gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam (op de rug en/of het (linker) oog en/of de schouder en/of het been), heeft geslagen, en/of (met kracht) (meerdere malen) die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] (met geschoeide voet(en)) in/op en/of tegen het hoofd/gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 14 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (met kracht) (meerdere malen) die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] met (een) kettingslot(en) en/of met (een) fles(sen) en/of met (een)honkbalknuppel(s) en/of met de vuist(en) op en/of tegen het (achter)hoofd en/of in en/of tegen het gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam (de rug en/of het (linker) oog en/of de schouder en/of het been), heeft geslagen en/of (met kracht) (meerdere malen) die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] (met geschoeide voet(en)) in/op en/of tegen het hoofd/gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 14 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, het Potmargepaad, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], welk geweld bestond uit het (met kracht) (meerdere malen) met (een) kettingslot(en) en/of met (een) fles(sen) en/of met (een) honkbalknuppel(s) en/of met de vuist(en) slaan op en/of tegen het (achter)hoofd en/of in en/of tegen het gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam (de rug en/of het (linker) oog en/of de schouder en/of het been) van die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], en/of het (met kracht) (meerdere malen) (met geschoeide voet(en)) schoppen in/op en/of tegen het hoofd/gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam van die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], waarbij hij, verdachte, (meerdere malen) die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] met een kettingslot en/of met zijn vuist(en) heeft geslagen en/of (met zijn geschoeide voet(en)) heeft geschopt, en welk door hem gepleegd geweld enig lichamelijk letsel ((een) (diverse) hoofdwond(en)) voor die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] ten gevolge heeft gehad;
meest subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 14 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2]) (met kracht) (meerdere malen) met (een) kettingslot(en) en/of met (een) fles(sen) en/of met (een) honkbalknuppel(s) en/of met (de) vuist(en) op en/of tegen het (achter)hoofd en/of in en/of tegen het gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam (de rug en/of het (linker) oog en/of de schouder en/of het been), heeft geslagen en/of (met kracht) (meerdere malen) (met geschoeide voet(en)) in/op en/of tegen het hoofd/gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geschopt, waardoor voornoemde [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
parketnummer 17/675092-08
1.
hij op of omstreeks 15 september 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]), (een of meerdere malen) (met kracht en/of met zijn (tot) vuist (gebalde hand)) in/tegen het gezicht/hoofd heeft geslagen en/of geduwd, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 22 september 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven met opzet met kracht met zijn geschoeide voet tegen het hoofd van [slachtoffer 2] heeft geschopt terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag en de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 22 september 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 2]), (met kracht en/of met zijn (tot) vuist (gebalde hand)) op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of heeft laten struikelen/onderuit heeft gehaald en/of (vervolgens) (met kracht en/of met zijn geschoeide voet) op/tegen het hoofd heeft geschopt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
3.
hij op of omstreeks 26 februari 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 3]), met zijn (linker)arm om de keel heeft gegrepen en/of (met kracht en/of met zijn (tot) vuist (gebalde hand)) in/op/tegen het gezicht/hoofd (op de (rechter)wang) heeft geslagen en/of (met kracht) tegen de borst/het lichaam heeft geduwd, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
4.
hij op of omstreeks 12 september 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straat 1] en/of [straat 2], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], welk geweld bestond uit het (meermalen) schoppen en/of slaan van die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], waarbij hij, verdachte, die [slachtoffer 5] (meermalen en/of met kracht en/of met zijn (tot) vuist (gebalde hand)) in/tegen het gezicht (onder de neus) heeft geslagen, en welk door hem gepleegd geweld enig lichamelijk letsel (een zwelling onder de neus en/of een lichte kneuzing) voor [slachtoffer 5] ten gevolge heeft gehad;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 12 september 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (meermalen) opzettelijk mishandelend (telkens) een persoon (te weten [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5]) (meermalen) (met kracht en/of met (de) vuist(en)) in/tegen het gezicht heeft/hebben geslagen en/of (meermalen) (met kracht en/of met (de) (geschoeide) voet(en)) in/tegen de rug en/of tegen het/de be(e)n(en) heeft/hebben geschopt, waardoor voornoemde [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] letsel heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden;
meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 12 september 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 5]), (meermalen) (met kracht en/of met zijn (tot) vuist (gebalde hand)) in/tegen het gezicht (onder de neus) heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
parketnummer 17/675616-08
1.
hij op of omstreeks 25 februari 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten in de [straat 3], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 6] en/of [benadeelde 3] en/of [slachtoffer 7], welk geweld bestond uit
- het (met kracht) geven van een kopstoot aan en/of het (met kracht) stompen/slaan en/of duwen op/tegen het hoofd en/of (tegen) een schouder en/of (elders) op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 6] en/of
- het (met kracht) trappen/schoppen in/tegen de rug en/of (tegen) een (boven)been en/of (elders) op/tegen het lichaam en/of het(met kracht) slaan en/of stompen en/of duwen op/tegen het hoofd en/of in de nek en/of (elders) op/tegen het lichaam van die [benadeelde 3] en/of
- het (met kracht) geven van een kopstoot aan die [slachtoffer 7];
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 25 februari 2008 te [plaats], tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade mishandelend, althans opzettelijk mishandelend, een persoon, genaamd [slachtoffer 6] en/of [benadeelde 3] en/of [slachtoffer 7], opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk
[- (t.a.v.) die [slachtoffer 6] -] (met kracht) een kopstoot heeft gegeven en/of (met kracht) op/tegen het hoofd en/of (tegen) een schouder en/of (elders) op/tegen het lichaam heeft geslagen/gestompt en/of geduwd en/of
[- (t.a.v.) die [benadeelde 3] -] (met kracht) in/tegen de rug en/of (tegen) een (boven)been en/of (elders) op/tegen het lichaam heeft getrapt/geschopt en/of (met kracht) op/tegen het hoofd en/of in de nek en/of (elders) op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geduwd en/of
[- (t.a.v.) die [slachtoffer 7] -] (met kracht) een kopstoot heeft gegeven;
2.
hij op of omstreeks 25 februari 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (spijker)broek, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 25 februari 2008 te [plaats] opzettelijk een (spijker)broek, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als een door [slachtoffer 6] (in een plastic tas) achtergelaten, dan wel verloren voorwerp, welke verdachte (als zijnde een gevonden voorwerp) onder zich heeft genomen, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op of omstreeks 25 februari 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] (meermalen en/of met kracht) met een (Axa-)beugelslot (van een fiets), dan wel een (fiets)slot, in elk geval met een hard en/of puntig voorwerp, op en/of tegen het hoofd heeft geslagen/gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid;
hij op of omstreeks 25 februari 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], opzettelijk [en met voorbedachten rade] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet [na kalm beraad en rustig overleg] die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] (meermalen en/of met kracht) met een (Axa-)beugelslot (van een fiets), dan wel een (fiets)slot, in elk geval met een hard en/of puntig voorwerp, en/of met de vuist(en) op en/of tegen het hoofd en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geslagen/gestompt en/of (meermalen en/of met kracht en/of met geschoeide voet(en)) in/tegen de rug en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geschopt/getrapt, en/of die [slachtoffer 10] (meermalen en/of met kracht en/of met de vuist(en)) op en/of tegen het hoofd en/of in en/of tegen het gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geslagen/gestompt en/of (meermalen en/of met kracht en/of met geschoeide voet(en)) op en/of tegen het lichaam heeft geschopt/getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 25 februari 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straat 4], in elk geval op of aan de openbare weg, althans op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten op/bij een voetbalveldje/(speel)pleintje ([naam]) (aan of bij de [straat 4]), openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], welk geweld bestond uit
- het (meermalen en/of met kracht) slaan en/of stompen met een (Axa-)beugelslot (van een fiets), dan wel een (fiets)slot, in elk geval een hard en/of puntig voorwerp, en/of met (een) tot vuist gebalde hand(en) op en/of tegen het hoofd en/of (elders) op en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 8] en/of
- het (meermalen en/of met kracht) slaan en/of stompen met een (Axa-)beugelslot (van een fiets), dan wel een (fiets)slot, in elk geval een hard en/of puntig voorwerp, en/of met (een) tot vuist gebalde hand(en) op en/of tegen het hoofd en/of (elders) op en/of tegen het lichaam en/of het (meermalen en/of met kracht en/of met geschoeide voet(en)) trappen/schoppen in en/of tegen de rug en/of (elders) op en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 9] en/of
- het (meermalen en/of met kracht en/of met de vuist(en)) slaan en/of stompen op en/of tegen het hoofd en/of in en/of tegen het gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam en/of het (meermalen en/of met kracht en/of met geschoeide voet(en)) schoppen/trappen op en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer 10];
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 25 februari 2008 te [plaats], tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade mishandelend, althans opzettelijk mishandelend, een persoon, genaamd [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk
[- (t.a.v.) die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9]] (meermalen en/of met kracht) met een (Axa-)beugelslot (van een fiets), dan wel een (fiets)slot, in elk geval met een hard en/of puntig voorwerp, en/of met de vuist(en) op en/of tegen het hoofd en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geslagen/gestompt en/of (meermalen en/of met krachten/of met geschoeide voet(en)) in/tegen de rug en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft
geschopt/getrapt, en/of
[- (t.a.v.) die [slachtoffer 10] -] (meermalen en/of met kracht en/of met de vuist(en)) op en/of tegen het hoofd en/of in en/of tegen het gezicht en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geslagen/gestompt en/of (meermalen en/of met kracht en/of met geschoeide voet(en)) op en/of tegen het lichaam heeft geschopt/getrapt, tengevolge waarvan die [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] enig lichamelijk letsel heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden;
4.
hij op of omstreeks 22 februari 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straat 5] ([wijk]), in elk geval op of aan een openbare weg, althans op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten in of bij het buurthuis [naam] (in de [wijk]), openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 9], welk geweld bestond uit het (meermalen en/of met kracht en/of met gebalde vuist(en)) slaan en/of stompen op en/of tegen het hoofd van die [slachtoffer 9], en/of het (met kracht) duwen tegen het lichaam van die [slachtoffer 9].
parketnummer 17/675856-08
1.
hij op of omstreeks 16 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (witte) (schouder)tas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 11], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 11] (onverhoeds) (op de fiets) van achteren heeft benaderd en/of haar (schouder)tas heeft vastgepakt en/of gehouden en/of (vervolgens) van haar schouder/uit haar hand(en) heeft getrokken;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 16 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een (witte) (schouder)tas, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 11], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, die [slachtoffer 11] (onverhoeds) (op de fiets) van achteren heeft benaderd en/of haar (schouder)tas heeft vastgepakt en/of gehouden en/of (vervolgens) aan haar (schouder)tas heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
[medeverdachte] op of omstreeks 16 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (witte) (schouder)tas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 11], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 11] (onverhoeds) (op de fiets) van achteren heeft benaderd en/of haar (schouder)tas heeft vastgepakt en/of
gehouden en/of (vervolgens) van haar schouder/uit haar hand(en) heeft getrokken, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 16 maart 2008 te [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) op (een man en) een vrouw (met een (schouder)tas) te wijzen en/of aan die [medeverdachte] een fiets ter beschikking te stellen;
meest subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
[medeverdachte] op of omstreeks 16 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een (witte) (schouder)tas, geheel of ten dele behorende aan [slachtoffer 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 11], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 11] (onverhoeds) (op de fiets) van achteren heeft benaderd en/of haar (schouder)tas heeft vastgepakt en/of gehouden en/of (vervolgens) aan haar (schouder)tas heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 16 maart 2008 te [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) op (een man en) een vrouw (met een (schouder)tas) te wijzen en/of aan die [medeverdachte] een fiets ter beschikking te stellen;
2.
hij op of omstreeks 24 februari 2008, in elk geval in de maand februari 2008, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (bruine, lederen) handtas, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4] en/of een (zwarte, lederen) portemonnaie (inhoudende -onder meer- geld [ongeveer 25 euro] en/of een rijbewijs en/of een ID-kaart), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12], in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 24 februari 2008, in elk geval in de maand februari 2008, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, geld (-ongeveer- 7 euro) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat geld wist dat het door misdrijf verkregen geld betrof;
3.
hij op of omstreeks 16 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (laptop)tas (inhoudende -onder meer- een bril en/of (een) USB-stick(s) en/of een portemonnee met geld en/of een chippas en/of kleding), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
[medeverdachte] op of omstreeks 16 maart 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen ...., in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 13], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, bij/tot het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar door die [medeverdachte] zijn, verdachtes, fiets, althans een fiets, ter beschikking te stellen, althans op enigerlei (andere) wijze, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) heeft verschaft;
hij op of omstreeks 16 maart 2008, in elk geval in de maand maart 2008, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een chippas/chipkaart heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die chippas/chipkaart wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen onder 3. primair en subsidiair in de zaak met parketnummer 17/675856-08 aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/682013-08 heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 14 maart 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [benadeelde 1] en [benadeelde 2], van het leven te beroven, met dat opzet met kracht meerdere malen die [benadeelde 1] en [benadeelde 2] met kettingsloten en met een fles tegen het (achter)hoofd en elders tegen het lichaam (op de rug en het (linker) oog en de schouder en het been), heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1., 2. primair, 3. en 4. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675092-08 heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 15 september 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 1], meerdere malen met kracht en met zijn tot vuist gebalde hand tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
2. primair
hij op 22 september 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven met opzet met kracht met zijn geschoeide voet tegen het hoofd van [slachtoffer 2] heeft geschopt, terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 26 februari 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 3], met zijn (linker)arm om de keel heeft gegrepen en met kracht en met zijn tot vuist gebalde hand tegen het gezicht op de rechterwang heeft geslagen en met kracht tegen de borst heeft geduwd, waardoor deze pijn heeft ondervonden;
4. primair
hij op 12 september 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], met anderen, aan de openbare weg, de [straat 1] en/of [straat 2], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], welk geweld bestond uit het meermalen schoppen en slaan van die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5], waarbij hij, verdachte, die [slachtoffer 5] meermalen met zijn tot vuist gebalde hand tegen het gezicht (onder de neus) heeft geslagen, en welk door hem gepleegd geweld enig lichamelijk letsel (een zwelling onder de neus en een lichte kneuzing) voor [slachtoffer 5] ten gevolge heeft gehad.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1. primair, 2. primair, 3. primair en 4. ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675616-08 heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 25 februari 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], met anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten in de [straat 3], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 6] en [benadeelde 3] en [slachtoffer 7], welk geweld bestond uit
- het met kracht geven van een kopstoot aan en het met kracht stompen en/of duwen tegen het hoofd en tegen een schouder van die [slachtoffer 6] en
- het met kracht trappen tegen de rug en tegen een bovenbeen en het met kracht slaan en stompen tegen het hoofd en in de nek van die [benadeelde 3] en
- het met kracht geven van een kopstoot aan die [slachtoffer 7];
2. primair
hij op 25 februari 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een spijkerbroek toebehorende aan [slachtoffer 6];
3. primair
hij op 25 februari 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] met kracht met een beugelslot (van een fiets) op het hoofd heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en hij op 25 februari 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 10], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 10] meermalen en met kracht tegen het lichaam heeft geslagen en met kracht tegen het lichaam heeft geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 22 februari 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], met anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten bij het buurthuis [naam], in de [wijk], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 9], welk geweld bestond uit het meermalen met kracht en met gebalde vuist slaan op het hoofd van die [slachtoffer 9], en het met kracht duwen tegen het lichaam van die [slachtoffer 9].
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1. subsidiair, 2. subsidiair, 3. meer subsidiair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675856-08 heeft begaan, met dien verstande dat:
1. subsidiair
hij op 16 maart 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een witte (schouder)tas, toebehorende aan [slachtoffer 11], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen vergezellen van geweld tegen die [slachtoffer 11], te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken met zijn mededaders, die [slachtoffer 11] onverhoeds op de fiets van achteren heeft benaderd en haar (schouder)tas heeft vastgepakt en gehouden en vervolgens aan haar (schouder)tas heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. subsidiair
hij omstreeks 24 februari 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], geld (-ongeveer- 7 euro) heeft verworven, terwijl hij ten tijde van het verwerven van dat geld wist dat het door misdrijf verkregen geld betrof;
3. meer subsidiair
hij op 16 maart 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], een chippas voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die chippas wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/682013-08, en het onder 1., 2. primair, 3. en 4. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675092-08, en het onder 1. primair, 2. primair, 3. primair en 4. ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675616-08, en het onder 1. subsidiair, 2. subsidiair en 3. meer subsidiair in de zaak met parketnummer 17/675856-08 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
in de zaak met parketnummer 17/682013-08:
primair
medeplegen van poging tot doodslag, meermalen gepleegd;
in de zaak met parketnummer 17/675092-08:
1.
mishandeling;
2. primair
poging tot doodslag;
3.
mishandeling;
4. primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, terwijl het door de schuldige gepleegde geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft;
in de zaak met parketnummer 17/675616-08:
1. primair
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
2. primair
diefstal;
3. primair
medeplegen van poging tot doodslag, meermalen gepleegd en medeplegen van poging tot zware mishandeling;
4.
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
in de zaak met parketnummer 17/675856-08:
1. subsidiair
medeplegen van poging tot diefstal vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd om die diefstal gemakkelijk te maken;
2. subsidiair
opzetheling;
3. meer subsidiair
opzetheling.
Strafbaarheid
Omtrent verdachte zijn door H.R.J. ter Borg, GZ-psycholoog, en C.J.F. Kemperman, zenuwarts, respectievelijk op 14 juni 2008 en 30 augustus 2008 rapporten uitgebracht. Die rapporten houden als conclusie in - zakelijk weergegeven - dat verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar dient te worden geacht, dan wel als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar valt in te schatten.
Het hof verenigt zich met voormelde conclusies en maakt die tot de zijne. Het hof is derhalve van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde aan verdachte kan worden toegerekend, zij het in licht verminderde mate. Gelet hierop en voorts in aanmerking nemende dat ten opzicht van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht, acht het hof verdachte strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze begaan zijn en de persoon van verdachte. Daarbij heef het hof in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
In een periode van een jaar heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan meerdere zeer ernstige geweldsdelicten. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan poging tot doodslag (meermalen), poging tot zware mishandeling, mishandeling (meermalen) en openlijke geweldpleging (meermalen). Een groot aantal van deze misdrijven heeft verdachte samen met zijn mededaders gepleegd.
Verdachte heeft door aldus te handelen inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en gevoelens van angst, onrust en onveiligheid bij hen teweeggebracht.
Daarnaast heeft verdachte zich op 24 februari 2008, 25 februari 2008 en 16 maart 2008 schuldig gemaakt aan het plegen van vermogensdelicten, al dan niet begaan met geweld. Hiermee heeft verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van aangevers. Daarnaast heeft verdachte - door het plegen van diefstal met geweld - een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van aangever [slachtoffer 11].
Voorts is uit het onderzoek ter terechtzitting gebleken, dat verdachte zich ook nog aan een ander soortgelijk strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan ten laste van hem is bewezenverklaard. Dit strafbare feit is ad informandum gevoegd en vermeld op de inleidende dagvaarding (17/675092-08) van deze zaak. Genoemd ad informandum gevoegd strafbaar feit, dat door verdachte bij de politie is erkend als door hem te zijn begaan, zal het hof meewegen in de aan verdachte op te leggen hoofdstraf, zodat dit feit daarmee is afgedaan.
Uit het verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 januari 2009 blijkt, dat verdachte niet eerder is veroordeeld wegens strafbare feiten.
De bewezen verklaarde feiten kunnen verdachte in enigszins verminderde mate worden toegerekend.
Gezien de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de zeer jeugdige leeftijd van de verdachte, acht het hof de oplegging van een onvoorwaardelijke jeugddetentie van aanzienlijke duur passend en geboden. De door de advocaat-generaal gevorderde en door de rechtbank in eerste aanleg opgelegde jeugddetentie acht het hof passend en geboden.
Motivering van de op te leggen maatregel
In eerdergenoemde rapporten van psycholoog Ter Borg en zenuwarts Kemperman wordt geconcludeerd dat verdachte ten tijde van het plegen van de feiten licht verminderd toerekeningsvatbaar was.
Voorts kwam H.R.J. ter Borg tot onder meer de volgende conclusies in zijn rapport - zakelijk weergegeven - :
Bij [verdachte] is sprake van kenmerken van aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Veel van zijn conflicten en delicten kwamen voort uit zijn impulsiviteit en spanningsbehoefte. De delicten hadden ook de functie van persoonlijke gelding en imponering. Hij heeft weet van het ongeoorloofde van zijn wangedrag, maar heeft onvoldoende vermogen gehad zijn gedrag naar dat besef bij te stellen. [verdachte] werd tijdens de delictsplegingen niet geremd door inlevingsvermogen ten opzichte van zijn (niets vermoedende) slachtoffers. Ten tijde van het ten laste gelegde was er onvoldoende of geen sprake van gewetensvol denken en dit betekende dat de rem op zijn gedrag volledig zoek raakte. Momenteel wekt [verdachte] wel de indruk dat hij de ernst van zijn delicten realiseert en hij spijt heeft van zijn daden. De symptomen van zijn (oppositioneel opstandige) gedragsstoornis zijn vooral endogeen bepaald; terug te voeren op 'kindfactoren' en minder op 'omgevingsfactoren'. Alles afwegend wordt hij licht verminderd toerekeningsvatbaar geacht. De kans op recidive is relatief groot als [verdachte] niet behandeld wordt. Er zijn ook positieve factoren, te weten: hij komt uit een normaal (evenwichtig) milieu en de intelligentie is voldoende/goed.
Simpel gesteld is [verdachte] meer patiënt dan boef. Bij Forensische Jeugdpsychiatrie kan aandacht besteed worden aan zijn agressieregulatie en vooral zelfcontrole. In een residentiele setting kan ook een behandeling plaatsvinden, maar zal hij negatief voorbeeld gedrag gaan kopiëren met de kans op gedragsverslechtering. Ouders laten weten dat [verdachte] thuis welkom is. Het advies is een voorwaardelijke PIJ uit te spreken. Hem daarnaast het Jeugdreclasseringsprogramma Hulp en Steun op te leggen, daarbinnen wordt een leerstraf geadviseerd.
C.J.F. Kemperman concludeert in zijn rapport onder meer - zakelijk weergegeven - :
[verdachte] is lijdende aan een ziekelijke stoornis in de zin van een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis. Deze stoornis beïnvloedt de toerekeningsvatbaarheid voor de diverse ten laste gelegde gedragingen, zodat deze als enigszins verminderd valt in te schatten. De kans op recidive zonder behandeling wordt als hoog ingeschat, gelet op onder meer de gebrekkige woedebeheersing, het impulsieve gedrag, het middelengebruik en de omgang met delinquente leeftijdsgenoten.
Allereerst zou men kunnen kiezen voor de voorwaardelijke PIJ-maatregel. Dat betekent verplicht reclasseringstoezicht met opname van verschillende voorwaarden. Het voordeel hiervan zou zijn dat, mocht betrokkene recidiveren, behandeling - weliswaar na een zitting - opgestart zou kunnen gaan worden. Er bestaat een lichte voorkeur voor een voorwaardelijke PIJ aangezien toch het zwaartepunt ligt op ziekten/gebreken bij [verdachte] en minder op de harde criminaliteit. [verdachte] komt over als een op zich goedbedoelende jongen die in sommige situaties de greep op zichzelf verliest. De remmende mogelijkheden van de voorhersenen (de frontale cortex) lijken bij [verdachte] nog onvoldoende ontwikkeld. Aan de andere kant zou een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) toegepast kunnen worden.
Er zijn behandelmogelijkheden. Men is gemotiveerd, de jongere en het milieu, en een langdurige intramurale plaatsing is nu niet echt nodig omdat de problemen niet intramuraal bestaan en [verdachte] al wat geleerd heeft binnen: rustig blijven namelijk, ook bij uitlokking. Eventueel kan [verdachte] ook wel een langdurige detentie aan. Civielrechtelijk kan men niet zo goed uit de voeten en een jeugdreclasseringsmaatregel met een enkele voorwaarde is ook niet voldoende.
Daarnaast heeft de Raad van de Kinderbescherming d.d. 10 maart 2009, evenals het Leger des Heils d.d. 2 maart 2009, een rapport uitgebracht.
De Raad concludeert in zijn rapport - zakelijk weergegeven -:
De Raad is van mening dat [verdachte] meer gebaat is bij individuele hulpverlening. [verdachte] heeft vrijwillige hulpverlening geaccepteerd en is in de Doggershoek gestart met een agressietraining. [verdachte] is druk bezig met zijn scholing. Er is sprake van een steunende gezinssituatie. De ouders zijn in therapie gegaan. De Raad is van mening dat een onvoorwaardelijke PIJ niet aansluit bij wat [verdachte] nodig heeft. Echter, gebleken is dat [verdachte] enerzijds vorderingen maakt en anderzijds intramuraal nog meer tijd nodig heeft. De Jeugdreclassering en de Raad zijn van mening dat [verdachte] geen twee jaar gesloten behandeling nodig heeft. De Raad en de Jeugdreclassering geven de voorkeur aan een civiel traject, zodat [verdachte] tijdens de behandeling gefaseerd terug kan naar huis. [verdachte] kan nazorg krijgen in de vorm van het Scholings- en Trainingsprogramma (STP), waarbij de Jeugdreclassering verantwoordelijk is voor de begeleiding en het toezicht. Op het moment dat [verdachte] het niet goed zou doen tijdens de STP kan hij weer gesloten worden teruggeplaatst. De duur van de gesloten behandeling hangt af van [verdachte] zijn motivatie en de positieve veranderingen. De Raad is van mening dat de meest wenselijke straf voor [verdachte] is: een voorwaardelijke PIJ met als bijzondere voorwaarde de maatregel Hulp en Steun van de Jeugdreclassering, afdeling Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering, met daarin de volgende onderdelen:
1. gesloten jeugdzorg voor de duur van (maximaal) een jaar;
2. intramurale behandeling van agressieregulatie, impulsbeheersing, beïnvloed-baarheid, weerbaarheid;
3. Scholings- en Trainingsprogramma (STP), waarbij er toe gewerkt wordt naar een gefaseerde terugplaatsing naar huis, uitgevoerd door de Jeugdreclassering;
4. aandacht voor (de effecten van) alcohol- en drugsgebruik.
Daarnaast adviseert de Raad een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van het voorarrest.
Het Leger des Heils adviseert - zakelijk weergegeven - :
Het LJ&R acht een civielrechtelijk behandeltraject (gesloten jeugdzorg) van in ieder geval een jaar, met een onvoorwaardelijke PIJ als flinke stok achter de deur, een mogelijkheid voor [verdachte] om én de nodige behandeling te ondergaan én gefaseerd (STP) onder jeugdreclasseringstoezicht te re-integreren in de maatschappij.
Ter zitting van het hof gaven de medewerkers van de RvK en het Leger des Heils te kennen dat in het kader van de opname bij gesloten jeugdzorg is gekozen voor opname in de jeugdzorginrichting Het Poortje te Groningen.
Mevrouw Meijer van de Raad voor de Kinderbescherming heeft ter zitting - zakelijk weergegeven - medegedeeld:
In Het Poortje zitten jongeren met dezelfde problemen. Er heeft reeds overleg plaatsgevonden met de crisiscoördinator. Als er plek is, dan kan [verdachte] vrij snel naar het Poortje. Met het oog hierop is de opname van [verdachte] verzocht bij de civiele rechter. Deze zitting vindt plaats op 19 juni 2008; dezelfde dag als de uitspraak in deze strafzaak. Hiermee kan voorkomen worden dat er tijd verloren gaat. [verdachte] kan - als op 19 juni 2008 de invrijheidstelling wordt bevolen - eerst ter overbrugging in de Doggershoek blijven.
Het hof neemt voormelde conclusies over en maakt die tot de zijne. Gelet op de bovenstaande rapporten, toelichtingen ter zitting en op de indruk die het hof zelf van verdachte heeft gekregen uit de gedingstukken en ter zitting d.d. 5 juni 2009, is het hof van oordeel dat verdachte behandeld dient te worden.
Het hof is daarom van oordeel dat een (voorwaardelijk) plaatsing in een inrichting voor jeugdigen moet worden opgelegd. De door verdachte begane feiten betreffen telkens misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. De algemene veiligheid van personen vereist deze maatregel, aangezien recidivegevaar naar het oordeel van het hof aanwezig is. Het hof acht genoemde veiligheid echter voldoende gewaarborgd - gelet op hetgeen door de rapporteurs is betoogd - met na te noemen voorwaarden bij een voorwaardelijke PIJ-maatregel, waaronder opname in het Poortje in het kader van gesloten jeugdzorg voor de duur van een jaar, in combinatie met intramurale behandeling van agressieregulatie, impulsbeheersing, beinvloedbaarheid en weerbaarheid, alsmede het Scholings- en Trainingsprogramma (STP) en aandacht voor alcohol- en drugsgebruik. Het hof acht deze behandeling in het belang van een zo gunstig mogelijke verder ontwikkeling van verdachte zelf.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg gedeeltelijk is toegewezen en dat de benadeelde partij zich binnen de grenzen van de eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De benadeelde partij heeft de schade begroot op € 1.009,95.
De vordering is van de zijde van verdachte niet weersproken. Het hof acht een bedrag van € 800,- voor toewijzing vatbaar, één en ander in dier voege, dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Het hof is van oordeel, dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet van zo eenvoudige aard is, dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet op het bepaalde in artikel 361, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dient de benadeelde partij in haar vordering in zoverre niet ontvankelijk te worden verklaard, met bepaling, dat de benadeelde partij haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Gelet op het vorenstaande dient de verdachte, als (deels) in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Het hof zal voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg gedeeltelijk is toegewezen en dat de benadeelde partij zich binnen de grenzen van de eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De benadeelde partij heeft de schade begroot op € 813,99.
De vordering is van de zijde van verdachte niet weersproken. Het hof acht een bedrag van € 600,- voor toewijzing vatbaar, één en ander in dier voege, dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Het hof is van oordeel, dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet van zo eenvoudige aard is, dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet op het bepaalde in artikel 361, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dient de benadeelde partij in haar vordering in zoverre niet ontvankelijk te worden verklaard, met bepaling, dat de benadeelde partij haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Gelet op het vorenstaande dient de verdachte, als (deels) in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Het hof zal voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
Benadeelde partij [benadeelde 3]
Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg gedeeltelijk is toegewezen en dat de benadeelde partij zich binnen de grenzen van de eerste vordering in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort, voor zover die vordering in eerste aanleg is toegewezen.
De benadeelde partij heeft de schade begroot op € 170,00. In eerste aanleg is een bedrag van € 120,00 toegewezen. Het hof acht eveneens een bedrag van € 120,- voor toewijzing vatbaar, één en ander in dier voege, dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet op het vorenstaande dient de verdachte, als (deels) in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Het hof zal voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
Benadeelde partij [benadeelde 4]
Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat de benadeelde partij zich binnen de grenzen van de eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Ten aanzien van verdachte is - voor zover hier van belang - bewezenverklaard, dat - kort gezegd - hij geld heeft verworven, terwijl hij ten tijde van het verwerven van dat geld wist dat het door misdrijf verkregen geld betrof (opzetheling). De vordering van de benadeelde partij behelst een schadepost van € 128,30 welke zou zijn ontstaan door de diefstal van de tas (met inhoud) van [benadeelde 4]. Derhalve heeft de vordering van de benadeelde niet betrekking op schade, die rechtstreeks is toegebracht door het hiervoor bewezenverklaarde feit. Gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder b, van het Wetboek van Strafvordering, dient de benadeelde partij in haar vordering niet ontvankelijk te worden verklaard.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 36f (oud), 45, 47, 77a, 77g, 77g(oud), 77i, 77x, 77y, 77y(oud), 77z, 77z(oud), 77aa, 77gg, 77x (oud), 141, 287, 300, 302, 310, 312 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 3. primair en subsidiair in de zaak met parketnummer 17/675856-08 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/682013-08, en het onder 1., 2. primair, 3. en 4. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675092-08, en het onder 1. primair, 2. primair, 3. primair en 4. ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675616-08, en het onder 1. subsidiair, 2. subsidiair en 3. meer subsidiair in de zaak met parketnummer 17/675856-08 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als hiervoor vermeld onder 1. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/682013-08, en het onder 1., 2. primair, 3. en 4. primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675092-08, en het onder 1. primair, 2. primair, 3. primair en 4. ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 17/675616-08, en het onder 1. subsidiair, 2. subsidiair en 3. meer subsidiair in de zaak met parketnummer 17/675856-08, meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot jeugddetentie voor de duur van twaalf maanden;
plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, voor de duur van twee jaren;
beveelt dat de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de voordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat de veroordeelde zich laat opnemen ter behandeling in de jeugdzorginstelling Het Poortje te Groningen en zich daar zal laten behandelen zolang deze instelling zulks noodzakelijk acht, één en ander voor de duur van maximaal één jaar;
- dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Jeugdreclassering, afdeling Leger des Heils en Reclassering en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling, ook indien dit inhoudt het volgen van ambulante trainingen en cursussen en het meewerken aan het Scholings- en Trainingsprogramma (STP);
- draagt de Jeugdreclassering, afdeling Leger des Heils en Reclassering, op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van heden;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van achthonderd euro;
met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van achthonderd euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van zestien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van zeshonderd euro;
met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van zeshonderd euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van twaalf dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 3], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van honderdtwintig euro;
met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van honderdtwintig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3], [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van twee dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte ieder de eigen kosten dragen van het geding.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. G. Dam en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink als griffier, zijnde mr. Dam en mr. Hielkema buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.