ECLI:NL:GHLEE:2009:BI8827
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- A. Kuiper
- B. de Hek
- C. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding inzake vennootschap onder firma en beëindiging samenwerking
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerden], naar aanleiding van een geschil binnen een vennootschap onder firma (v.o.f.) die door [geïntimeerde 1] is opgericht. [Appellant] was van 23 september 2002 tot 18 juli 2004 in dienst bij [geïntimeerde 1] en werd later vennoot in de v.o.f. die op 19 juli 2004 werd opgericht. De samenwerking tussen de vennoten is echter verstoord, wat leidde tot de opzegging van de v.o.f. door [geïntimeerde 1] in een brief van 29 mei 2007. [Appellant] heeft in eerste aanleg gevorderd dat hij de onderneming van de v.o.f. mocht voortzetten, maar de voorzieningenrechter heeft deze vorderingen afgewezen, onder andere omdat de v.o.f. rechtsgeldig was opgezegd.
In hoger beroep heeft [appellant] zijn grieven tegen het vonnis van de voorzieningenrechter naar voren gebracht. Het hof heeft de feiten uit het vonnis van de voorzieningenrechter overgenomen, aangezien daartegen geen grief was ontwikkeld. Het hof heeft geoordeeld dat er geen spoedeisend belang aanwezig was bij de vorderingen van [appellant] tot voortzetting van de onderneming, omdat hij niet had uitgelegd waarom hij pas in januari 2009 actie ondernam na de feitelijke voortzetting van de onderneming door [geïntimeerde 1].
Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen en het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd. Het hof oordeelde dat de opzegging van de v.o.f. door [geïntimeerde 1] geldig was en dat [appellant] geen recht had op de gevraagde voorzieningen. Tevens is [appellant] veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.