ECLI:NL:GHLEE:2009:BI9375
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens dronken rijden na gedetineerd te zijn geweest
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 9 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was in hoger beroep gekomen tegen zijn veroordeling wegens dronken rijden. De verdachte stelde dat hij ten tijde van het hem ten laste gelegde feit, dat plaatsvond op 11 juni 2006, gedetineerd was in Duitsland. De advocaat-generaal heeft deze stelling onderzocht en bevestigd dat de verdachte inderdaad op de betreffende datum gedetineerd was.
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte en heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd, die vrijspraak had gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat, gelet op de overgelegde schriftelijke bescheiden en de verklaring van de advocaat-generaal, niet bewezen kon worden dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd.
De uitspraak van het hof houdt in dat de verdachte wordt vrijgesproken van de beschuldiging van dronken rijden, omdat er geen bewijs is dat hij op het moment van de overtreding de bestuurder van het voertuig was. Het hof heeft de verdachte dan ook vrijgesproken van hetgeen hem was ten laste gelegd, en het eerdere vonnis vernietigd.