ECLI:NL:GHLEE:2009:BI9375

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
9 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001302-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak wegens dronken rijden na gedetineerd te zijn geweest

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 9 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was in hoger beroep gekomen tegen zijn veroordeling wegens dronken rijden. De verdachte stelde dat hij ten tijde van het hem ten laste gelegde feit, dat plaatsvond op 11 juni 2006, gedetineerd was in Duitsland. De advocaat-generaal heeft deze stelling onderzocht en bevestigd dat de verdachte inderdaad op de betreffende datum gedetineerd was.

Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte en heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd, die vrijspraak had gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat, gelet op de overgelegde schriftelijke bescheiden en de verklaring van de advocaat-generaal, niet bewezen kon worden dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd.

De uitspraak van het hof houdt in dat de verdachte wordt vrijgesproken van de beschuldiging van dronken rijden, omdat er geen bewijs is dat hij op het moment van de overtreding de bestuurder van het voertuig was. Het hof heeft de verdachte dan ook vrijgesproken van hetgeen hem was ten laste gelegd, en het eerdere vonnis vernietigd.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001302-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-654907-06
Arrest van 9 juni 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 9 mei 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1980] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],[adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal vrijspreken van hetgeen aan hem is ten laste gelegd.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 11 juni 2006, in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 365 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Vrijspraak
Verdachte heeft schriftelijke bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat hij ten tijde van het hem ten laste gelegde feit gedetineerd was in Duitsland. De advocaat-generaal heeft ter zitting van het hof verklaard dat haar, na een ingesteld onderzoek, is gebleken dat verdachte op 11 juni 2006 daadwerkelijk gedetineerd was.
Het hof acht, gelet op het voorgaande, niet bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. G. Dam en mr. H.K. Elzinga, in tegenwoordigheid van mr. A. Meester als griffier, zijnde mr. Elzinga voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.