ECLI:NL:GHLEE:2009:BI9479
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Veroordeling wegens medeplegen van steunfraude en valsheid in geschrift
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 juni 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1960 en woonachtig in [woonplaats], werd vervolgd voor het medeplegen van steunfraude en valsheid in geschrift. De verdachte en zijn mededader hebben gedurende een lange periode verzuimd om op te geven dat zij werkzaamheden verrichtten en daaruit inkomsten genoten. Dit leidde tot onterecht ontvangen uitkeringen van de sociale dienst.
De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot straffen, zoals in het vonnis beschreven. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van tweehonderd uren, subsidiair honderd dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaren.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 1 december 2002 tot en met 31 december 2003 en van 1 april 2005 tot en met 31 mei 2007 meermalen valse geschriften heeft opgemaakt. De verdachte heeft op formulieren van de gemeente valselijk vermeld dat hij geen werkzaamheden had verricht en geen inkomsten had ontvangen, terwijl dit niet waar was. Hierdoor heeft hij misbruik gemaakt van het sociale zekerheidsstelsel en het vertrouwen in de integriteit van het systeem geschaad.
Bij de straftoemeting heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor een soortgelijk feit. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van tweehonderd uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren. De tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de werkstraf.