ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ4671

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
5 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001016-07
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Koolschijn
  • A. Lahuis
  • J. van der Woude
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan diefstal en opzetheling door middel van inklimming

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 augustus 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen. De verdachte werd beschuldigd van medeplichtigheid aan vier diefstallen, waarbij de toegang tot de plaatsen van misdrijf werd verkregen door middel van inklimming, en van het plegen van opzetheling als gewoonte. De rechtbank Assen had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw van de verdachte verklaard dat zij uitdrukkelijk gemachtigd was om de verdachte te verdedigen. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van 36 maanden voor de verdachte. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte niet bewezen wat onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair aan de verdachte was ten laste gelegd, en sprak hem daarvan vrij. Echter, het hof achtte de verdachte wel schuldig aan de subsidiaire tenlasteleggingen van medeplichtigheid aan diefstal en opzetheling. De verdachte had in de periode van 1 augustus 2006 tot en met 8 januari 2007 een gewoonte gemaakt van het plegen van opzetheling door telkens goederen te verwerven waarvan hij wist dat deze door misdrijf verkregen waren. Het hof heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De verdachte had zich niet bekommerd om de schade die hij veroorzaakte voor de eigenaren van de gestolen goederen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van dertig maanden, waarbij de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering werd gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001016-07 (strafzaak)
Parketnummer eerste aanleg: 19-810004-07
Arrest van 5 augustus 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Assen van
6 april 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1960] te [geboorteplaats],
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
wonende te [woonplaats] (Polen), [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte mr. M.J. van der Molen, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft op de vordering van de benadeelde partij belist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 ten laste gelegde, alsmede ter zake van de vijf ad informandum gevoegde strafbare feiten, zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
(aangifte blz. 964)
hij op of omstreeks 17 november 2006 te [plaats 1], gemeente [gemeente 1], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat 1] heeft weggenomen sieraden, een fiets en/of een gitaar (met koffer), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
[medeverdachte] op of omstreeks 17 november 2006 te [plaats 1], gemeente [gemeente 1], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat 1] heeft weggenomen sieraden, een fiets en/of een gitaar (met koffer), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of aan verdachte, waarbij die [medeverdachte] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17 november 2006 te [plaats 1], gemeente [gemeente 1], en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte] met een door verdachte bestuurde auto te vervoeren naar de (onmiddellijke) omgeving van de plaats van vorenomschreven misdrijf;
2.
(aangifte blz. 1067)
hij op of omstreeks 04 december 2006 te [plaats 2], gemeente [gemeente 2], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat 2] heeft weggenomen een videocamera, een flatscreen, een carkit, een fotocamera, een digitale camera, een tas, een minidiscspeler, een microfoon, een tas, een gsm, een koptelefoon, een mp3-speler, een weekendtas, een rugzak, een oorbel en/of een hoeveelheid (kinder(kleding), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
[medeverdachte] op of omstreeks 04 december 2006 te [plaats 2], gemeente [gemeente 2], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat 2] heeft weggenomen een videocamera, een flatscreen, een carkit, een fotocamera, een digitale camera, een tas, een minidiscspeler, een microfoon, een tas, een gsm, een koptelefoon, een mp3-speler, een weekendtas, een rugzak, een oorbel en/of een hoeveelheid (kinder(kleding), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of aan verdachte, waarbij die [medeverdachte] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 04 december 2006 te [plaats 2], gemeente [gemeente 2], en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte] met een door verdachte bestuurde auto te vervoeren naar de (onmiddellijke) omgeving van de plaats van vorenomschreven misdrijf;
3.
(aangifte blz. 1098)
hij op of omstreeks 07 december 2006 te [plaats 3], gemeente [gemeente 2], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat 3] heeft weggenomen een televisietoestel, een sprei, sieraden en/of cosmetica-artikelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
[medeverdachte] op of omstreeks 07 december 2006 te [plaats 3], gemeente [gemeente 2], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat 3] heeft weggenomen een televisietoestel, een sprei, sieraden en/of cosmetica-artikelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of aan verdachte, waarbij die [medeverdachte] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 07 december 2006 te [plaats 3], gemeente [gemeente 2], en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte] met een door verdachte bestuurde auto te vervoeren naar de (onmiddellijke) omgeving van de plaats van vorenomschreven misdrijf;
4.
(aangifte blz. 1648)
hij op of omstreeks 22 november 2006 te [plaats 4], gemeente [gemeente 4], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat 4] heeft weggenomen een televisietoestel, een geldbedrag, (een) filmcamera('s), een fotocamera, (een) memorycard(s), (een) stekker(s), een kleinbeeldcamera, een muntenverzameling, (een) verrekijker(s) en/of een vest, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
[medeverdachte] op of omstreeks 22 november 2006 te [plaats 4], gemeente [gemeente 4], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat 4] heeft weggenomen een televisietoestel, een geldbedrag, (een) filmcamera('s), een fotocamera, (een) memorycard(s), (een) stekker(s), een kleinbeeldcamera, een muntenverzameling, (een) verrekijker(s) en/of een vest, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of aan verdachte, waarbij die [medeverdachte] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 22 november 2006 te [plaats 4], gemeente [gemeente 4], en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte] met een door verdachte bestuurde auto te vervoeren naar de (onmiddellijke) omgeving van de plaats van vorenomschreven misdrijf;
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2006 tot en met 8 januari 2007, in de/het arrondissement(en) Assen en/of Groningen, in elk geval in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft verdachte telkens (uit winstbejag) sieraden en/of (een) laptop(s) en/of (een) camera('s) en/of (een) televisietoestel(len) en/of (een) ander(e) goed(eren) verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goed(eren) telkens wist dat het door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4 subsidiair en 5 ten last gelegde bewezen, met dien verstande, dat:
1 subsidiair.
[medeverdachte] op 17 november 2006 te [plaats 1], gemeente [gemeente 1], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [straat 1] heeft weggenomen sieraden, een fiets en een gitaar (met koffer), toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij die [medeverdachte] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 17 november 2006 te [plaats 1], gemeente [gemeente 1], opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door die [medeverdachte] met een door verdachte bestuurde auto te vervoeren naar de onmiddellijke omgeving van de plaats van vorenomschreven misdrijf;
2. subsidiair.
[medeverdachte] op 04 december 2006 te [plaats 2], gemeente [gemeente 2],met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [straat 2] heeft weggenomen een videocamera, een flatscreen, een carkit, een fotocamera, een digitale camera, een tas, een minidiscspeler, een microfoon, een tas, een gsm, een koptelefoon, een mp3-speler, een weekendtas, een rugzak, een oorbel en kinderkleding, toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij die [medeverdachte] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming,
tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 04 december 2006 te [plaats 2], gemeente [gemeente 2], opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door die [medeverdachte] met een door verdachte bestuurde auto te vervoeren naar de onmiddellijke omgeving van de plaats van vorenomschreven misdrijf;
3 subsidiair.
[medeverdachte] op 07 december 2006 te [plaats 3], gemeente [gemeente 2], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [straat 3] heeft weggenomen een televisietoestel, een sprei, sieraden en cosmetica-artikelen, toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij die [medeverdachte] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 07 december 2006 te [plaats 3], gemeente [gemeente 2], opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door die [medeverdachte] met een door verdachte bestuurde auto te vervoeren naar de onmiddellijke omgeving van de plaats van vorenomschreven misdrijf;
4 subsidiair.
[medeverdachte] op 22 november 2006 te [plaats 4], gemeente [gemeente 4], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [straat 4] heeft weggenomen een televisietoestel, geld, filmcamera's, een fotocamera, memorycards, stekkers, een kleinbeeldcamera, een muntenverzameling, verrekijkers en een vest, toebehorende aan [slachtoffer 4], waarbij die [medeverdachte] zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van inklimming, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 22 november 2006 te [plaats 4], gemeente [gemeente 4], opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door die [medeverdachte] met een door verdachte bestuurde auto te vervoeren naar de onmiddellijke omgeving van de plaats van vorenomschreven misdrijf;
5.
hij in de periode van 1 augustus 2006 tot en met 8 januari 2007, in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft verdachte telkens sieraden en laptops en camera's en televisietoestellen verworven en voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die goederen telkens wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4 subsidiair en 5 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair en 4 subsidiair telkens:
medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
onder 5:
van het plegen van opzetheling een gewoonte maken.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij de bepaling van de straf rekening gehouden met de aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, kort gezegd, in de laatste twee maanden van 2006 viermaal schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan diefstal in een viertal woningen door middel van inklimming. Hij heeft [medeverdachte], de pleger van die diefstallen, telkens met een door hem bestuurde auto vervoerd naar de onmiddellijke omgeving van die woningen, terwijl hij wist dat die [medeverdachte] van plan was in te breken. Weliswaar is verdachte niet zelf bij de inbraken aanwezig geweest, maar hij heeft, door [medeverdachte] behulpzaam te zijn, bijgedragen aan het plegen van woninginbraken. Bij deze diefstallen zijn waardevolle goederen, waaronder sieraden, een fiets, camera's, tv's en geld, weggenomen. Door het plegen van deze diefstallen is niet alleen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van anderen, maar zijn de betrokkenen ook (financieel) benadeeld.
Voorts heeft verdachte zich in de periode van 1 augustus 2006 tot en met 8 januari 2007 schuldig gemaakt aan gewoonteheling. Hij maakte gebruik van [medeverdachte] voornoemd om goedkoop aan de door deze gestolen goederen te komen, waaronder de goederen afkomstig van de hiervoor genoemde vier woninginbraken en de goederen afkomstig van negenentwintig andere door [medeverdachte] gepleegde inbraken. Verdachte heeft deze gestolen goederen doorverkocht en heeft daarmee een aanzienlijke winst behaald. Verdachte heeft zich niet bekommerd om de schade die aldus werd veroorzaakt voor de eigenaren van die goederen. Aldus heeft verdachte er aan bijgedragen dat een markt voor gestolen goederen kon bestaan, waardoor het plegen van vermogensmisdrijven door derden, in dit geval [medeverdachte], lucratief werd.
Daarnaast is uit het onderzoek ter zitting van het hof gebleken, dat verdachte zich ook nog aan een vijftal andere feiten (medeplichtingheid aan gekwalificeerde diefstallen) heeft schuldig gemaakt. Deze vijf strafbare feiten (eveneens met parketnummer 19-810004-07) zijn ad informandum gevoegd en vermeld op de inleidende dagvaarding. Deze vijf ad informandum gevoegde strafbare feiten, die bij de politie door verdachte zijn erkend als door hem te zijn begaan, zal het hof meewegen in de aan verdachte op te leggen straf, welke feiten daarmee zijn afgedaan.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 21 april 2009 blijkt, dat verdachte vele malen ter zake van het plegen van strafbare feiten, voornamelijk verkeersdelicten en eenmaal ter zake van diefstal, tot onder meer geldboetes, werkstraffen en (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraffen is veroordeeld. Al deze straffen hebben hem er niet van weerhouden de hiervoor bewezen verklaarde en ad informandum gevoegde strafbare feiten te begaan.
Op grond van het vorenstaande acht het hof het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur, in casu 30 maanden, de enig passende straf.
De recidive, de hoeveelheid gepleegde (bewezen verklaarde en ad informandum gevoegde strafbare) feiten en het stelselmatige in verdachtes handelen, rechtvaardigen naar het oordeel van het hof niet de oplegging van een lagere straf dan hiervoor vermeld.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 48, 57 (oud), 310, 311 en 417 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4 subsidiair en 5 ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4 subsidiair en 5 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. Koolschijn, voorzitter, mr. Lahuis en mr. Van der Woude, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier, zijnde mrs. Lahuis en Van der Woude voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.