ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ4741

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
7 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000253-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld en poging tot diefstal

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 7 augustus 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1983 en thans verblijvende in PI Noord, is veroordeeld voor diefstal van een horloge, gepleegd op 9 oktober 2008. De rechtbank had eerder een gevangenisstraf opgelegd, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van 18 maanden had geëist, niet volledig toegewezen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Tevens is de tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden gelast.

De tenlastelegging omvatte onder andere diefstal met geweld en poging tot diefstal van een ketting. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van het horloge, waarbij hij gebruik heeft gemaakt van de weerloze situatie van het slachtoffer. De poging tot diefstal van de ketting is niet bewezen verklaard, en de verdachte is daarvan vrijgesproken. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte.

De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op het slachtoffer, evenals de noodzaak van toezicht door de reclassering om herhaling van strafbare feiten te voorkomen. Het hof heeft de verdachte de bijzondere voorwaarde opgelegd om zich te houden aan de aanwijzingen van de reclassering.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000253-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-880402-08 en 17-880385-07 (tul)
Arrest van 7 augustus 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van
3 februari 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1983] te [geboorteplaats],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in PI Noord, gevangenis De Marwei te Leeuwarden,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.F. Rouwé-Danes, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake het hem onder 1 primair (te weten diefstal) en onder 2 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering tot tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden, verdachte voorwaardelijk opgelegd bij een vonnis van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Leeuwarden d.d. 31 januari 2008, zal toewijzen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is - met inachtneming van de wijziging zoals deze door de rechter in eerste aanleg is toegelaten - ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 9 oktober 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], op de openbare weg, te weten het [straat 1], althans het [straat 2], in elk geval op een openbare weg (in de omgeving van het [straat 1]), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een horloge (merk TWS), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of (met) zijn mededader:
- voornoemde [slachtoffer] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borst en/of schouder, althans het lichaam, heeft gestoken en/of gesneden en/of
- voornoemde [slachtoffer] tegen de schouder, althans het lichaam, heeft geslagen
en/of gestompt;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
A.
hij op of omstreeks 9 oktober 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet voornoemde [slachtoffer] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borst en/of schouder, althans het lichaam, heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
B.
hij op of omstreeks 9 oktober 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een horloge (merk TWS), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Meer subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 9 tot en met 10 oktober 2008 te [plaats], in elk geval in Nederland, een horloge (merk TWS) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd horloge wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
2.
hij op of omstreeks 9 oktober 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], op de openbare weg, te weten het [straat 1], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een (gouden) ketting, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers heeft hij, verdachte en/of (met) zijn mededader:
- zich naar voornoemde [slachtoffer] begeven en/of
- voornoemde [slachtoffer] tegen de schouder, althans het lichaam, geslagen en/of gestompt en/of
- voornoemde [slachtoffer] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borst en/of schouder, althans het lichaam, gestoken en/of gesneden
- (met kracht) aan die ketting van die [slachtoffer] getrokken,
terwijl de uitvoering vandat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Vrijspraak
Onder 2 wordt verdachte - zakelijk weergegeven - verweten dat hij heeft gepoogd met geweld een ketting van aangever [slachtoffer] te stelen.
De verklaring van aangever [slachtoffer] dat verdachte zou hebben gepoogd een ketting van het slachtoffer te stelen, vindt geen steun in andere bewijsmiddelen. Het hof acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder 2 aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Onder 1 primair wordt verdachte - zakelijk weergegeven - verweten dat hij (met geweld) een horloge van aangever [slachtoffer] zou hebben gestolen.
Ter terechtzitting in hoger beroep is door en namens verdachte onder meer aangevoerd dat hij niet de persoon is geweest die het horloge van [slachtoffer] heeft gestolen en vervolgens onder een handdoek op de kamer van een prostituee heeft verstopt. Medeverdachte [medeverdachte] zou tijdens of na afloop van de schermutseling tussen hem en aangever [slachtoffer], waarbij verdachte aanwezig is geweest, het horloge hebben weggenomen. Vervolgens zou [medeverdachte] dit horloge aan een onbekende derde persoon hebben gegeven. Die persoon zou het horloge uiteindelijk in het bordeel hebben verstopt. Verdachte zou derhalve moeten worden vrijgesproken van dit feit.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Uit de verklaringen van zowel aangever als verdachte is gebleken dat verdachte op
9 oktober 2008 aanwezig is geweest bij de schermutseling tussen aangever en medeverdachte [medeverdachte]. [slachtoffer] heeft na afloop van deze schermutseling aangifte gedaan van onder meer diefstal van zijn horloge. Diezelfde avond wordt verdachte door twee verbalisanten staande gehouden in een kamer van een bordeel waar later het horloge door de huurster van die kamer wordt aangetroffen. Uit de verklaring van de prostituee blijkt eveneens dat verdachte de persoon is geweest die het horloge onder de betreffende handdoek heeft neergelegd.
Gelet op het vorengaande acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van het horloge van aangever. De verklaring van verdachte met betrekking tot de onbekend gebleven derde persoon acht het hof volstrekt onaannemelijk.
Overigens kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte voor, bij of na de diefstal geweld heeft gebruikt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 9 oktober 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], op de openbare weg in de omgeving van het [straat 1] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een horloge (merk TWS), toebehorende aan [slachtoffer].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich op 9 oktober 2008 schuldig gemaakt aan diefstal van een horloge. Hij heeft, nadat aangever door medeverdachte [medeverdachte] in de borst is gestoken, het horloge van het slachtoffer weggenomen. Door aldus te handelen heeft verdachte misbruik gemaakt van de weerloze situatie waarin aangever zich op dat moment bevond. Hij heeft eveneens een ernstige inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van aangever door een - voor hem dierbaar - horloge weg te nemen.
Het hof houdt bij de strafoplegging voorts rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 7 mei 2009 waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder is veroordeeld voor (soortgelijke) strafbare feiten.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. Het hof zal een deel van deze straf in voorwaardelijke vorm opleggen, teneinde te voorkomen dat verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten en tevens om reclasseringstoezicht mogelijk te maken.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Leeuwarden d.d. 31 januari 2008 is veroordeelde vijf maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, opgelegd. Dit vonnis is onherroepelijk geworden op 15 februari 2008. De proeftijd is eveneens ingegaan op 15 februari 2008. De officier van justitie heeft d.d. 6 januari 2009 gevorderd dat last tot tenuitvoerlegging zal worden gegeven van voormelde gevangenisstraf, omdat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Nu gebleken is dat veroordeelde het onder 1 primair bewezen verklaarde feit heeft begaan voor het einde van de gestelde proeftijd, zal het hof de tenuitvoerlegging gelasten van voormelde straf.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14g en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1 primair ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van zes maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
bepaalt dat dit toezicht door genoemde instelling reeds tijdens de proeftijd kan worden beëindigd;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de meervoudige strafkamer in de rechtbank Leeuwarden van 31 januari 2008 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten:
gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. S. Zwerwer en mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van mr. L. Keekstra als griffier, zijnde mr. Wiarda voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.