ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ5734

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
20 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002656-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Koolschijn
  • A. Ter Berg
  • H. Hielkema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling van levensgezel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 20 augustus 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1967, was eerder veroordeeld voor mishandeling van haar levensgezel, waarbij zij op 10 juni 2007 met gebalde vuist meerdere keren tegen het gezicht van het slachtoffer heeft geslagen. De politierechter had een werkstraf opgelegd, maar de verdachte ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep is de verdachte niet verschenen, waardoor het hof verstek verleende. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de mishandeling bewezen en kwalificeerde dit als een strafbaar feit. De omstandigheden waaronder de mishandeling heeft plaatsgevonden, de aard en ernst van het feit, en de persoon van de verdachte zijn in de strafmotivering meegenomen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet eerder voor strafbare feiten was veroordeeld, wat in haar voordeel heeft gewerkt. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met de waarschuwing dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 20 dagen kan worden opgelegd.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002656-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-605255-08
Arrest van 20 augustus 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 24 oktober 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1967] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegde, dat:
zij op 10 juni 2007, althans in de periode van 10 juni 2007 tot en met 31 juli 2007 te [plaats], gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend haar levensgezel, althans een persoon, te weten [slachtoffer], meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist, althans met de hand (met kracht) tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht het ten laste gelegde bewezen, met dien verstande, dat:
zij op 10 juni 2007 te [plaats], gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend haar levensgezel, te weten [slachtoffer], meermalen met gebalde vuist met kracht tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de in hoger beroep op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder gelet op het volgende.
Verdachte heeft op 10 juni 2007 haar levensgezel [slachtoffer] mishandeld door hem meermalen met gebalde vuist met kracht tegen het gezicht te slaan. Als gevolg van dit handelen heeft [slachtoffer] pijn ondervonden. Door het plegen van dit feit is de lichamelijk integriteit van het slachtoffer [slachtoffer] geschonden.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 19 mei 2009 blijkt, dat verdachte niet eerder ter zake van het plegen van strafbare feiten is veroordeeld.
Op grond van het vorenstaande, in samenhang beschouwd, acht het hof de oplegging van de door de politierechter opgelegde werkstraf, welke werkstraf eveneens door de advocaat-generaal is gevorderd, niet alleen gerechtvaardigd, maar ook passend en geboden. Het hof zal die werkstraf dan ook aan verdachte opleggen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde feit.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van veertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van twintig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. Koolschijn, voorzitter, mr. Ter Berg en mr. Hielkema, in tegenwoordigheid van Boersma als griffier, zijnde mr. Koolschijn voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.