ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ5739
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H. Hielkema
- A. Koolschijn
- M. Ter Berg
- Rechtspraak.nl
Nietigverklaring van de inleidende dagvaarding in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 20 augustus 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1968 en woonachtig in België, was niet verschenen op de zitting. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld voor misdrijven, maar de verdachte had tijdig hoger beroep aangetekend. Het hof verleende verstek tegen de niet verschenen verdachte en onderzocht de geldigheid van de inleidende dagvaarding.
Het hof constateerde dat de dagvaarding, gedateerd 26 juni 2007, op 29 juni 2007 was uitgereikt aan de griffier van de rechtbank Leeuwarden, omdat de verdachte geen woon- of verblijfplaats in Nederland had. De verdachte was op het moment van de zitting op 13 juli 2007 niet op de hoogte van de zitting, aangezien er geen bewijs was dat de dagvaarding op de juiste wijze naar het adres in België was verzonden. Dit leidde tot de conclusie dat de inleidende dagvaarding nietig verklaard moest worden.
Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en verklaarde de inleidende dagvaarding nietig. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige strafkamer, met mr. Hielkema als voorzitter en mr. Koolschijn en mr. Ter Berg als leden van de kamer. De griffier van de zitting was Boersma. De uitspraak benadrukt het belang van de correcte procedurele afhandeling van dagvaardingen, vooral in internationale contexten.