ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ6444

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
28 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002863-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor rijden onder invloed met hoge alcoholconcentratie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 28 augustus 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1957 en woonachtig in [woonplaats], was eerder veroordeeld voor het rijden onder invloed van alcohol. De politierechter had hem een straf opgelegd, maar de verdachte ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep is de verdachte niet verschenen, waardoor het hof verstek verleende. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid, maar het hof besloot het eerdere vonnis te vernietigen en opnieuw recht te doen.

Het hof achtte bewezen dat de verdachte op 24 augustus 2008 in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een motorrijtuig had gereden met een alcoholgehalte van 985 microgram per liter uitgeademde lucht, wat meer dan drie keer de toegestane hoeveelheid was. De verdachte had de verkeersveiligheid in gevaar gebracht en zijn verantwoordelijkheden als verkeersdeelnemer veronachtzaamd. Het hof oordeelde dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren en dat de verdachte strafbaar was.

Bij de strafmotivering hield het hof rekening met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit was begaan en de persoon van de verdachte. Het hof besloot een geldboete van € 1.100,- op te leggen, subsidiair 21 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van tien maanden, met aftrek van de tijd dat het rijbewijs was ingevorderd. Het hof volgde de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting en zag geen aanleiding om hiervan af te wijken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige strafkamer van het hof, met mr. A.J. Rietveld als voorzitter.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002863-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-621087-08
Arrest van 28 augustus 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 10 november 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1957] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en een bijkomende straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 28 uren, subsidiair te vervangen door 14 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 12 maanden.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
verdachte op of omstreeks 24 augustus 2008, in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een voertuig (een motorrijtuig), dit heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 985 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, in ieder geval hoger bleek te zijn dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat:
verdachte op 24 augustus 2008, in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een voertuig (een motorrijtuig), dit heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 985 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Overtreding van artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 24 augustus 2008 een personenauto bestuurd, nadat hij ruim drie keer zo veel alcoholhoudende drank had genuttigd als is toegestaan. Door zijn handelwijze heeft verdachte de verkeersveiligheid in gevaar gebracht en zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer veronachtzaamd.
Het hof heeft voorts gelet op het verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 20 mei 2009, waaruit naar voren komt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Het hof ziet geen aanleiding om bij de straftoemeting af te wijken van de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting, die indicatief zijn voor de straffen die het hof in soortgelijke zaken pleegt op te leggen. Van bijzondere omstandigheden om in dit geval anders te oordelen, is niet gebleken. Dat verdachte als bestuurder van de personenauto bij het verkeersongeval betrokken is geweest dat kort voor zijn aanhouding had plaatsgevonden, kan op basis van het proces-verbaal niet als vaststaand worden aangenomen. Dit ongeval kan naar het oordeel van het hof niet als strafverzwarende omstandigheid bij de toepassing van eerder genoemde oriëntatiepunten worden meegenomen. Het hof zal derhalve, anders dan door de advocaat-generaal gevorderd, een geldboete van na te melden hoogte en een geheel onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen. Daarbij heeft het hof rekening gehouden met verdachtes financiële draagkracht voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24 en 24c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van duizend éénhonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van eenentwintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
ontzegt aan de veroordeelde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van tien maanden;
beveelt dat de tijd, gedurende welke het rijbewijs ingevorderd en ingehouden is geweest, op de duur van de ontzegging geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. A.J. Rietveld, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. M.F.H.M. van Haastert, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier, zijnde mr. Van Haastert voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.