ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ7595

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
11 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
000364-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Poelman
  • W. Wachter
  • M. de Ruijer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de beschikking in hoger beroep inzake verzoek om vergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte kosten in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 11 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Leeuwarden van 8 april 2009. De verzoeker, geboren in 1962 en woonachtig te [woonplaats], had verzocht om vergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte kosten en geleden schade in een strafzaak, ter hoogte van € 1.023,40. De rechtbank had dit verzoek afgewezen, en de verzoeker ging hiertegen in hoger beroep.

Het hof heeft in openbare raadkamer op 28 augustus 2009 de stukken van de zaak bestudeerd, waaronder het verzoekschrift en relevante documenten uit de strafzaak. Het hof oordeelde dat de rechtbank terecht had beslist, onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad, dat de zaak niet was geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Dit betekende dat het verzoek om vergoeding niet kon worden toegewezen.

De beslissing van het hof was om de beschikking van de rechtbank te bevestigen. De verzoeker was niet verschenen, maar zijn advocaat, mr. R.G. Riemersma, was wel aanwezig. Het hof heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de eerdere beslissing van de rechtbank juist was. De verzoeker was eerder vrijgesproken van enkele beschuldigingen, maar was wel veroordeeld tot een werkstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen hechtenis, in een andere strafzaak. De uitspraak van het hof bevestigt de afwijzing van het verzoek om vergoeding.

Uitspraak

Parketnummer : 17/753759-08
GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Beschikking d.d. 11 september 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige raadkamer, op het hoger beroep tegen een beschikking ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering d.d. 8 april 2009 van de rechtbank te Leeuwarden op een verzoek van:
[verzoeker]
geboren op [1962] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats], [adres].
Verzoeker is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
Wel verschenen is zijn advocaat mr. R.G. Riemersma, advocaat te Leeuwarden
1. De beschikking waarvan beroep
De rechtbank heeft bij voormelde beschikking het verzoek afgewezen.
2. Het verzoek
Verzoeker vraagt vergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte kosten en/of geleden schade in een strafzaak tegen verzoeker ten bedrage van € 1.023,40, zoals nader in het verzoekschrift aangegeven, alsmede voor de gemaakte kosten van indiening en behandeling van het verzoekschrift.
3. Aanwending van het rechtsmiddel
Verzoeker is blijkens akte d.d. 13 mei 2009 op de voorgeschreven wijze (en tijdig) van voormelde beschikking in hoger beroep gekomen.
4. De behandeling in raadkamer
Het hof heeft in openbare raadkamer van 28 augustus 2009 kennis genomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de strafzaak betrekking hebbende stukken.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal , alsmede de raadsman van verzoeker.
5. De beoordeling van het hoger beroep
Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het hof het navolgende gebleken:
- tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder de gevoegde parketnummers 17/753759-08, 17/747291-07 en 17/755813-08 door de politierechter in de rechtbank Leeuwarden.
- verzoeker is door voormelde politierechter vrijgesproken van het onder parketnummers 17/753759-08, 17/755813-08 en 17/747291-07 (voor zover betrekking hebbende op de feiten 2 en 3) ten laste gelegde. Verzoeker is ter zake van het onder parketnummer 17/747291-07 ten laste gelegde feit 1 veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis;
- voormeld vonnis is onherroepelijk geworden op 28 oktober 2008;
- verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend.
Naar het oordeel van het hof heeft de rechtbank terecht onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad, gepubliceerd in NJ 2001,508 beslist dat nu "de zaak" niet is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, het verzoek dient te worden afgewezen. Het hof zal daarom de beslissing van de rechtbank bevestigen.
6. Beslissing op het hoger beroep
Het hof:
bevestigt de beschikking waarvan beroep.
Aldus gewezen door mrs. Poelman, voorzitter, Wachter en De Ruijer, in tegenwoordigheid van mr. Landstra als griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier.
Griffier Voorzitter
Raadkamernummer: 364-09