ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ7953

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
17 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003045-07
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor wederrechtelijk binnendringen in besloten lokaal

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1985, was eerder veroordeeld voor het wederrechtelijk binnendringen in een besloten lokaal van een Albert Heijn-vestiging op 16 mei 2007, terwijl zij wist dat zij een toegangsverbod had. De politierechter had een voorwaardelijke geldboete van € 130,-- opgelegd, subsidiair twee dagen vervangende hechtenis, met een proeftijd van twee jaren. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal dezelfde straf gevorderd als eerder opgelegd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De verdachte werd strafbaar geacht, en strafuitsluitingsgronden werden niet aanwezig geacht. Het hof heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een uittreksel uit het Justitiële Documentatieregister waaruit bleek dat zij eerder voor strafbare feiten was veroordeeld.

Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 130,--, met de bepaling dat vervangende hechtenis voor de duur van twee dagen zal worden toegepast indien de geldboete niet wordt betaald. De geldboete zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit schuldig maakt. Het arrest is ondertekend door de voorzitter en de andere rechters, met uitzondering van mr. Anjewierden, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003045-07
Parketnummer eerste aanleg: 18-653188-07
Arrest van 17 september 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 13 november 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
volgens eigen opgave ter zitting wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door haar raadsman mr. O.G. Schuur, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van de onderzoeken op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een voorwaardelijke geldboete van € 130,00, subsidiair twee dagen vervangende hechtenis, met een proeftijd van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
zij op of omstreeks 16 mei 2007, in de gemeente [gemeente], wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen op of nabij het [straat] en in gebruik bij het winkelbedrijf Albert Heijn, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 16 mei 2007, in de gemeente [gemeente], wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen op het [straat] en in gebruik bij het winkelbedrijf Albert Heijn.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
In het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte is op 16 mei 2007 de Albert Heijn-vestiging binnengegaan, terwijl zij, naar zij wist, een toegangsverbod had. Verdachte heeft zich door aldus te handelen schuldig gemaakt aan lokaalvredebreuk.
Het hof houdt bij de straftoemeting rekening met een verdachte betreffend Uittreksel uit het Justitiële Documentatieregister d.d. 16 juni 2009, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder voor strafbare feiten is veroordeeld.
Het hof heeft tevens in aanmerking genomen de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze door haar ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht.
Op grond van het vorenstaande acht het hof de oplegging van de door de advocaat-generaal gevorderde voorwaardelijke geldboete van na te melden hoogte, passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 63 en 138 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van honderddertig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van twee dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
beveelt, dat de geldboete niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink als griffier, zijnde mr. Anjewierden voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.