ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ8159

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
21 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000910-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • S.H. Wachter
  • G.M. Meijer-Campfens
  • G.J. Niezink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor valsheid in geschrift, poging tot oplichting en bedreiging van getuigen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 21 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaren, alsook tot een onvoorwaardelijke werkstraf van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis. De verdachte werd beschuldigd van valsheid in geschrift, poging tot oplichting en bedreiging van getuigen. Hij had werkgeversverklaringen en salarisspecificaties vervalst om hypothecaire geldleningen te verkrijgen voor derden. De rechtbank Assen had de verdachte eerder al veroordeeld voor deze misdrijven.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, al dan niet onder een alias, op verschillende tijdstippen in de periode van 2005 tot en met 2007, valse documenten heeft opgemaakt. Deze documenten waren bedoeld om de indruk te wekken dat bepaalde personen in dienst waren bij door de verdachte opgerichte commanditaire vennootschappen, zodat hypothecaire leningen konden worden verkregen. De verdachte heeft ook geprobeerd getuigen te beïnvloeden door hen te intimideren en te dreigen met gevolgen als zij hun verklaringen niet zouden intrekken.

De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van twaalf maanden geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Het hof heeft echter besloten het vonnis van de rechtbank te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, maar niet aan alle primair ten laste gelegde feiten. De straf is gemotiveerd door de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000910-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-830267-07
Arrest van 21 september 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Assen van 28 maart 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1966] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. N. van Schaik, advocaat te Utrecht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - met inachtneming van de wijziging tenlastelegging en verbeterde lezing in eerste aanleg - ten laste gelegd, dat:
1.
verdachte, al dan niet handelende onder de naam [alias] (CV) en/of
[alias](BV), op verschillende tijdstippen, althans op enig
tijdstip in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 juli 2006
te [plaats 1], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of
een ander, althans alleen,
(telkens) een geschrift - zijnde een werkgeversverklaring -, te weten
a) een werkgeversverklaring (voor een hypothecaire geldlening),
waaruit blijkt dat [getuige 1] een (vast) dienstverband heeft bij [bedrijf]
(CV) en/of
b) een werkgeversverklaring (voor een hypothecaire geldlening), waaruit blijkt
dat [getuige 2] een (vast) dienstverband heeft bij [bedrijf] (CV)
en/of
c) een werkgeversverklaring waaruit blijkt dat [getuige 3] een (vast)
dienstverband heeft bij [bedrijf] (CV) en/of
d) een werkgeversverklaring, waaruit blijkt dat [getuige 4] een (vast)
dienstverband heeft bij [bedrijf] (CV)
welk(e) geschrift(en) (telkens)bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit
te dienen, valselijk heeft opgemaakt, hierin bestaande, dat verdachte
(telkens) in die werkgeversverklaring(en) valselijk en/of in strijd met de
waarheid heeft vermeld:
- dat er sprake zou zijn van een (vast) dienstverband tussen de hiervoor onder
a tot en met d genoemde (natuurlijke) personen (als werknemer) en genoemde
commanditaire vennootschappen (CV's) (als werkgever) en/of
- dat die (natuurlijke) personen een bepaald inkomen zouden genieten ten laste van genoemde commanditaire vennootschappen (CV's)
welke aldus valselijk opgemaakte werkgeversverklaring(en) (telkens) door hem, verdachte, als zijnde echt en naar waarheid ingevuld, met zijn handtekening werd ondertekend,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2.
verdachte, al dan niet handelende onder de naam [alias] (CV) en/of
[alias] BV, op verschillende tijdstippen, althans op enig
tijdstip in of omstreeks de periode van 23 januari 2006 tot en met 26 juli
2006 te [plaats 1], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen
of een ander, althans alleen,
(telkens) een geschrift - zijnde een salarisspecificatie - te weten
a) een salarisspecificatie, waaruit blijkt dat er sprake zou zijn van een
(vast) dienstverband van [getuige 1] bij [bedrijf] (CV) en/of
b) een salarisspecificatie, waaruit blijkt dat er sprake zou zijn van een
(vast) dienstverband van [getuige 2] bij [bedrijf] (CV) en/of
c) een salarisspecificatie, waaruit blijkt dat er sprake zou zijn een (vast)
dienstverband van [getuige 3] bij [bedrijf] (CV) en/of
d) een salarisspecificatie, waaruit blijkt dat er sprake zou zijn van een
(vast) dienstverband van [getuige 4] bij [bedrijf] (CV),
welk(e) geschrift(en) (telkens) bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit
te dienen, valselijk heeft opgemaakt, hierin bestaande, dat verdachte
(telkens) in die salarisspecificatie(s) valselijk en/of in strijd met de
waarheid heeft vermeld:
- dat er sprake zou zijn van een dienstverband tussen de hiervoor onder a tot
en met d genoemde (natuurlijke) personen (als werknemer) en genoemde
commanditaire vennootschappen (CV's) (als werkgever) en/of
- dat die (natuurlijke) personen een bepaald inkomen zouden genieten ten laste
van genoemde commanditaire vennootschappen (CV's),
zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
hij, al dan niet handelende onder de naam [alias] CV en/of [alias] BV, op verschillende tijdstippen, althans op een tijdstip in of
omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 1 oktober 2007 te
[plaats 1], althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van
een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door
een samenweefsel van verdichtsels, de ING Bank te bewegen tot de afgifte van
een hypothecaire geldlening aan [getuige 1] en/of [getuige 2] en/of [getuige 3], hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte(n) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, ter verkrijging van (een) hypotheeklening(en) ten behoeve van
voornoemde perso(o)n(en)(telkens) bij de hypotheekaanvra(a)g(en)
- (een) valselijk opgemaakte werkgeversverklaring(en) en/of
- (een) valselijk opgemaakte salarisspecificatie(s) en/of
- (een) bankafschrift(en), waaruit storting(en) van salarissen
moest blijken aan die bank(en) heeft/hebben (laten) toekomen, waaruit moest
blijken dat die [getuige 1] en/of [getuige 2] en/of [getuige 3] en/of andere personen
in dienstverband werkzaam was/waren en/of inkomsten genoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
4.
hij, al dan niet handelend onder de naam [alias] CV en/of [alias][bedrijf], op verschillende tijdstippen, althans op een tijdstip in of
omstreeks de periode van 1 november 2005 tot en met 31 augustus 2006 te
[plaats 1], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de ING bank en/of de Postbank
heeft bewogen tot de afgifte van een hypothecaire lening van respectievelijk
375.000 euro en/of 161.500 euro ten behoeve van [getuige 4],
hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte(n) met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een valselijk opgemaakte werkgeversverklaring en/of
- een valselijk opgemaakte salarisspecificatie en/of
- een bankafschrift, waaruit een storting van salaris moest blijken
aan die bank heeft/hebben (laten) toekomen,
waaruit (telkens) moest blijken dat die [getuige 4] in dienstverband werkzaam
was en/of inkomsten genoot bij [bedrijf] (CV),
waardoor de ING bank en/of de Postbank werd(en) bewogen tot bovenomschreven
afgifte;
5. primair
(parketnummer 19/606408-07)
hij in of omstreeks de periode van 3 februari 2007 tot en met 22 augustus 2007,
te [plaats 2], gemeente [gemeente], althans in Nederland, opzettelijk mondeling
en/of door gebaren zich jegens [slachtoffer] en/of zijn echtgenote heeft geuit,
kennelijk om diens/hun vrijheid om naar waarheid en/of geweten ten overstaan
van een rechter en/of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden,
terwijl hij wist en/of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring
zal/zou worden afgelegd, hebbende hij met dat opzet
- (meermalen) telefonisch die [slachtoffer] en zijn echtgenote medegedeeld dat ze de
door hen bij de politie afgelegde getuigenverklaringen moesten intrekken en/of
- zich naar de woning van die [slachtoffer] en zijn echtgenote begeven en die [slachtoffer]
en/of zijn echtgenote medegedeeld dat als de door hen afgelegde
getuigenverklaringen niet zouden worden ingetrokken dit nare gevolgen voor
die [slachtoffer] en zijn echtgenote zou hebben en/of
- toen op 23 mei 2007 die [slachtoffer] en zijn echtgenote bij de rechter-commissaris
in het arrondissement Assen als getuigen werden gehoord, (zonder dat hij
voor die zitting uitgenodigd was) op luidruchtige wijze zijn
ongenoegen geuit en aldus, aldaar die [slachtoffer] en zijn echtgenote getracht te
intimideren en/of te beïnvloeden en/of
- brieven met als brievenhoofd Incassobureau "[alias]" opgemaakt en
aan die [slachtoffer] en/of zijn echtgenote gestuurd en in die brieven doen voorkomen dat [verdachte] een cliënt van dat incasso bureau was en dat het incassobureau namens [verdachte] die [slachtoffer] het voorstel deed om 5000 euro aan [verdachte] te betalen en/of te dreigen dat bij niet reageren door een medewerker van dat incassobureau een buurtonderzoek bij die [slachtoffer] zou plaatsvinden en/of informatie bij zijn werkgever zou worden ingewonnen;
5. subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 3 februari 2007 tot en met 22 augustus 2007,
te [plaats 2], gemeente [gemeente], althans in Nederland, [slachtoffer] en/of zijn echtgenote, door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer] en zijn echtgenote, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, immers heeft verdachte
- (meermalen) telefonisch medegedeeld dat de door die [slachtoffer] en zijn echtgenote bij de politie afgelegde getuigenverklaringen moest intrekken en/of
- zich naar de woning van die [slachtoffer] en zijn echtgenote begeven en die [slachtoffer]
en/of zijn echtgenote medegedeeld dat als de door hen afgelegde
getuigenverklaringen niet zouden worden ingetrokken dit nare gevolgen voor
die [slachtoffer] en zijn echtgenote zou hebben en/of
- toen op 23 mei 2007 die [slachtoffer] en zijn echtgenote bij de rechter-commissaris
in het arrondissement Assen als getuigen werden gehoord, (zonder dat hij
voor die zitting uitgenodigd was) aldaar op luidruchtige wijze zijn
ongenoegen geuit en aldus, aldaar die [slachtoffer] en zijn echtgenote getracht te
intimideren en/of te beïnvloeden en/of
- brieven met als brievenhoofd Incassobureau "[alias]" opgemaakt en
aan die [slachtoffer] en/of zijn echtgenote gestuurd en in die brieven doen voorkomen dat [verdachte] een cliënt van dat incasso bureau was en dat het incassobureau namens [verdachte] die [slachtoffer] het voorstel deed om 5000 euro aan [verdachte] te betalen en/of te dreigen dat bij niet reageren door een medewerker van dat incassobureau een buurtonderzoek bij die [slachtoffer] zou plaatsvinden en/of informatie bij zijn werkgever zou worden ingewonnen.
Verweer van de raadsman
Door de raadsman van verdachte is ter zitting aangevoerd dat geen sprake is van een verboden constructie waarbinnen valsheid in geschrift en (poging tot ) oplichting is gepleegd.
Het hof overweegt het navolgende:
Verdachte verwierf klanten op internet waarbij hij adverteerde met het verlenen van hulp bij het verkrijgen van een hypotheek voor een groep ondernemers die door banken vaak werd afgewezen.
Uit de verklaringen van [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4], in onderlinge samenhang beschouwd, kan worden afgeleid dat de werkgeversverklaringen en salarisspecificaties bij de hypotheekverstrekkers de indruk moesten wekken dat voornoemde personen in dienst waren bij vanwege verdachte opgerichte commanditaire vennootschappen, om zodoende een hypothecaire geldlening voor die personen te verkrijgen, welke verklaringen en specificaties in strijd met de waarheid door verdachte zijn opgesteld en ondertekend. Het hof verwerpt het verweer.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
verdachte, al dan niet handelende onder de naam [alias] (CV) en/of
[alias] (BV), op verschillende tijdstippen, in de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 juli 2006 te [plaats 1], telkens een geschrift - zijnde een werkgeversverklaring -, te weten
a) een werkgeversverklaring voor een hypothecaire geldlening,
waaruit blijkt dat [getuige 1] een vast dienstverband heeft bij [bedrijf]
(CV) en
b) een werkgeversverklaring voor een hypothecaire geldlening, waaruit blijkt
dat [getuige 2] een vast dienstverband heeft bij [bedrijf] (CV)
en
c) een werkgeversverklaring waaruit blijkt dat [getuige 3] een vast
dienstverband heeft bij [bedrijf] (CV) en
d) een werkgeversverklaring, waaruit blijkt dat [getuige 4] een vast
dienstverband heeft bij [bedrijf] (CV)
welke geschriften bestemd waren om tot bewijs van enig feit
te dienen, valselijk heeft opgemaakt, hierin bestaande, dat verdachte
in die werkgeversverklaringen valselijk en in strijd met de
waarheid heeft vermeld:
- dat er sprake zou zijn van een vast dienstverband tussen de hiervoor onder
a tot en met d genoemde natuurlijke personen als werknemer en genoemde
commanditaire vennootschappen (CV's) als werkgever en
- dat die natuurlijke personen een bepaald inkomen zouden genieten ten laste van genoemde commanditaire vennootschappen (CV's)
welke aldus valselijk opgemaakte werkgeversverklaringen door hem, verdachte, als zijnde echt en naar waarheid ingevuld, met zijn handtekening werd ondertekend,
zulks telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2.
verdachte, al dan niet handelende onder de naam [alias] (CV) en/of
[alias] BV, op verschillende tijdstippen, in de periode van 23 januari 2006 tot en met 26 juli 2006 te [plaats 1], telkens een geschrift - zijnde een salarisspecificatie - te weten
a) een salarisspecificatie, waaruit blijkt dat er sprake zou zijn van een
vast dienstverband van [getuige 1] bij [bedrijf] (CV) en
b) een salarisspecificatie, waaruit blijkt dat er sprake zou zijn van een
vast dienstverband van [getuige 2] bij [bedrijf] (CV) en
c) een salarisspecificatie, waaruit blijkt dat er sprake zou zijn een vast
dienstverband van [getuige 3] bij [bedrijf] (CV) en
d) een salarisspecificatie, waaruit blijkt dat er sprake zou zijn van een
vast dienstverband van [getuige 4] bij [bedrijf] (CV),
welke geschriften bestemd waren om tot bewijs van enig feit
te dienen, valselijk heeft opgemaakt, hierin bestaande, dat verdachte telkens in die salarisspecificaties valselijk en in strijd met de waarheid heeft vermeld:
- dat er sprake zou zijn van een dienstverband tussen de hiervoor onder a tot
en met d genoemde natuurlijke personen als werknemer en genoemde
commanditaire vennootschappen (CV's) als werkgever en
- dat die natuurlijke personen een bepaald inkomen zouden genieten ten laste
van genoemde commanditaire vennootschappen (CV's),
zulks telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
hij, al dan niet handelende onder de naam [alias] CV en/of [alias] BV, op verschillende tijdstippen, in de periode van 1 januari 2006 tot en met 1 oktober 2007 te [plaats 1], ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door een of meer listige kunstgrepen, de ING Bank te bewegen tot de afgifte van een hypothecaire geldlening aan [getuige 1] en [getuige 2] en [getuige 3], hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - telkens listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid, ter verkrijging van hypotheekleningen ten behoeve van voornoemde personen bij de hypotheekaanvragen
- valselijk opgemaakte werkgeversverklaringen en
- valselijk opgemaakte salarisspecificaties en
- bankafschriften, waaruit stortingen van salarissen
moest blijken aan die bank heeft (laten) toekomen, waaruit moest
blijken dat die [getuige 1] en [getuige 2] en [getuige 3] in dienstverband werkzaam waren en inkomsten genoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij, al dan niet handelend onder de naam [alias] CV en/of [alias] BV, op verschillende tijdstippen, in de periode van 1 november 2005 tot en met 31 augustus 2006 te [plaats 1], telkens met het oogmerk om zich en
anderen wederrechtelijk te bevoordelen door een of meer listige kunstgrepen, de ING bank en de Postbank heeft bewogen tot de afgifte van een hypothecaire lening van respectievelijk 375.000 euro en 161.500 euro ten behoeve van [getuige 4],
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
- zakelijk weergegeven - listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een valselijk opgemaakte werkgeversverklaring en
- een valselijk opgemaakte salarisspecificatie en
- een bankafschrift, waaruit een storting van salaris moest blijken
aan die bank heeft (laten) toekomen,
waaruit moest blijken dat die [getuige 4] in dienstverband werkzaam
was en inkomsten genoot bij [bedrijf] (CV),
waardoor de ING bank en de Postbank werden bewogen tot bovenomschreven
afgifte;
5. primair
hij in de periode van 3 februari 2007 tot en met 22 augustus 2007,
te [plaats 2], gemeente [gemeente], althans in Nederland, opzettelijk mondeling
en door gebaren zich jegens [slachtoffer] en zijn echtgenote heeft geuit,
kennelijk om hun vrijheid om naar waarheid en/of geweten ten overstaan
van een rechter en ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden,
terwijl hij wist dat die verklaring zou worden afgelegd, hebbende hij met dat opzet
- toen op 23 mei 2007 die [slachtoffer] en zijn echtgenote bij de rechter-commissaris
in het arrondissement Assen als getuigen werden gehoord, (zonder dat hij
voor die zitting uitgenodigd was) op luidruchtige wijze zijn
ongenoegen geuit en aldus, aldaar die [slachtoffer] en zijn echtgenote getracht te
intimideren en te beïnvloeden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. 2. 3. 4. en 5. primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
feiten 1 en 2 telkens: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd,
feit 3: poging tot oplichting,
feit 4: oplichting,
feit 5 primair: opzettelijk mondeling zich jegens een persoon uiten, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of een ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet dat die verklaring zal worden afgelegd .
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft gelet op de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte. Het hof heeft hierbij in het bijzonder het navolgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft in de jaren 2005 tot en met 2007 werkgeversverklaringen en salarisspecificaties valselijk opgemaakt teneinde de ING bank en Postbank te bewegen hypothecaire leningen te verstrekken aan meerdere personen. In een geval zijn daadwerkelijk op basis van de vervalste gegevens hypothecaire leningen verstrekt.
Verdachte heeft door zijn handelwijze het vertrouwen beschaamd dat deelnemers aan het financiële verkeer in elkaar behoren te kunnen stellen.
Voorts heeft verdachte zich in de periode van 3 februari 2007 tot en met 22 augustus 2007 schuldig gemaakt aan intimidatie en beïnvloeding van twee getuigen. Verdachte wilde door middel van deze bedreiging die getuigen beïnvloeden om hun verklaringen ten nadele van verdachte in te trekken dan wel te herroepen.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf tevens rekening gehouden met het de verdachte betreffende uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 27 juli 2009, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Het hof heeft tevens in aanmerking genomen de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze door hem en zijn raadsman ter terechtzitting naar voren zijn gebracht.
Gelet op het vorenstaande, acht het hof, anders dan door de advocaat-generaal gevorderd, een onvoorwaardelijke werkstraf van na te melden duur passend en geboden. Daarnaast is het hof van oordeel dat aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur dient te worden opgelegd teneinde verdachte te weerhouden zich in de toekomst wederom aan strafbare feiten schuldig te maken. Het hof zal die straffen dan ook aan verdachte opleggen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 57, 225, 285a en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1, 2, 3, 4 en 5 primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3, 4 en 5 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van zes maanden;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van tweehonderdveertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van honderdtwintig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag;
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S.H. Wachter, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. G.J. Niezink, in tegenwoordigheid van H. de Ruijter als griffier, zijnde mr. G.J. Niezink en H. de Ruijter voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.