ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ8224
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Bosch
- J. Melssen
- H. Voorink
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de beslissing van de kinderrechter inzake de uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak gaat het om de bekrachtiging van een beslissing van de kinderrechter met betrekking tot de uithuisplaatsing van de minderjarige [appellant]. De kinderrechter had op 29 juli 2009 de termijn van de machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten jeugdzorg accommodatie verlengd tot 12 december 2009. [appellant], geboren op 6 november 1992, heeft in hoger beroep verzocht deze beschikking te vernietigen. De zaak is behandeld op 2 september 2009, waarbij de advocaat van [appellant] en vertegenwoordigers van Stichting Bureau Jeugdzorg Drenthe (SBJD) en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De ouders van [appellant] zijn niet verschenen, evenmin als [appellant] zelf, die door vervoersproblemen niet ter zitting kon komen. De advocaat heeft verzocht de zaak zonder de aanwezigheid van [appellant] te behandelen.
Het hof heeft de grieven van [appellant] beoordeeld, die voornamelijk betrekking hadden op de formele vereisten van de beslissing van de kinderrechter. [appellant] stelde dat de beslissing was genomen op basis van een verouderd indicatiebesluit en een oud hulpverleningsplan. Het hof oordeelde echter dat het indicatiebesluit geldig was voor een jaar en dat de zorgaanbieder niet verplicht was om een nieuw besluit in te dienen. Ook het hulpverleningsplan werd als actueel beschouwd, aangezien het de gedragsproblematiek van [appellant] gedurende zijn verblijf in de gesloten jeugdzorg beschreef.
Daarnaast werd de termijn van de machtiging tot uithuisplaatsing besproken. [appellant] voerde aan dat de kinderrechter de machtiging had moeten beperken tot 7 oktober 2009, maar het hof oordeelde dat deze datum slechts een tussenevaluatie betrof en niet de einddatum van de benodigde zorg. Het hof concludeerde dat de gedragsproblemen van [appellant] een verlenging van de machtiging rechtvaardigden. Uiteindelijk bekrachtigde het hof de beschikking van de kinderrechter, waarmee de uithuisplaatsing van [appellant] werd gehandhaafd.