ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ8862

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
29 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
000336-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Beswerda
  • M. Meijer-Campfens
  • K. Koers-van der Linde
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding immateriële schade na onterecht ondergane detentie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 september 2009 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, die onterecht gedetineerd was, vroeg een schadevergoeding van € 18.335,00 voor de immateriële schade die hij had geleden door zijn detentie. Het hof heeft vastgesteld dat verzoeker van 28 juli 2008 tot en met 11 maart 2009 in detentie heeft gezeten, waarvan een deel onder beperkingen. Op 15 april 2009 is verzoeker vrijgesproken van de strafzaak die aan zijn detentie ten grondslag lag, en het arrest is op 30 april 2009 onherroepelijk geworden. Het hof oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren om verzoeker een schadevergoeding toe te kennen. Na een gedetailleerde berekening van de dagen in detentie en de bijbehorende vergoedingen, heeft het hof besloten om een totaalbedrag van € 18.280,00 aan verzoeker toe te kennen, ten laste van de Staat. De kosten van het verzoekschrift werden ook vergoed tot een bedrag van € 275,00. Het hof wees het meer of anders verzochte af, en de beslissing werd ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Rekestnummer: 000336-09
Parketnummer hoger beroep: 24-002617-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-830197-08 en 18-670513 (tul)
Beschikking d.d. 29 september 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige raadkamer, op het verzoek ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering van:
[verzoeker]
geboren op [1989] te [geboorteplaats]
wonende te [woonplaats], [adres],
Verzoeker en zijn advocaat mr. A.A. Reah, zijn ingelicht omtrent de behandeling van het verzoekschrift ter openbare raadkamer van het gerechtshof d.d.15 september 2009. Hierbij is meegedeeld dat hun verschijnen niet vereist is omdat het verzoek voldoende gemotiveerd is.
Verzoeker en zijn advocaat zijn niet in openbare raadkamer verschenen.
Het verzoek
Verzoeker vraagt vergoeding ten laste van de Staat voor de schade welke hij ten gevolge van ondergane detentie in een strafzaak heeft geleden ten bedrage van € 18.335,00, zoals nader in het verzoekschrift aangegeven.
De behandeling in raadkamer
Het hof heeft in openbare raadkamer van 15 september 2009 kennis genomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de strafzaak betrekking hebbende stukken.
De beoordeling van het verzoek
Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het hof het navolgende gebleken:
- tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder parketnummer 19-830197-08 door de politierechter in de rechtbank Assen en vervolgens in hoger beroep onder parketnummer 24-002617-08 door dit hof op 1 april 2009;
- verzoeker heeft de periode van 28 juli 2008 tot en met 31 juli 2008 in een politiecel doorgebracht en verbleef vanaf 1 augustus 2008 in het huis van bewaring alwaar verzoeker tot en met 7 augustus 2008 in beperkingen heeft gezeten. Vanaf 8 augustus 2008 zijn de beperkingen opgeheven. Verzoeker is op 11 maart 2009 in vrijheid gesteld;
- verzoeker is bij arrest van dit hof op 15 april 2009 vrijgesproken van het feit, waarop voormelde detentie betrekking had;
- voormeld arrest is onherroepelijk geworden op 30 april 2009;
- de strafzaak tegen verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel;
- verzoeker heeft tengevolge van voormelde detentie schade geleden;
- verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend.
Het hof is van oordeel, alle omstandigheden in aanmerking genomen, dat gronden van billijkheid aanwezig zijn om aan verzoeker ter zake van immateriële schade een schadevergoeding toe te kennen.
226 dagen ondergane detentie, bestaande uit:
* 4 dagen hechtenis op het politiebureau (ad € 95,00 per dag) € 380,00
* 7 dagen in het huis van bewaring doorgebracht in beperkingen (
ad € 70,00 + € 25,00 per dag) € 665,00
* 24 dagen in het huis van bewaring voor 1 september 2008
(ad € 70,00 per dag) € 1.680,00
* 191 dagen in het huis van bewaring na 1 september 2008
(ad € 80,00 per dag) € 15.280,00
Totaal € 18.005,00
De kosten van het verzoekschrift zal het hof vergoeden overeenkomstig de terzake geldende landelijke richtlijnen, en wel tot een bedrag van € 275,00.
Gelet op het vorenstaande zal het hof aan verzoeker een vergoeding van € 18.280,00 ten laste van de Staat toe kennen voor de schade, welke hij tengevolge van voormelde detentie in voormelde strafzaak heeft geleden.
Beslissing (op het hoger beroep)
Het hof:
kent aan verzoeker [verzoeker] toe een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 18.280,00.
wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gewezen door mrs. Beswerda, Meijer-Campfens en Koers-van der Linde en ondertekend door de voorzitter en de griffier.
Griffier Voorzitter
beveelt de tenuitvoerleging ten aanzien van dit bedrag door overmaking van dat bedrag op bankrekening nr. 13.51.53.794 ten name van De Haan Advocaten en Notarissen onder vermelding van ML/[verzoeker]/89Sv.
Voorzitter