ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ9271

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
2 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001691-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van overtreding van de Opiumwet in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 2 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor een misdrijf, maar heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte, mr. A.A. Scholtmeijer, verklaard dat hij de verdachte ter terechtzitting mocht verdedigen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte schuldig zou verklaren en hem zou veroordelen tot een gevangenisstraf van één maand, met aftrek van voorarrest.

Het hof heeft echter besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen en opnieuw recht te doen. De tenlastelegging betrof de verkoop en/of aflevering van cocaïne, waarbij de verdachte op of omstreeks 11 oktober 2007 in de gemeente [gemeente] zou hebben gehandeld. Het hof heeft vastgesteld dat niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat het bij de verdachte aangetroffen bolletje cocaïne afkomstig was van de verdachte of medeverdachte.

Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier. Dit arrest is een belangrijke uitspraak in het kader van de toepassing van de Opiumwet en de bewijsvoering in strafzaken.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001691-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-841909-07
Arrest van 2 oktober 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 16 juni 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1974] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte, mr. A.A. Scholtmeijer, advocaat te Heerenveen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van één maand, met aftrek van voorarrest.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 11 oktober 2007 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt aan een (aantal) pers(o)n(en) en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Vrijspraak
Niet kan met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat het bij [naam] aangetroffen bolletje, bevattende cocaïne, afkomstig is van verdachte of medeverdachte.
Derhalve dient verdachte van het hem ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter, mr. J. Hielkema en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier.