ECLI:NL:GHLEE:2009:BK0185
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Kuiper
- A. Zuidema
- J. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering aan echtgenoot
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 13 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de terugvordering van een uitkering die ten onrechte aan de vrouw was uitbetaald, terwijl deze aan haar echtgenoot toekwam. De zaak betreft een geschil tussen appellante, de vrouw, en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De rechtbank had in eerste aanleg de vordering van UWV afgewezen op primaire grond, maar toegewezen op subsidiaire grond, waarbij werd geoordeeld dat de uitkering niet aan de echtgenoot was betaald, maar aan de vrouw, en dat er geen rechtsgrond was voor deze betaling.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de echtgenoot van appellante ontving sinds 1978 een arbeidsongeschiktheidsuitkering, die in 1998 werd omgezet naar een Wajong-uitkering. UWV had vastgesteld dat er geen recht op uitkering was voor de periode van 2001 tot 2004 vanwege verzwegen werkzaamheden van appellante. De rechtbank oordeelde dat de uitkering onverschuldigd was betaald aan appellante, omdat deze niet aan haar echtgenoot was betaald, maar aan haar rekening. Het hof bevestigde dat UWV de uitkering als onverschuldigd betaald kan terugvorderen van appellante, omdat er geen rechtsgrond was voor de betaling aan haar.
Appellante voerde grieven aan tegen de toewijzing van de hoofdsom en de motivering van de rechtbank. Het hof oordeelde dat UWV de betalingen op de rekening van appellante had gedaan, en dat appellante als ontvanger van de onverschuldigde betaling moet terugbetalen. Het hof vernietigde de beslissing van de rechtbank over de ingangsdatum van de wettelijke rente, en bepaalde dat deze pas verschuldigd is vanaf 31 juli 2007, in plaats van 3 augustus 2005. Het hof bekrachtigde het vonnis voor het overige en bepaalde dat iedere partij zijn eigen kosten draagt in hoger beroep.