ECLI:NL:GHLEE:2009:BK0725
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Veroordeling wegens bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 19 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1974, was eerder veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een straf en had beslist op de vordering van de benadeelde partij. De verdachte heeft tijdig hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat de aangifte van de eerste benadeelde partij, [slachtoffer 1], onvoldoende bewijs biedt voor de beschuldiging, waardoor de verdachte daarvan is vrijgesproken. Echter, de bedreiging jegens de tweede benadeelde partij, [slachtoffer 2], werd wel bewezen verklaard. De verdachte had [slachtoffer 2] bedreigd met de woorden dat zijn leven niet meer zeker was, wat door het hof als een ernstige bedreiging werd beschouwd. Het hof heeft de ernst van de bedreiging en de omstandigheden waaronder deze is gepleegd in overweging genomen bij het bepalen van de straf. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 220,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de boete niet wordt betaald. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 23, 24, 24c, 63 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.