ECLI:NL:GHLEE:2009:BK1316
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Verschuur
- Kuiper
- Breemhaar
- Rechtspraak.nl
Gevolgen van het niet-overleggen van door de rechter bevolen stukken in hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, is op 27 oktober 2009 een arrest gewezen in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen [appellant], wonende te [woonplaats], en [geïntimeerde], wonende in de Bondsrepubliek Duitsland. In eerste aanleg was [appellant] eiser en [geïntimeerde] gedaagde. De advocaat van [appellant] was mr. J.V. van Ophem, terwijl mr. J.B. Dijkema de advocaat van [geïntimeerde] was. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] in een akte had gesteld dat hij het dossier van een eerder geding, waarin een vonnis van 26 oktober 2004 was gewezen, in het geding zou brengen. Echter, de stukken van dat andere geding, inclusief het vonnis, zijn niet daadwerkelijk ingediend. Dit heeft geleid tot de beslissing van het hof dat het niet voldoen aan de opdracht om deze stukken te overleggen voor risico van [appellant] komt. Hierdoor kon het hof de toewijsbaarheid van de vordering van [appellant] niet verder beoordelen. Het hof heeft het bestreden vonnis van 7 november 2006 bekrachtigd en [appellant] veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die zijn begroot op € 251,-- aan verschotten en € 948,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat.