ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2014
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor overtreding van de Wegenverkeerswet 1994
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling voor het overtreden van artikel 9, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte heeft op 3 juni 2008 een personenauto bestuurd, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorvoertuigen was ontzegd. Dit was een schending van een rechterlijke uitspraak die bedoeld was om de verkeersveiligheid te bevorderen. De politierechter in de rechtbank Assen had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte heeft hiertegen hoger beroep aangetekend.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 20 oktober 2009 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 50 uren, subsidiair 25 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de verdachte strafbaar en oordeelde dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren.
Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere keren geen gevolg heeft gegeven aan de verplichting om zijn rijbewijs in te leveren, wat aantoont dat hij zich niets aantrok van de rechterlijke beslissing. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van vijftig uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht.