ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2870

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
10 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
107.001.070
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Knijp
  • J. Zandbergen
  • M. Janse
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake vordering uit rekening-courant en bewijskracht basisadministratie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 10 november 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering uit rekening-courant. De appellant, wonende te [woonplaats], was in eerste aanleg gedaagde en werd vertegenwoordigd door advocaat mr. P.R. van den Elst. De geïntimeerde, Finata Bank N.V., gevestigd te [plaats], was in eerste aanleg eiseres en werd vertegenwoordigd door advocaat mr. H.P. de Lange. De zaak betreft de vraag of de appellant voldoende tegenbewijs heeft geleverd tegen de stelling dat hij opnames heeft gedaan van per saldo omgerekend € 20.313,96. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant op 8 februari 1991, 29 juli 1991 en 4 november 1991 opnames heeft gedaan, maar dat hij in de gelegenheid is gesteld om tegenbewijs te leveren. De appellant heeft echter geen verklaringen afgelegd die de voorshands bewezen geachte feiten konden ontkrachten. Hierdoor staat het feit dat de appellant deze opnames heeft gedaan in rechte vast.

Het hof heeft geconcludeerd dat, naast de grieven II en III, ook grief I op alle onderdelen faalt. Het vonnis waarvan beroep wordt bekrachtigd, waarbij de appellant als de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. De kosten worden begroot op € 1.450,= aan verschotten en € 2.316,= aan geliquideerd salaris voor de advocaat. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze uitspraak volgt na een getuigenverhoor en het indienen van stukken door de appellant voor het wijzen van arrest. Het hof heeft de inhoud van het tussenarrest van 23 december 2008 overgenomen in deze uitspraak.

Uitspraak

Arrest d.d. 10 november 2009
Zaaknummer 107.001.070
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de vierde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [appellant],
toevoeging,
advocaat: mr. P.R. van den Elst, kantoorhoudende te Leeuwarden,
tegen
Finata Bank N.V.,
gevestigd te [plaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Finata Bank,
advocaat: mr. H.P. de Lange, kantoorhoudende te Drachten.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 23 december 2008 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Na het tussenarrest van 23 december 2008 heeft een getuigenverhoor plaatsgehad. Vervolgens heeft [appellant] de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
1. Het hof heeft [appellant] in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren tegen het voorshands afdoende bewezen te achten feit dat hij opnames heeft gedaan van per saldo omgerekend € 20.313,96, te weten € 16.366,08 (fl. 36.000,=) op 8 februari 1991, € 2.268,90 (fl. 5.000,=) op 29 juli 1991 en € 1.678,98 (fl. 3.700,=) op 4 november 1991. Ingevolge deze bewijsopdracht is uitsluitend [appellant] als getuige gehoord. [appellant] heeft echter niets verklaard dat aan het hiervoor genoemde, voorshands bewezen geachte feit af kan doen. Daarmee staat een en ander thans in rechte vast.
De slotsom.
2. Omdat aldus (naast de grieven II en III) ook grief I op alle onderdelen faalt, dient het vonnis waarvan beroep te worden bekrachtigd, met veroordeling van [appellant] als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding in hoger beroep (tariefgroep III, 2 punten).
De beslissing
Het gerechtshof:
verklaart [appellant] niet-ontvankelijk in het tegen het vonnis van 2 maart 2005 ingestelde hoger beroep;
bekrachtigt de vonnissen van 5 oktober 2005 en 22 februari 2006 waarvan beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van Finata Bank tot aan deze uitspraak op € 1.450,= aan verschotten en € 2.316,= aan geliquideerd salaris voor de advocaat.
verklaart dit arrest ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mrs. Knijp, voorzitter, Zandbergen en Janse, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 10 november 2009 in bijzijn van de griffier.