ECLI:NL:GHLEE:2009:BK5158
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Kuiper
- A. Zuidema
- M. de Hek
- Rechtspraak.nl
Loonvordering na ontbinding arbeidsovereenkomst met inachtneming van WW-uitkering en reïntegratietraject
In deze zaak gaat het om een loonvordering van de appellant na de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst. De appellant, vertegenwoordigd door mr. P. Stehouwer, heeft zijn loonvordering aangepast aan de overwegingen van het hof in een eerder tussenarrest. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. W.M. Veldjesgraaf, heeft zich verzet tegen de wijziging van eis en heeft betoogd dat de appellant geen recht heeft op loon omdat hij geen werkzaamheden heeft verricht. Het hof heeft de wijziging van eis toelaatbaar geacht, maar het verzet van de geïntimeerde tegen een nieuwe vordering betreffende niet-opgenomen vakantiedagen gegrond verklaard.
Het hof heeft de appellant verzocht om zich uit te laten over het einde van de arbeidsovereenkomst en de appellant heeft aangegeven dat hij zich op 10 maart 2008 ziek heeft gemeld. De loonvordering is aangepast tot 3 maart 2008, de datum van werkhervatting. De appellant heeft een berekening gemaakt van het achterstallige loon en vakantietoeslag, maar het hof heeft geoordeeld dat de WW-uitkering in mindering moet worden gebracht op de vordering. De geïntimeerde heeft ook betoogd dat de appellant op basis van de geldende CAO slechts recht heeft op 85% van zijn laatstverdiende loon.
Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat de vordering van de appellant voor een percentage van 30% toewijsbaar is, en heeft de geïntimeerde veroordeeld tot betaling van een bedrag aan achterstallig loon en vakantiegeld, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten zijn gecompenseerd, aangezien beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan.