ECLI:NL:GHLEE:2010:BL4472
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Geschil over leveringsovereenkomst voor gas en elektriciteit en onverschuldigde betaling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] over de levering van gas en elektriciteit. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A.H. Lanting, betwistte dat er een leveringsovereenkomst was gesloten met de geïntimeerde, die werd bijgestaan door mr. G.A. Pots. De rechtszaak volgde op een eerdere uitspraak van de kantonrechter, waarbij de geïntimeerde, die energie aan de appellant had geleverd, een vergoeding eiste op basis van een vermeende overeenkomst. De appellant ontkende echter de ondertekening van de contracten en stelde dat hij geen contractspartij was.
Tijdens de comparitie van partijen op 27 oktober 2009 werd duidelijk dat de geïntimeerde onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat de appellant de contracten had ondertekend. Het hof oordeelde dat de bewijslast bij de geïntimeerde lag, maar dat deze niet was nagekomen. De geïntimeerde had slechts twee contracten overgelegd, die per fax waren ontvangen, en geen originele handtekeningen konden worden getoond. Hierdoor werd het verzoek om deskundigenonderzoek naar de handtekeningen niet gehonoreerd.
Het hof concludeerde dat de primaire grondslag van de vordering van de geïntimeerde was komen te vervallen, maar oordeelde dat de appellant op basis van onverschuldigde betaling wel degelijk een vergoeding verschuldigd was. De appellant was huurder van de panden en had de energie van de geïntimeerde ontvangen. Het hof veroordeelde de appellant tot betaling van een bedrag van € 8.835,03, vermeerderd met wettelijke rente, en stelde de proceskosten vast. Het arrest werd uitgesproken op 16 februari 2010.