ECLI:NL:GHLEE:2010:BL5509

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
23 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.016.354/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. Janse
  • A. Wind
  • T. Tjallema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijslevering van roerende zaken in civiele rechtszaak

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, ging het om een hoger beroep dat werd ingesteld door [appellant], handelend onder de naam [x], tegen [geïntimeerde]. De zaak betreft de bewijslevering van roerende zaken, specifiek de levering van banken die door [appellant] waren aangeschaft. Na een tussenarrest op 17 november 2009, waarin het hof de zaak verwees naar de rolzitting van 15 december 2009 voor dagbepaling enquête, heeft de advocaat van [appellant] laten weten af te zien van de enquête. Hierdoor heeft het hof de stelling van [geïntimeerde] als juist aangenomen, dat zij de banken aan [appellant] heeft geleverd. Dit leidde tot de conclusie dat de rechtbank terecht de vordering van [geïntimeerde] tot betaling van de restant koopsommen heeft toegewezen en de vordering van [appellant] tot terugbetaling van de aanbetaling van 20% van beide koopsommen heeft afgewezen.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bekrachtigd en [appellant] veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. De kosten aan de zijde van [geïntimeerde] zijn begroot op € 406,-- aan verschotten en € 632,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat. Het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 februari 2010, in aanwezigheid van de griffier. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat [geïntimeerde] de kosten kan vorderen, ongeacht een eventuele verdere procedure.

Uitspraak

Arrest d.d. 23 februari 2010
Zaaknummer 200.016.354/01
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de vierde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant], handelend onder de naam [x],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. M. Schuring, kantoorhoudende te Groningen,
tegen
[geïntimeerde],
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. J.V. van Ophem, kantoorhoudende te Leeuwarden.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 17 november 2009 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Na het tussenarrest d.d. 17 november 2009 is de zaak verwezen naar de rolzitting van 15 december 2009 voor dagbepaling enquête. Op die rolzitting heeft de advocaat van [appellant] laten weten af te zien van de enquête.
Vervolgens hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
Aangezien [appellant] heeft afgezien van de enquête en ook overigens niet het tegenbewijs heeft bijgebracht waartoe het hof hem had toegelaten, gaat het hof uit van de juistheid van de stelling van [geïntimeerde] dat zij de door [appellant] gekochte banken aan hem heeft geleverd. Dit brengt met zich dat de rechtbank terecht de vordering van [geïntimeerde] tot betaling van de (restant-)koopsommen heeft toegewezen en de vordering van [appellant] tot terugbetaling van de aanbetaling van 20% van beide koopsommen heeft afgewezen.
Uit het voorgaande volgt dat de grieven geen doel treffen.
De slotsom
Het vonnis waarvan beroep dient te worden bekrachtigd met veroordeling van [appellant] als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding in hoger beroep (geliquideerd salaris advocaat: tarief I, 1 punt).
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van [geïntimeerde] tot aan deze uitspraak op € 406,-- aan verschotten en € 632,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat;
verklaart dit arrest voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mrs. Janse, voorzitter, Wind en Tjallema, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 23 februari 2010 in bijzijn van de griffier.