ECLI:NL:GHLEE:2010:BL5589

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
25 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001583-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meermalen gepleegde oplichting met aanzienlijke financiële schade voor slachtoffers

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 25 februari 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De verdachte is veroordeeld voor het meermalen plegen van oplichting, waarbij hij aanzienlijke bedragen heeft afhandig gemaakt van verschillende slachtoffers. De verdachte heeft zich voorgedaan als financieel adviseur en heeft slachtoffers onder valse voorwendselen overgehaald om hen geld te lenen, met de belofte dat dit geld zou worden geïnvesteerd in onroerend goed in Bulgarije. In werkelijkheid heeft de verdachte geen investeringen gedaan, maar het geld vergokt in een casino. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, maar het hof heeft dit vonnis gedeeltelijk vernietigd en de straf verlaagd naar drie jaar gevangenisstraf. Het hof heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij aanzienlijke schadevergoedingen zijn opgelegd aan de verdachte. De benadeelde partijen hebben in totaal meer dan € 400.000,-- aan schadevergoeding gevorderd, waarvan een deel is toegewezen. Het hof heeft de verdachte ook verplicht tot betaling van schadevergoedingen aan de benadeelde partijen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien niet aan de betalingsverplichtingen wordt voldaan. De zaak benadrukt de ernst van oplichting en het misbruik van vertrouwen in financiële relaties.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001583-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-880067-09
Arrest van 25 februari 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 12 juni 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1959] te [geboorteplaats],
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in P.I. Veenhuizen, gevangenis Norgerhaven te Veenhuizen,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.H. Gart, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren, met aftrek van het voorarrest, heeft maatregelen opgelegd en heeft een beslissing genomen over de vorderingen van de benadeelde partijen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof :
- verdachte terzake het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf van vier jaren, met aftrek van het voorarrest;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] zal toewijzen tot een bedrag van € 173.607,--, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en deze benadeelde partij in het meer gevorderde niet-ontvankelijk zal verklaren;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] zal toewijzen tot een bedrag van € 241.154,50, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en deze benadeelde partij in het meer gevorderde niet-ontvankelijk zal verklaren;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] geheel zal toewijzen, zijnde een bedrag van € 13.425,--, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de vordering van de benadeelde partij (de erven van) [benadeelde 5] geheel zal toewijzen, zijnde een bedrag van
€ 32.989,37, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn vordering;
- de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen ten aanzien van het slachtoffer [benadeelde 4] voor het bedrag van
€ 38.958,--.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij in of omstreeks 1 januari 2007 tot en met 4 februari 2008, te [plaats 1], (althans) in de gemeente [gemeente 1] en/of te [plaats 2], (althans) in de gemeente [gemeente 2] en/of elders in Nederland, op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van (telkens) een hoeveelheid geld (te weten (in totaal) 191.000 Euro), in elk geval (telkens) van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (onder meer)
- die [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1] medegedeeld dat hij niet meer als financieel adviseur bij [bedrijf] werkte maar dat hij voor zichzelf was begonnen (en/of (daarbij) misbruik, althans gebruik, gemaakt van het vertrouwen dat die [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1] in hem had(den) doordat hij reeds eerder als financieel adviseur van het (bonafide) bedrijf [bedrijf] voor hen opgetreden was en/of de omstandigheid dat hij (dientengevolge) inzicht had in de financiële situatie van die [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1])) en/of dat hij thans vermogen investeerde in onroerend goed te Bulgarije en/of dat hij extra rente aan hen wilde verstrekken en/of dat als die [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1] een extra 20.000 Euro bovenop de reeds toegezegde investering van 100.000 Euro zou(den) investeren, hij nòg een hoger rente-percentage aan hen kon verstrekken en/of dat een vriend/bekende van die [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1], genaamd [benadeelde 2], ook geld bij hem geïnvesteerd had en/of "dat dat liep als een trein"
en/of (vervolgens)
- de eerste termijn(en) van die lening afgelost aan die [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1] zodat die [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1] vertrouwen had(den) en/of hield(en) en/of kre(e)g(en) in de handelwijze van hem, verdachte
en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1] medegedeeld dat hij een lucratief staatsgebouw in Bulgarije kon kopen en/of hun voorgesteld te investeren in zijn, verdachtes, project en/of dat zij met een investering in dit project hun investering in [bedrijf] (die aan een schommelende beurskoers onderhevig was) weer een beetje terug konden krijgen
en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1] medegedeeld dat er iets mis was gegaan met de eigendomspapieren van een project in Bulgarije en/of dat hij meer geld nodig had om de totale investering Bulgarije uit te kunnen krijgen en/of dat als die [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1] niet zouden betalen er meer mensen, waaronder hun vriend/ bekende [benadeelde 2], tengevolge van hun weigering financieel gedupeerd zouden raken,
in elk geval zich (telkens) voorgedaan als een bonafide investeerder en/of financieel adviseur,
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1] (telkens) werd(en) bewogen tot bovengenoemde afgifte;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 8 augustus 2008, te [plaats 1], (althans) in de gemeente [gemeente 1] en/of elders in Nederland, op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van (telkens) een hoeveelheid geld (in totaal (ongeveer) 252.922,50 Euro), in elk geval (telkens) van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid onder meer
- (telkens) misbruik, althans gebruik, gemaakt van het vertrouwen dat die [benadeelde 2] in hem had doordat hij reeds eerder als financieel adviseur van het (bonafide) bedrijf [bedrijf] (waar hij, verdachte, eerder werkzaam was) op lucratieve wijze geld voor die [benadeelde 2] had belegd en/of beheerd en/of (dientengevolge) inzicht had in de financiële situatie van die [benadeelde 2]
en/of (vervolgens)
- (meermalen) die [benadeelde 2] medegedeeld dat hij een lucratieve investering kon doen in Bulgarije, waarbij de te investeren gelden een zeer gunstig rentepercentage zouden krijgen en/of (vervolgens)
- een lening/investering volledig en/of meermalen een lening ten dele afgelost aan die [benadeelde 2] zodat die [benadeelde 2] vertrouwen had en/of kreeg en/of hield in de handelwijze van hem, verdachte
en/of (vervolgens)
- (meermalen) die [benadeelde 2] medegedeeld dat er iets mis was gegaan met de eigendomspapieren van een project in Bulgarije en/of dat hij meer geld nodig had om de totale investering in Bulgarije uit te kunnen krijgen,
in elk geval zich (telkens) voorgedaan als een bonafide investeerder en/of financieel adviseur,
waardoor die [benadeelde 2] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 14 mei 2007, te [plaats 1], (althans) in de gemeente [gemeente 1] en/of elders in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een ander, genaamd [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 15.000 Euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (onder meer)
- misbruik, althans gebruik gemaakt van het vertrouwen dat die [benadeelde 3] in hem had doordat hij werkzaam was als financieel adviseur van het (bonafide) bedrijf [bedrijf] en/of de omstandigheid dat hij uit hoofde van die werkzaamheden inzicht had in de financiële situatie van die [benadeelde 3],
en/of (vervolgens)
- die [benadeelde 3] medegedeeld dat hij een lucratieve investering kon doen in Bulgarije (in bouwprojecten), waarbij de te investeren gelden een zeer gunstig rentepercentage zouden krijgen,
in elk geval zich voorgedaan als een bonafide investeerder en/of financieel
adviseur,
waardoor die [benadeelde 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2006 tot en met 25 oktober 2006, te [plaats 1], (althans) in de gemeente [gemeente 1] en/of elders in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een ander, genaamd [benadeelde 4] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 45.000 Euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (onder meer)
- misbruik, althans gebruik gemaakt van het vertrouwen dat die [benadeelde 4] in hem had doordat hij werkzaam was als financieel adviseur van het (bonafide) bedrijf [bedrijf] en/of de omstandigheid dat hij uit hoofde van die werkzaamheden de hypotheek reeds succesvol had overgesloten van die [benadeelde 4] (waardoor er 45.000 Euro vrij kwam) en/of (dientengevolge) inzicht had in de financiële situatie van die [benadeelde 4],
en/of (vervolgens)
- die [benadeelde 4] medegedeeld dat hij een lucratieve investering kon doen in Bulgarije, waarbij de te investeren gelden een zeer gunstig rentepercentage zouden krijgen,
in elk geval zich voorgedaan als een bonafide investeerder en/of financieel adviseur,
waardoor die [benadeelde 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 14 november 2006 te [plaats 1], (althans) in de gemeente [gemeente 1] en/of te [plaats 3], (althans) in de gemeente [gemeente 3] en/of elders in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een ander, genaamd [benadeelde 5] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 40.000 Euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (onder meer)
- misbruik, althans gebruik gemaakt van het vertrouwen dat die [benadeelde 5] in hem had doordat hij toen werkzaam was als financieel adviseur (bij een (bonafide) bedrijf) en/of de omstandigheid dat hij uit hoofde van die werkzaamheden die [benadeelde 5] had voorgelicht over een nieuwe af te sluiten hypotheek en/of (dientengevolge) inzicht had in de financiële situatie van die [benadeelde 5],
en/of (vervolgens)
- die [benadeelde 5] medegedeeld dat hij een lucratieve investering kon doen in Bulgarije, waarbij de te investeren gelden een zeer gunstig rentepercentage zouden krijgen,
in elk geval zich voorgedaan als een bonafide investeerder en/of financieel adviseur,
waardoor die [benadeelde 5] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij in de periode van 1 januari 2007 tot en met 4 februari 2008 te [plaats 1] en te [plaats 2] en elders in Nederland, op verschillende tijdstippen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van telkens een hoeveelheid geld (te weten in totaal 191.000 Euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of in strijd met de waarheid
- die [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] medegedeeld dat hij niet meer als financieel adviseur bij [bedrijf] werkte maar dat hij voor zichzelf was begonnen en daarbij misbruik gemaakt van het vertrouwen dat die [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] in hem hadden doordat hij reeds eerder als financieel adviseur van het bonafide bedrijf [bedrijf] voor hen opgetreden was en de omstandigheid dat hij dientengevolge inzicht had in de financiële situatie van die [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] en
hij thans vermogen investeerde in onroerend goed te Bulgarije en dat hij extra rente aan hen wilde verstrekken en dat als die [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] een extra 20.000 Euro bovenop de reeds toegezegde investering van 100.000 Euro zouden investeren, hij nòg een hoger rentepercentage aan hen kon verstrekken en dat een vriend/bekende van die [slachtoffer 1] en [benadeelde 1], genaamd [benadeelde 2], ook geld bij hem geïnvesteerd had en "dat dat liep als een trein"
en vervolgens
- die [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] medegedeeld dat hij een lucratief staatsgebouw in Bulgarije kon kopen en hun voorgesteld te investeren in zijn, verdachtes, project en dat zij met een investering in dit project hun investering in [bedrijf] (die aan een schommelende beurskoers onderhevig was) weer een beetje terug konden krijgen
en vervolgens
- die [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] medegedeeld dat er iets mis was gegaan in Bulgarije en dat hij meer geld nodig had om de totale investering Bulgarije uit te kunnen krijgen en dat als die [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] niet zouden betalen er meer mensen, waaronder hun vriend/bekende [benadeelde 2], tengevolge van hun weigering financieel gedupeerd zouden raken,
waardoor voornoemde [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] telkens werden bewogen tot bovengenoemde afgiften;
2.
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 8 augustus 2008, te [plaats 1], op verschillende tijdstippen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van telkens een hoeveelheid geld (in totaal ongeveer 252.922,50 Euro) hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of in strijd met de waarheid onder meer
- misbruik gemaakt van het vertrouwen dat die [benadeelde 2] in hem had doordat hij reeds eerder als financieel adviseur van het bonafide bedrijf [bedrijf], waar hij, verdachte, eerder werkzaam was, op lucratieve wijze geld voor die [benadeelde 2] had belegd en/of beheerd en dientengevolge inzicht had in de financiële situatie van die [benadeelde 2]
en vervolgens
- die [benadeelde 2] medegedeeld dat hij een lucratieve investering kon doen in Bulgarije, waarbij de te investeren gelden een zeer gunstig rentepercentage zouden krijgen
en vervolgens
- die [benadeelde 2] medegedeeld dat er iets mis was gegaan met de eigendomspapieren van een project in Bulgarije en dat hij meer geld nodig had om de totale investering in Bulgarije uit te kunnen krijgen,
waardoor die [benadeelde 2] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;
3.
hij in de periode van 1 januari 2007 tot en met 14 mei 2007, te [plaats 1], met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 15.000 Euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of in strijd met de waarheid
- misbruik gemaakt van het vertrouwen dat die [benadeelde 3] in hem had doordat hij werkzaam was als financieel adviseur van het bonafide bedrijf [bedrijf] en de omstandigheid dat hij uit hoofde van die werkzaamheden inzicht had in de financiële situatie van die [benadeelde 3]
en vervolgens
- die [benadeelde 3] medegedeeld dat hij een lucratieve investering kon doen in Bulgarije (in bouwprojecten), waarbij de te investeren gelden een zeer gunstig rentepercentage zouden krijgen,
waardoor die [benadeelde 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij in de periode van 1 oktober 2006 tot en met 25 oktober 2006, te [plaats 1], met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels [benadeelde 4] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 45.000 Euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of in strijd met de waarheid
- misbruik gemaakt van het vertrouwen dat die [benadeelde 4] in hem had doordat hij werkzaam was als financieel adviseur van het bonafide bedrijf [bedrijf] en de omstandigheid dat hij uit hoofde van die werkzaamheden de hypotheek reeds succesvol had overgesloten van die [benadeelde 4] (waardoor er 45.000 Euro vrij kwam) en dientengevolge inzicht had in de financiële situatie van die [benadeelde 4],
en vervolgens
- die [benadeelde 4] medegedeeld dat hij een lucratieve investering kon doen in Bulgarije, waarbij de te investeren gelden een zeer gunstig rentepercentage zouden krijgen,
waardoor die [benadeelde 4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 14 november 2006 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels [benadeelde 5] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 40.000 Euro), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of in strijd met de waarheid
- misbruik gemaakt van het vertrouwen dat die [benadeelde 5] in hem had doordat hij toen werkzaam was als financieel adviseur bij een bonafide bedrijf en de omstandigheid dat hij uit hoofde van die werkzaamheden die [benadeelde 5] had voorgelicht over een nieuwe af te sluiten hypotheek en dientengevolge inzicht had in de financiële situatie van die [benadeelde 5]
en vervolgens
- die [benadeelde 5] medegedeeld dat hij een lucratieve investering kon doen in Bulgarije, waarbij de te investeren gelden een zeer gunstig rentepercentage zouden krijgen,
waardoor die [benadeelde 5] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
1. oplichting, meermalen gepleegd
2. oplichting, meermalen gepleegd
3. oplichting
4. oplichting
5. oplichting.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan oplichting. Hij heeft een aantal mensen grote geldbedragen afhandig gemaakt. Verdachte heeft op grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de slachtoffers in hem hebben gesteld. Verdachte stelde de slachtoffers voor om geld aan hem te lenen, zodat hij dat geld kon investeren in onroerende zaken in Bulgarije. De slachtoffers geloofden verdachte en leenden hem hun spaargeld in de door verdachte opgewekte verwachting dat hun investeringen lucratief zouden zijn. In werkelijkheid deed verdachte geen enkele investering in onroerende zaken, maar vergokte hij het geld van de slachtoffers in het casino. Steeds weer loog verdachte hen voor teneinde door te kunnen gaan met gokken. Verdachte heeft door zijn handelen de slachtoffers ernstig financieel benadeeld en heeft enkelen onder hen emotioneel beschadigd.
Voorts is gebleken dat verdachte zich naast de bewezen verklaarde feiten nog aan zes andere gevallen van oplichting heeft schuldig gemaakt. Deze strafbare feiten zijn ad informandum gevoegd en vermeld op de inleidende dagvaarding. Deze ad informandum gevoegde strafbare feiten, die ter zitting van het hof door verdachte zijn erkend als door hem te zijn begaan, zal het hof meewegen in de aan verdachte op te leggen straf, welke feiten daarmee zijn afgedaan.
Het hof heeft gelet op het de verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 2 november 2009, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Op 25 mei 2009 heeft E. Leyder Havenstroom, reclasseringswerker bij Verslavingszorg Noord Nederland, een voorlichtingsrapport opgemaakt over de persoon van de verdachte. Daarin staat onder meer beschreven dat verdachte veel gokte in het casino en niet kon stoppen met gokken. Uiteindelijk werden de problemen hem teveel en is hij naar zijn vriendin in Thailand gevlucht. Het recidiverisico wordt door de reclassering als laag ingeschat.
Verdachte heeft verklaard dat hij zich verantwoordelijk voelt voor de ellende die hij bij de slachtoffers en zijn eigen familie heeft veroorzaakt en dat dat de reden voor hem was om zichzelf bij de politie in Nederland te melden.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf van drie jaar een passende en ook noodzakelijke bestraffing is. Deze straf is in overeenstemming met straffen die het hof in dit soort zaken pleegt op te leggen.
Benadeelde partijen
[benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde 1] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg gedeeltelijk is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Het hof is van oordeel dat aan de benadeelde partij rechtstreeks schade is toegebracht door het onder 1 bewezen verklaarde feit. De benadeelde partij heeft gesteld dat de omvang van deze schade moet worden begroot op € 273.907,--. Van de zijde van verdachte is aangevoerd dat de schade moet worden begroot op een bedrag van € 173.607,--, welk bedrag ook in eerste aanleg is toegewezen.
[benadeelde 1] heeft in totaal € 191.000,-- aan verdachte uitgeleend. Verdachte heeft in totaal € 18.175,--- terugbetaald. Er resteert nog een bedrag van € 172.825,-- aan geleende gelden. Voorts vordert [benadeelde 1] een bedrag van € 360,-- aan reiskosten, € 222,-- voor kosten van psychotherapie en € 200,-- aan immateriële schade.
Het hof is van oordeel dat de gevorderde geleende (nog niet terug betaalde) gelden, reiskosten, kosten psychotherapie en immateriële schade, in totaal € 173.607,--, kan worden toegewezen, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente.
Het hof is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet op het bepaalde in artikel 361, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, zal de benadeelde partij in haar vordering in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard, met bepaling, dat de benadeelde partij haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Het hof zal voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij
[benadeelde 2] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg gedeeltelijk is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Het hof is van oordeel dat aan de benadeelde partij rechtstreeks schade is toegebracht door het onder 2 bewezen verklaarde feit. De benadeelde partij heeft gesteld dat de omvang van deze schade moet worden begroot op € 261.006,--. Van de zijde van verdachte is aangevoerd dat de schade moet worden begroot op een bedrag van € 241.154,50, welk bedrag ook in eerste aanleg is toegewezen.
[benadeelde 2] heeft bij zijn aangifte opgegeven dat hij in totaal € 252.922,50 aan verdachte heeft uitgeleend. Verdachte heeft in totaal € 11.768,--- terugbetaald. Er resteert nog een bedrag van € 241.154,50 aan geleende gelden.
De gevorderde telefoonkosten betreft geen schade die rechtstreeks is toegebracht door het onder 2 bewezen verklaarde feit.
Het hof is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] gelet op het vorenstaande kan worden toegewezen tot een bedrag van € 241.154,50.
Voor het overige wordt de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Het hof zal voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 3]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij
[benadeelde 3] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat haar vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De vordering is van de zijde van verdachte niet weersproken. Derhalve kan deze worden toegewezen tot het bedrag van
€ 13.425,--.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Het hof zal voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
[benadeelde 5] / [naam 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat een voegingsformulier benadeelde partij is ingediend ten name van [benadeelde 5] gedateerd 22 april 2009. Het in dat formulier opgegeven schadebedrag is in eerste aanleg geheel toegewezen.
Het slachtoffer [benadeelde 5] is op 7 oktober 2007 overleden. De ingediende vordering is ondertekend door de erfgenaam [naam 1] en mede-ondertekend door
[naam 2], bewindvoerder en executeur. De gevorderde schade betreft schade die door het slachtoffer [benadeelde 5] is geleden. De wet biedt in geval van overlijden van het slachtoffer niet de mogelijkheid dat erfgenamen zich in het strafproces voegen ter zake van door het slachtoffer geleden schade. Slechts in het geval het slachtoffer ten gevolge van het strafbare feit is overleden kunnen de erfgenamen zich - op basis van het bepaalde in artikel 51a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering - in het strafproces voegen ter zake van onder algemene titel verkregen vorderingen.
Gelet op het vorenstaande zal het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
[benadeelde 4]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Uit het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg d.d. 29 mei 2009 en uit het dossier (pagina 164) blijkt dat de civiele rechter op 23 april 2008 vonnis heeft gewezen betreffende de onderhavige gevorderde schade van de benadeelde partij [benadeelde 4]. De civiele rechter heeft verdachte veroordeeld tot betaling aan [benadeelde 4] van € 38.958,--, vermeerderd met rente, beslag- en proceskosten. Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk is in de vordering in het strafproces.
Het hof is van oordeel dat deze niet-ontvankelijkheid niet in de weg staat aan oplegging van de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. Het hof zal hiertoe dan ook overgaan.
Vervangende hechtenis
Het hof heeft bij de bepaling van de duur van de vervangende hechtenis bij de schadevergoedingsmaatregelen mede gelet op het bepaalde in artikel 60a van het Wetboek van Strafrecht. Op grond daarvan is het aantal dagen vervangende dagen hechtenis bij elke afzonderlijke schadevergoedingmaatregel naar rato bepaald, zodanig dat het totaal het maximum van 365 dagen niet overschrijdt.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van drie jaren;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van honderddrieënzeventigduizend zeshonderdzeven euro,
vermeerderd met de wettelijke rente:
- over € 120.000,-- vanaf 15 juni 2007 tot 17 juli 2007;
- over € 116.875,-- vanaf 17 juli 2007 tot 16 augustus 2007;
- over € 113.750,-- vanaf 16 augustus 2007 tot 18 september 2007;
- over € 110.625,-- vanaf 18 september 2007 tot 26 oktober 2007;
- over € 107.500,-- vanaf 26 oktober 2007 tot 16 november 2007;
- over € 101.825,-- vanaf 16 november 2007 tot de dag van voldoening;
- over € 61.000,-- vanaf 7 november 2007 tot de dag van voldoening;
- over € 10.000,-- vanaf 3 februari 2008 tot de dag van voldoening;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij [benadeelde 1] gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van honderddrieënzeventigduizend zeshonderdzeven euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van honderdzesentwintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van tweehonderdeenenveertigduizend honderdvierenvijftig euro en vijftig cent;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van tweehonderdeenenveertigduizend honderdvierenvijftig euro en vijftig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van honderzesentwintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 3], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van dertienduizend vierhonderdvijfentwintig euro;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van dertienduizend vierhonderdvijfentwintig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3], [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vijfendertig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 5] niet-ontvankelijk in haar vordering;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk in de vordering;
legt aan verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van achtendertigduizend negenhonderdachtenvijftig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 4], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van achtenzeventig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling op basis van het vonnis van de civiele rechter d.d. 23 april 2008, zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Dam, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis als griffier, zijnde mr. Dam voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.