ECLI:NL:GHLEE:2010:BL6166

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
1 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000243-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van verkrachting, mishandeling en bedreiging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 1 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De verdachte werd beschuldigd van verkrachting, mishandeling en bedreiging van zijn ex-vriendin. De rechtbank had de verdachte eerder vrijgesproken, en de officier van justitie ging in hoger beroep. Tijdens de zittingen in hoger beroep zijn zowel de verklaringen van de aangeefster als die van de verdachte aan de orde gekomen. De aangeefster had uitvoerige verklaringen afgelegd, maar het hof oordeelde dat deze verklaringen niet voldoende werden ondersteund door andere bewijsmiddelen. Medische verklaringen gaven ook geen duidelijkheid over de aard van het letsel van de aangeefster. Het hof concludeerde dat de verklaringen van de verdachte, die stelde dat de seksuele handelingen met instemming van de aangeefster plaatsvonden, niet konden worden weerlegd door het bewijs dat door de advocaat-generaal was aangedragen. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, en de kosten van het geding werden op nihil vastgesteld. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000243-08
Parketnummers eerste aanleg: 17-880340-07 en 17-781214-05 (TUL)
Arrest van 1 maart 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 29 januari 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1976] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis van het primair en subsidiair ten laste gelegde vrijgesproken en heeft beslist op de vordering van de benadeelde partij en op de vordering na voorwaardelijke veroordeling, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft primair gevorderd dat het hof de gevangenneming van verdachte zal gelasten en zal bevelen dat verdachte ter observatie zal worden overgebracht naar het Pieter Baan Centrum te Utrecht teneinde aldaar een onderzoek naar de geestvermogens van verdachte te laten verrichten. Subsidiair heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf van vier jaren met aftrek van het voorarrest en de vordering van de benadeelde partij ad € 5284,40 zal toewijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, alsmede toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 17-781214-05.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2007 tot en met 4 augustus 2007, te [plaats 1], (althans) in de gemeente [gemeente 1] en/of te [plaats 2], (althans) in de gemeente [gemeente 2], althans in Nederland en/of buiten Nederland (te weten in Belgie en/of Thailand), (meermalen) (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], hebbende verdachte (telkens) zijn penis in de mond en/of vagina en/of de anus van die [benadeelde] geduwd/gebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte (onder meer) (zulks terwijl die [benadeelde] reeds [meermalen] aan hem, verdachte, te kennen had gegeven en/of (non-verbaal) had laten blijken dat ze de sexuele handelingen niet wilde en/of niet kon verrichten en/of geen gemeenschap met hem, verdachte, wilde en/of kon hebben, mede omdat ze door eerdere/veelvuldige sexuele contacten, met hem, verdachte, vaginale en/of anale en/of orale verwondingen had bekomen, althans letsel had bekomen en/of pijn ondervond)
- die [benadeelde] mondeling heeft toegevoegd: "Je moet maar aan de pijn wennen" en/of "Je lichaam moet nog wennen aan de vorm van mijn lul" en/of "Je moet harder worden, zodat ik je niet zoveel klappen meer hoef te geven" en/of "Ik trap je weg" en/of "De geest is zwak, maar het lichaam is sterk" en/of "Je bent een saai wijf, bijt maar op je lip", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [benadeelde] op haar hoofd en/of in haar gezicht en/of elders op haar lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
- met twee vingers met kracht tegen haar gezicht heeft geduwd en/of
- die [benadeelde] in haar kruis en/of elders tegen haar lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of
- die [benadeelde] hard in haar lichaam heeft gebeten en/of
- die [benadeelde] bij haar hoofd heeft vastgepakt en/of met kracht haar hoofd naar beneden heeft geduwd en/of aldus haar mond op/over zijn penis heeft geduwd/geforceerd om het zogenaamde "Deep Throaten" te bewerkstelligen en/of
- door zijn, verdachtes, kennelijke bedoelingen en/of met gebruikmaking van zijn, verdachtes, psychisch en/of fysiek overwicht op die [benadeelde] en/of met gebruikmaking van de omstandighe(i)d(en) dat
- die [benadeelde] afhankelijk van hem, verdachte was geraakt en/of onder zijn controle en/of heerschappij was gebracht doordat hij haar had ge?soleerd van de buitenwereld en/of onderdanig ten opzichte van hem had gemaakt en/of haar identiteit en/of wilskracht had gebroken en/of haar had gemodelleerd naar zijn ideaalbeeld en/of wens en/of
- die [benadeelde] bang was voor hem, verdachte, en/of geestelijk murw was gemaakt en/of geraakt tengevolge van eerdere agressieve uitbarstingen en/of mishandelingen en/of bedreigingen van hem, verdachte, jegens haar en/of vreesde voor nieuwe mishandelingen en/of bedreigingen als zij niet zou doen wat hij, verdachte, wilde en/of
- (telkens) (aldus) voor die [benadeelde] een (bedreigende) situatie heeft gecre?erd waarin zij zich niet, althans onvoldoende, aan/tegen de sexuele handelingen en/of gemeenschap met hem, verdachte, kon onttrekken en/of verzetten,
zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
A) hij in of omstreeks de periode van 4 januari 2007 tot en met 4 augustus 2007, te [plaats 1], (althans) in de gemeente [gemeente 1], en/of te [plaats 2], (althans) in de gemeente [gemeente 2] en/of elders in Nederland en/of buiten Nederland (te weten in Belgie en/of Thailand), (meermalen) opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, althans een persoon (te weten [benadeelde]) (telkens) (onder meer),
- een pak melk en/of een afstandsbediening, althans enig voorwerp tegen die [benadeelde] heeft gegooid en/of
- die [benadeelde] op haar hoofd en/of in haar gezicht en/of op haar rug en/of elders op haar lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
- met twee vingers met kracht tegen het gezicht van die [benadeelde] heeft geduwd en/of
- die [benadeelde] in haar kruis en/of elders tegen haar lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of
- die [benadeelde] hard in haar lichaam heeft gebeten, waardoor die [benadeelde] (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden,
zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
B) hij in of omstreeks de periode van 1 april 2007 tot en met 4 augustus 2007, te [plaats 1], (althans) in de gemeente [gemeente 1], en/of te [plaats 2], (althans) in de gemeente [gemeente 2] en/of (elders) in Nederland en/of buiten Nederland (te weten in Belgi? en/of Thailand), (meermalen) [benadeelde] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of met verkrachting, immers heeft verdachte (telkens) opzettelijk voornoemde [benadeelde] (onder meer) dreigend toegevoegd (zakelijk weergegeven)
- dat als die [benadeelde] bij hem, verdachte, weg zou gaan, hij, verdachte, wel zou regelen dat die [benadeelde] in elkaar geslagen zou worden en/of
- dat als hij, verdachte door die [benadeelde] vast/gedetineerd zou komen te zitten, hij haar na tien jaar nog wel zou weten te vinden als ze een gezin zou hebben, hij zou dan eerst haar kinderen vermoorden en haar man verkrachten en daarna aan die [benadeelde] beginnen en/of
- dat als die [benadeelde] dingen zou veranderen en/of dingen zou doen die hij, verdachte, niet wilde dan zou hij haar klappen geven en/of (weg)trappen, althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
zulks terwijl tijdens het plegen van voornoemd misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Vrijspraak
De advocaat generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voor het primair ten laste gelegde aanwezig is. Daartoe heeft de advocaat-generaal verwezen naar de verklaringen van aangeefster en enkele getuigen en naar de medische verklaringen omtrent het bij aangeefster geconstateerde letsel. Voorts heeft de advocaat-generaal betoogd dat de aangiftes die zich in het procesdossier met parketnummer 17-781214-05 bevinden, voor welke zaak verdachte op 5 oktober 2005 door de rechtbank te Leeuwarden is veroordeeld, als schakelbewijs kunnen dienen.
De raadsman van verdachte heeft ter zitting van het hof vrijspraak ten aanzien van het primair en subsidiair ten laste gelegde bepleit wegens gebrek aan bewijs.
Het hof overweegt het volgende.
Aangeefster heeft zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris (onder ede) uitvoerige en inhoudelijk consistente verklaringen afgelegd. Ook is zij ter zitting van het hof als getuige gehoord en is zij bij die gelegenheid bij de eerdere door haar afgelegde verklaringen gebleven. Anders dan de advocaat-generaal is het hof echter van oordeel dat deze verklaringen van aangeefster niet, dan wel in onvoldoende mate bevestiging vinden in andere bewijsmiddelen.
Tegenover de verklaringen van aangeefster staan de verklaringen van verdachte die hij op de terechtzittingen van rechtbank en hof heeft afgelegd. Deze verklaringen van verdachte komen er op neer dat er van verkrachtingen en mishandelingen geen sprake is geweest. Gedurende de relatie die hij met aangeefster heeft gehad heeft weliswaar meermalen op ruwe wijze seksueel contact plaatsgevonden, maar dit was steeds met instemming van aangeefster, aldus verdachte. Verdachte heeft niet ontkend dat bij aangeefster sprake is geweest van (vaginale) uitscheuringen, maar dit gebeurde volgens verdachte in het kader van vrijwillig seksueel contact. Bij de rechter-commissaris heeft aangeefster op dit punt verklaard dat inderdaad (ook) sprake is geweest van uitscheuringen toen de seksuele relatie met verdachte nog goed was. Naar het oordeel van het hof is daarmee niet uit te sluiten is dat de door de huisarts op 9 augustus 2007 geconstateerde littekens aan de vulva en kleine fissuren bij de anus bij eerdergenoemde vrijwillige seksuele contacten zijn ontstaan.
Uit de verklaringen van getuigen kan naar het oordeel van hof evenmin bewijs omtrent het geweldsaspect binnen de (seksuele) relatie worden geput. Geen van de getuigen heeft zelf letsel of andere sporen van mishandeling bij aangeefster waargenomen. De "builen" op het hoofd van aangeefster waarover getuige [getuige] heeft verklaard zijn door de huisarts twee dagen later niet waargenomen. Voorts zijn de verklaringen van de getuigen - voor zover zij betrekking hebben op mishandelingen en/of verkrachtingen - gebaseerd op informatie die zij van aangeefster hebben gekregen. Weliswaar is er in die verklaringen ook sprake van waarnemingen die duiden op een verandering in het uiterlijk en het gedrag van aangeefster doch een causaal verband met het door aangeefster gestelde gewelddadig karakter van de relatie is daarmee niet gegeven.
Ook de medische verklaringen die zich in het dossier bevinden verschaffen op dit punt geen duidelijkheid, nu zij geen uitspraken omtrent de oorzaken van het waargenomen letsels bevatten, met uitzondering van bulten als gevolg van muggen - of vlooiensteken.
Anders dan de advocaat-generaal heeft betoogd betrekt het hof de aangiftes die zijn gedaan in de eerdere strafzaak onder parketnummer 17-781214-05, in welke zaak verdachte onherroepelijk is veroordeeld, niet bij (de beoordeling van) het bewijs in de onderhavige zaak tegen verdachte. Daargelaten de vraag of een door de advocaat-generaal voorgestane of mogelijk geachte bewijsconstructie (schakelbewijs) in een zaak als de onderhavige in zijn algemeenheid wenselijk is gezien de daaraan verbonden risico's, is het hof van oordeel dat het enkele gegeven dat er overeenkomsten zijn met de eerdere aangiftes die tegen verdachte zijn gedaan, onvoldoende is om van een specifieke handelwijze van verdachte te kunnen spreken die - als het gaat om een gewelddadige (seksuele) relatie - op essentiële punten overeenkomt met de thans voorliggende aangifte.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Gelet op het voorgaande behoeft de (primaire) vordering van de advocaat-generaal om de gevangenneming van verdachte en de opname in het Pieter Baan Centrum te Utrecht te gelasten thans geen bespreking meer.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat de benadeelde partij zich binnen de grenzen van de eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt in zoverre de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Nu aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht wordt toegepast, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in de verklaring niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Tenuitvoerlegging
Nu verdachte ter zake van de ten laste gelegde feiten zal worden vrijgesproken, zal het hof de vordering tot tenuitvoerlegging (voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden, opgelegd bij vonnis van de rechtbank Leeuwarden, parketnummer 17-781214-05) afwijzen.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij, [benadeelde], woonplaats kiezende te Leeuwarden, niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, de verdachte voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Leeuwarden van 5 oktober 2006.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink als griffier, zijnde mr. Brink voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
-