ECLI:NL:GHLEE:2010:BL6558
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Rowel - Van der Linde
- F. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering nakoming omgangsregeling wegens psychische belasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 2 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vordering van [appellant] tot nakoming van een omgangsregeling met zijn kind, vastgesteld door de rechtbank Leeuwarden. De vordering was eerder afgewezen door de voorzieningenrechter in een kort geding op 21 oktober 2009, waarbij werd geoordeeld dat de omgangsregeling voor de vrouw, [geïntimeerde], te zware psychische belasting met zich meebracht. De appellant, die in eerste aanleg als eiser optrad, heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [appellant] en [geïntimeerde] hebben een affectieve relatie gehad, die eind maart 2008 is beëindigd. Uit deze relatie is een kind geboren, dat bij [geïntimeerde] verblijft. Na de beëindiging van de relatie zijn er regelmatig problemen ontstaan, wat heeft geleid tot aangiftes van [geïntimeerde] tegen [appellant]. In 2008 heeft [appellant] een straat- en contactverbod opgelegd gekregen. In februari 2009 is een omgangsregeling vastgesteld, maar sinds augustus 2009 heeft [geïntimeerde] deze eenzijdig opgeschort.
Het hof heeft de grieven van [appellant] gezamenlijk beoordeeld en geconcludeerd dat de belangen van het kind voorop staan. De psychische belasting voor [geïntimeerde] door contact met [appellant] is door deskundigen bevestigd, en het hof oordeelt dat het in het belang van het kind is om het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming af te wachten voordat verdere beslissingen worden genomen over de omgangsregeling. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en belast beide partijen met de eigen kosten in hoger beroep.