Parketnummer: 24-001263-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-850119-07
Arrest van 25 maart 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 16 november 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1959] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte
mr. A.M.T.A. Verhagen, advocaat te Boxtel.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het aan verdachte onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 6 juli 2006 tot en met 7 juli 2006 te [plaats 1], (althans) in de gemeente [gemeente 1], om (ongeveer) 02.40 uur uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, vanaf een besloten erf waarop een woning staat, gelegen aan de [straat 1], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een gras/zitmaaier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij in of omstreeks de periode van 30 oktober 2006 tot en met 31 oktober 2006, te [plaats 2], (althans) in de gemeente [gemeente 2], om (ongeveer) 23.00 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, vanaf een besloten erf waarop een woning staat, gelegen aan [straat 2], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (dames)fiets en/of een gras/zitmaaier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij in de periode van 6 juli 2006 tot en met 7 juli 2006 te [plaats 1], in de gemeente [gemeente 1], gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, vanaf een besloten erf waarop een woning staat, gelegen aan de [straat 1], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een zitmaaier, toebehorende aan [slachtoffer 2];
2.
hij in de periode van 30 oktober 2006 tot en met 31 oktober 2006 te [plaats 2], in de gemeente [gemeente 2], gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, vanaf een besloten erf waarop een woning staat, gelegen aan [straat 2], alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een damesfiets en een zitmaaier, toebehorende aan [slachtoffer 3].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. en 2. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
1. diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
2. diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich tweemaal schuldig gemaakt aan diefstal. Verdachte heeft 's nachts buiten weten en tegen de wil van de rechthebbenden hun erf betreden en hij heeft in totaal twee zitmaaiers en een fiets weggenomen. Door zo te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van deze rechthebbenden.
Het hof heeft kennisgenomen van een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie, d.d. 11 december 2009, waaruit blijkt dat verdachte veelvuldig met justitie in aanraking is gekomen wegens vermogensdelicten.
De raadsvrouw van verdachte heeft ter zitting aangevoerd dat verdachte zijn leven thans weer enigszins op orde heeft. Verdachte heeft een eigen klusbedrijf dat goed draait en ook heeft hij weer een vaste verblijfplaats.
Uit de hiervoor genoemde justitiële documentatie blijkt dat de laatste vermogensdelicten dateren uit 2008 en het er dus naar uitziet dat verdachte zijn leven gebeterd heeft. Het hof ziet hierin aanleiding om af te wijken van de door de politierechter opgelegde gevangenisstraf.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat hier kan worden volstaan met het opleggen van een werkstraf van na te melden duur. Het hof ziet wel, gezien de documentatie van verdachte, aanleiding om tevens een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, teneinde verdachte er in de toekomst van te proberen te weerhouden wederom strafbare feiten te plegen.
Beslag
Nu geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet, zal het hof de teruggave van de inbeslaggenomen goederen, te weten een boormachine (merk Bosch D70745), een zaklantaarn (imitatie mclight), een knijptang, drie schroevendraaiers, een waterpomptang, een schaar (kleur geel), een muts, een zaklantaarn (11 cm. groot) en één paar lederen handschoenen, aan verdachte gelasten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63 en 310, 311, van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. en 2. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee maanden;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderdtwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zestig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag;
Gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen goederen, te weten een boormachine (merk Bosch D70745), een zaklantaarn (imitatie mclight), een knijptang, drie schroevendraaiers, een waterpomptang, een schaar (kleur geel), een muts, een zaklantaarn (11 cm. groot) en ??n paar lederen handschoenen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. S.J. van der Woude en mr. J.H. Bosch in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Van der Woude voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.