ECLI:NL:GHLEE:2010:BL8942

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
11 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002259-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling en bedreiging met een mes

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 11 maart 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1983, was eerder veroordeeld voor mishandeling en bedreiging. De politierechter had hem een werkstraf van 30 uren opgelegd, subsidiair 15 dagen hechtenis, met een proeftijd van 1 jaar. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het bewijs van de tenlastelegging beoordeeld. De verdachte werd beschuldigd van bedreiging van drie medewerkers van de afdeling forensische psychiatrie en van mishandeling van één van deze medewerkers. Het hof achtte bewezen dat de verdachte op 19 maart 2008 met een mes dreigend was opgetreden en een medewerker had mishandeld door deze in het kruis te schoppen. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. De straf werd gemotiveerd op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd. Het hof nam in overweging dat de verdachte spijt had betuigd en excuses had aangeboden aan de slachtoffers. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van 30 uren, met een proeftijd van 1 jaar. Het hof heeft de toepasselijke wetsartikelen in acht genomen en de uitspraak werd gedaan door een meervoudige strafkamer.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002259-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-754344-08
Arrest van 11 maart 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 9 september 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1983] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.H. Gart, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 19 maart 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend op korte afstand van en voor genoemd(e) perso(o)n(en) een mes, getoond en/of een of meer stekende beweging(en) gemaakt in de richting van voornoemd(e) perso(o)n(en) en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd : "Ik steek jullie allemaal neer.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 19 maart 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 2]), met kracht in het kruis heeft geschopt en/of getrapt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op 19 maart 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend op korte afstand van en voor genoemde personen een mes getoond en daarbij deze dreigend de woorden toegevoegd : 'Ik steek jullie allemaal neer.';
2.
hij op 19 maart 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer 2], met kracht in het kruis heeft geschopt, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. en 2. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
1. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
2. mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging van drie medewerkers van de afdeling forensische psychiatrie van de GGZ te [plaats]. Verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan mishandeling van één van deze medewerkers. Verdachte, die zelf cliënt is op deze afdeling, heeft door aldus te handelen een bedreigende situatie doen ontstaan voor de medewerkers die mede ten behoeve van verdachte op die afdeling werkzaam zijn.
Het hof acht het in het voordeel van verdachte dat hij nadien aan de medewerkers zijn excuses heeft aangeboden en verdachte ook ter zitting heeft aangegeven spijt te hebben van zijn handelen.
Het hof heeft kennis genomen van een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 11 december 2009, waaruit blijkt dat verdachte eerder met justitie in aanraking is geweest wegens strafbare feiten, waaronder een geval van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Gezien het hiervoor overwogen acht het hof de straf zoals geëist door de advocaat-generaal passend en zal verdachte veroordelen tot een voorwaardelijke werkstraf.
Gezien het feit dat verdachte zich na dit voorval niet wederom schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten is het hof van mening dat met een proeftijd van één jaar kan worden volstaan.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 285 en 300 zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. en 2. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van dertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftien dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de werkstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van één jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. S.J. van der Woude en mr. J.H. Bosch, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Van der Woude voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.