De beoordeling
1. Als gesteld en erkend, dan wel niet (voldoende) gemotiveerd betwist, alsmede op grond van de niet bestreden inhoud der overgelegde bescheiden, staat voorshands het volgende genoegzaam tussen partijen vast:
- Tussen partijen is in juni 2004 een kennismakingsgesprek gevoerd. [appellante] heeft [geïntimeerde] vervolgens gevraagd een tweetal formulieren in te vullen. Het betreft een “Inschrijfformulier/Eigen verklaring” en een “OVEREENKOMST VAN OPDRACHT “ waar in beide gevallen de naam van DC&C Payroll Services (verder aan te duiden als Payroll) in de kop vermeld staat.
- Payroll en haar latere rechtsopvolger Tentoo Directors Cast & Crew BV (verder aan te duiden als Tentoo) verlonen op basis van het Rariteitenbesluit ten behoeve artiesten, redactiemedewerkers en freelancers die niet onder een gezagsverhouding vallen.
- Op het door [geïntimeerde] ingevulde en door hem niet ondertekende “Inschrijfformulier/Eigen verklaring" heeft [geïntimeerde] onder het kopje “A. UW ARBEIDSVERHOUDING” aangekruist dat “Ik ben redactiemedewerker.” Onder het kopje : “B. UW ARBEIDSPATROON” heeft [geïntimeerde] alle opties aangekruist, waaronder “Ik verwacht met deze en vervolgopdrachten langer dan een maand en gemiddeld tenminste twee dagen per week werkzaam te zijn” en “Ik verricht het werk niet in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep.” Onder het kopje “UW WERKZAAMHEDEN” heeft [geïntimeerde] ingevuld “redacteur info tv (teletekst) [appellante]Media (Essent)". Onder het kopje “UW ARBEIDSVERLEDEN” heeft [geïntimeerde] onder C ingevuld “Ik werk naast Payroll Services nog voor andere werkgevers, nl: Hazewinkel Pers." Onder het kopje “HOE BENT U BIJ PAYROLL SERVICES TERECHTGEKOMEN" heeft [geïntimeerde] aangekruist “via mijn opdrachtgever”. Tenslotte geeft [geïntimeerde] in het formulier aan dat hij de algemene voorwaarden van Payroll Services heeft gelezen en zich met de inhoud daarvan te kunnen verenigen en verklaart hij zich te realiseren dat hij geen arbeidsovereenkomst aangaat en geen ontslagbescherming en dergelijke geniet.
- In de door hem op 30 juni 2004 ondertekende “OVEREENKOMST VAN OPDRACHT" staat in de aanhef het volgende : “Ondergetekende opdrachtnemer en DC&C Payroll Services BV komen overeen dat ondergetekende m.i.v. 21 juni 2004 als opdrachtnemer in opdracht van DC&C Payroll Services BV werkzaam zal zijn buiten dienstbetrekking en zijn diensten en/of werkzaamheden bij diverse, door hemzelf te selecteren, afnemers zal verrichten.” Even verderop staat het volgende: “De overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van de opdracht en eindigt van rechtswege doordat de werkzaamheden die de opdrachtnemer via DC&C Payroll Services BV bij de afnemer verricht op initiatief van die afnemer ten einde komen.” In een volgende alinea staat onder meer: “…Payroll Services treedt slechts op als fictief werkgever in de zin van het zogenaamde Rariteitenbesluit …
- Beide formulieren zijn niet door of namens Payroll getekend.
- [geïntimeerde] is op 24 juni 2004 redactiewerkzaamheden voor [appellante] gaan verrichten waarvoor hij, krachtens tussen hem en [appellante] gemaakte afspraken, per week gemiddeld 20 uren via een werkbriefje declareerde. Betaling vond telkens plaats via Payroll/Tentoo.
- Bij brief van 19 oktober 2005 heeft [appellante] aan [geïntimeerde] bevestigd dat de samenwerking met [geïntimeerde] op het gebied van redactioneel werk wordt voortgezet, in eerste instantie voor een periode lopend tot 1 juli 2006, zulks voor gemiddeld 20 uren per week, In de brief staat ook dat de beloningsafspraken en de verrekening via Payroll Services ongewijzigd blijven.
- In 2005, 2006 en 2007 heeft [appellante] beoordelingsgesprekken met [geïntimeerde] gehouden, welke telkens hebben geleid tot een salarisverhoging. Daarbij is zowel voor wat betreft 2005 als 2006 aangegeven dat de salarisverhoging via Payroll Services zal worden geëffectueerd. In de brief naar aanleiding van de beoordeling in 2006 is tevens aangegeven dat [geïntimeerde] de vaste feestdagen alsmede twee vakantieweken via het werkbriefje van Payroll Services bij [appellante] kan declareren.
- [appellante] heeft haar ondernemingsraad in mei 2009 om advies gevraagd inzake een voorgenomen personeelsreductie bij onder meer de redactie waar [geïntimeerde] werkzaam was. De ondernemingsraad heeft ter zake positief geadviseerd.
- Bij brief van 4 augustus 2009, door [geïntimeerde] op 21 augustus 2009 voor akkoord getekend, heeft [appellante] aan [geïntimeerde] bevestigd de samenwerking met hem tot nader order te zullen voortzetten “op basis van de huidige payroll-afspraken, met inachtneming van een wederzijdse opzegtermijn van 1 maand." Tevens heeft [appellante] daarbij aangegeven dat onbekend is of en voor hoelang het huidige aantal uren en de duur van de samenwerking kan worden gegarandeerd.
- Bij brief d.d. 28 augustus 2009 heeft [appellante] aan [geïntimeerde] laten weten dat de samenwerking met hem vanwege “de huidige marktomstandigheden” per 1 oktober 2009 niet zal worden verlengd.
- [geïntimeerde] heeft op 1 oktober de nietigheid van het ontslag ingeroepen.
- Zijdens [appellante] is op 17 november 2009 een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor zover vereist gedaan bij de kantonrechter te Groningen.