ECLI:NL:GHLEE:2010:BM2650

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
22 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002830-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal en woninginbraak met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1963 en thans verblijvende in PI Veenhuizen, was eerder veroordeeld voor verschillende misdrijven, waaronder woninginbraken. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden wegens diefstal, woninginbraak en poging tot woninginbraak, waarbij geweld is gebruikt. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van tien maanden met aftrek van voorarrest gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het wegnemen van een krat bier, het inbreken in een woning en het plegen van een poging tot inbraak, waarbij hij geweld heeft gebruikt tegen een slachtoffer. Het hof heeft de ernst van de feiten en de voorgeschiedenis van de verdachte in aanmerking genomen, waaronder eerdere veroordelingen en het gebrek aan inzicht in zijn problematiek met alcohol en drugs. De verdediging had verzocht om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, maar het hof zag hier geen aanleiding toe. De uitspraak benadrukt de impact van woninginbraken op de slachtoffers en de samenleving.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002830-09
Parketnummer eerste aanleg: 19-830192-09
Arrest van 22 april 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van
28 oktober 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1963] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in PI Veenhuizen, Groot Bankenbosch te Veenhuizen,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.C.N. Brens-Cats, advocaat te Emmen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ten aanzien van feit 1, 2 en 3 zal veroordelen tot een gevangenisstraf van tien maanden met aftrek van voorarrest.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 03 juni 2009 te [plaats 1], gemeente[gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een krat bier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan C1000, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij in of omstreeks de periode van 23 juli 2009 tot en met 24 juli 2009 te [plaats 2] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat 1]t heeft weggenomen sieraden, een of meer paspoort(en), een usb-stick, fotoapparatuur, een computerspel, een fiets en/of een of meer stuk(s) (elektrisch) gereedschap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
hij op of omstreeks 29 juli 2009 tussen ongeveer 02.00 uur en 03.00 uur, in ieder geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te [plaats 2] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen in/uit een woning aan/nabij de [straat 2], elektrisch gereedschap, althans enig goed van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), - (na het forceren van de garagedeur van die woning) de garage van die woning is binnengegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte dreigend tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat hij deze iets aan zou doen als die [slachtoffer 3] aan verdachte zou komen, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of (daarbij) zichtbaar voor die [slachtoffer 3] een voorwerp in de hand heeft gehouden;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 29 juli 2009 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een of meer deur(en) en/of kozijn(en) in/van een woning aan/nabij de [straat 2], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 3 juni 2009 te [plaats 1], gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een krat bier, toebehorende aan C1000;
2.
hij in de periode van 23 juli 2009 tot en met 24 juli 2009 te [plaats 2], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning aan de [straat 1]t heeft weggenomen sieraden, paspoorten, een usb-stick, fotoapparatuur, een computerspel, een fiets en (elektrisch) gereedschap, toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
3.
hij op 29 juli 2009 tussen ongeveer 02.00 uur en 03.00 uur, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te [plaats 2] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen in een woning aan de [straat 2], enig goed van zijn gading, toebehorende aan [slachtoffer 2], de garage van die woning is binnengegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd gevolgd van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte dreigend tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat hij deze iets aan zou doen als die [slachtoffer 3] aan verdachte zou komen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
1.
Diefstal;
2.
Diefstal, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
3 primair.
Poging tot diefstal, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning, welk misdrijf werd gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een krat bier, een woninginbraak en een poging tot woninginbraak gevolgd van geweld. Verdachte heeft aldus meermalen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de slachtoffers en ernstig inbreuk gemaakt op hun privacy. Het gaat hier om feiten, die schade en hinder meebrengen voor de betrokkenen. Met name woninginbraken veroorzaken veel onrust en overlast voor de bewoners.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 januari 2010 (omvattende 25 pagina's) - vele malen eerder is veroordeeld voor (woning)inbraken, onder meer tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.
Rapporteur K.S. Huisman van Verslavingszorg Noord Nederland schrijft in zijn advies van 21 september 2009 dat verdachte geen inzicht toont in zijn alcohol- en druggebruik en niet wil meekijken naar de mogelijkheid van behandeling. Door de jaren heen heeft verdachte meerdere klinische behandelingen gevolgd, is hem ambulant contact met de hulpverlening aangeboden en is hij in contact gekomen met de AFPN. Na beëindiging van de reclasseringstoezichten viel hij terug in oude gebruikerspatronen. Niets van de begeleiding heeft tot een positief resultaat geleid. Huisman concludeert dat een contact met de reclassering - in het kader van een voorwaardelijke veroordeling - geen meerwaarde zal hebben.
Mede gelet op deze voorgeschiedenis ziet het hof geen aanleiding om verdachte - zoals door de verdediging is voorgesteld - een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en die straf te combineren met een bijzondere voorwaarde, welke voorwaarde zou moeten bestaan uit toezicht door de reclassering met begeleiding door de AFPN.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, acht het hof de door de rechter in eerste aanleg en door de advocaat-generaal gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 57, 63, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1, 2 en 3 primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van tien maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Koolschijn, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier.