ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4425

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
8 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002537-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens het voeren van een valse kentekenplaat op een auto

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 8 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1974 en woonachtig in [woonplaats], werd beschuldigd van het voeren van een valse kentekenplaat op haar auto. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof verleende verstek tegen de niet verschenen verdachte en behandelde de zaak op basis van de ingediende stukken.

De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van twee weken, wat het hof overnam. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het misdrijf van het voeren van een valse kentekenplaat, zoals vastgelegd in artikel 41 van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof achtte de verdachte strafbaar en concludeerde dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. Bij de straftoemeting hield het hof rekening met het strafrechtelijke verleden van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten.

Het hof vernietigde het vonnis van de eerste aanleg en verklaarde het ten laste gelegde bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. Het hof benadrukte dat gezien het strafrechtelijke verleden van de verdachte, een mildere straf niet passend zou zijn. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren, en de griffier was mr. M. Zevenhuizen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 5 april 2013.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002537-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-753940-09
Arrest van 8 april 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 6 oktober 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1974] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf van twee weken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
In eerste aanleg is een wijziging in de inleidende dagvaarding gevorderd, die de rechter heeft toegelaten. Aan verdachte is - zoals gewijzigd in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 20 februari 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], als eigenaar van een motorrijtuig, een personenauto, voorzien van het kenteken [kenteken], dat motorrijtuig op de weg, de [straat], heeft laten staan of daarmee over de weg, de [straat], heeft gereden, dan wel een aanhangwagen op de weg, de [straat], heeft laten staan of met een motorrijtuig over de weg, de [straat], heeft voortbewogen, terwijl zij wist of redelijkerwijs kon vermoeden dat op dat motorrijtuig of die aanhangwagen (een) teken(s), te weten [kenteken], was/waren aangebracht dat/die, niet zijnde (een) ingevolge artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 aan de eigenaar of houder voor dat motorrijtuig of die aanhangwagen opgegeven kenteken(s), door kon(den) gaan voor (een) zodanig(e) kenteken(s) dan wel met de kennelijke bedoeling dat/die teken(s) te doen doorgaan voor (een) overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften opgegeven buitenlands(e) kenteken(s) of (een) met toepassing van artikel 37, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 opgegeven kenteken(s).
Het hof beschouwt [straat] als een kennelijke misslag en leest dit verbeterd als [straat]. Hierdoor wordt verdachte niet in enig belang geschaad.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
zij op 20 februari 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], als eigenaar van een motorrijtuig, een personenauto, voorzien van het kenteken [kenteken], dat motorrijtuig op de weg, de [straat], heeft laten staan, terwijl zij wist dat op dat motorrijtuig een teken, te weten [kenteken], was aangebracht dat, niet zijnde het ingevolge artikel 36 van de Wegenverkeerswet 1994 aan de eigenaar of houder voor dat motorrijtuig opgegeven kenteken, door kon gaan voor een zodanig kenteken.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Overtreding van artikel 41, eerste lid, onderdeel d van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het - kort gezegd - voeren van een valse kentekenplaat op haar auto.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een haar betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 januari 2010 - eerder is veroordeeld voor een soortgelijk delict. Haar is toen onder meer een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. Voorts blijkt uit die Documentatie (die negen pagina's beslaat) dat verdachte vele malen is veroordeeld voor onder meer overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de - door de rechter in eerste aanleg en de advocaat-generaal gevorderde - gevangenisstraf van twee weken passend en geboden is. Met een andere, mildere strafmodaliteit kan - gezien het strafrechtelijke verleden van verdachte - niet worden volstaan.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 41 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier, zijnde mr. Koolschijn voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.