ECLI:NL:GHLEE:2010:BM5199
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H. Hermans
- M. Makkinga
- A. Münzebrock
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van appel na overlijden appellant in alimentatiezaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, is de appellant, hierna te noemen 'de man', overleden voordat het hof uitspraak kon doen op zijn hoger beroep. De man had in hoger beroep verzocht om vernietiging van een beschikking van de rechtbank Leeuwarden van 21 januari 2009, waarin zijn verzoek tot wijziging van de partneralimentatie was afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat de man niet de noodzakelijke gegevens over zijn draagkracht had overgelegd. Het huwelijk van partijen was in 1994 ontbonden en zij hadden samen een dochter, die inmiddels meerderjarig is. De man was overleden aan de gevolgen van de Mexicaanse griep, zoals gemeld door zijn advocaat in een faxbericht van 17 november 2009.
Het hof overwoog dat, gezien het overlijden van de man, er geen procesbelang meer was bij het hoger beroep. De gegrondheid van het appel zou er niet toe leiden dat eventueel teveel betaalde partneralimentatie kon worden teruggevorderd. Het recht op een bijdrage in het levensonderhoud is een hoogst persoonlijk recht dat niet kan worden geclaimd door erfgenamen. Het hof concludeerde dat de man niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn appel, aangezien het procesbelang was komen te vervallen door zijn overlijden. De uitspraak werd gedaan op 6 mei 2010, waarbij de rechters H. Hermans, M. Makkinga en A. Münzebrock aanwezig waren.
De beslissing van het hof houdt in dat de man niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn appel tegen de beschikking van de rechtbank Leeuwarden. Deze uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in hoger beroep en de gevolgen van overlijden voor de voortzetting van juridische procedures.