ECLI:NL:GHLEE:2010:BM6027

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
11 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002652-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mishandeling tijdens treinreis met gewijzigde persoonlijke omstandigheden van verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 11 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte is schuldig bevonden aan mishandeling van een medereiziger tijdens een treinreis op 29 februari 2008. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Bij de straftoemeting heeft het hof rekening gehouden met de gewijzigde persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die zijn alcoholgebruik onder controle heeft en hulp zoekt bij het vinden van een geschikte baan. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte een werkstraf van 20 uren zou krijgen, subsidiair 10 dagen hechtenis. Het hof heeft deze vordering gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 20 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. Daarnaast heeft het hof de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, omdat de verdachte zich in de tussentijd positief heeft ontwikkeld. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002652-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-651789-08 en 18-670378-06 (tul)
Arrest van 11 mei 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 17 oktober 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.Chr. de Roos, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 20 uren, subsidiair te vervagen door 10 dagen hechtenis, en de vordering tot tenuitvoerlegging zal afwijzen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 29 februari 2008, te [plaats], in elk geval in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte bewezen dat:
hij op 29 februari 2008, in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), in het gezicht heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft tijdens een treinreis een medereiziger mishandeld door deze in het gezicht te slaan. Verdachte heeft hierdoor inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer.
Het hof houdt bij de straftoemeting rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 8 maart 2010 waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, hoofdzakelijk agressiedelicten.
Voorts houdt het hof rekening met de gewijzigde persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze door verdachte en zijn raadsman zijn geschetst ter terechtzitting van het hof. Verdachte heeft zijn alcoholgebruik inmiddels onder controle en krijgt hulp bij het zoeken naar een geschikte baan. De raadsman heeft ter terechtzitting van het hof een rapport van hulpverleningsorganisatie Elker d.d. 20 april 2010 overgelegd. Uit dit rapport blijkt dat verdachte erg gemotiveerd is om zijn leven op orde te krijgen en hiertoe al een aantal positieve stappen heeft gezet. Om verdachte in de gelegenheid te stellen deze positieve lijn door te zetten zal het hof hem een werkstraf opleggen zoals door de advocaat-generaal gevorderd.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Groningen d.d. 16 november 2006, is veroordeelde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Blijkens het onderzoek ter zitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 1 december 2006. De proeftijd is eveneens ingegaan op 1 december 2006. De officier van justitie heeft gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, aangezien verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Gelet op de gewijzigde persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals hierboven weergegeven, zal het hof de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van twintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de zes maanden gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer te Groningen van 16 november 2006.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W.P.M. ter Berg, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. G.J. Niezink, in tegenwoordigheid van mr. M. Koster als griffier, zijnde mr. Niezink voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.